Ik zou best een leuke zwerver zijn

Trudy (Zonnetje40)

Sinds ik in Amsterdam woon, heb ik dagelijks te maken met zwervers. Dat kende ik niet in de dorpen waar ik tot mijn 39e jaar heb gewoond. Nou  moet ik wel zeggen: je hebt zwervers en zwervers. Sommige maken er tenminste nog wat van. Ze maken muziek en de ene keer geef je geld omdat het echt wel mooi klinkt, ook al is het dan vertolkt op een oude, krakkemikkige viool, de andere keer is het zó spuuglelijk, dat je ze geld biedt opdat ze alsjeblieft zo snel mogelijk ophouden met spelen en met hun geld naar de supermarkt zullen rennen voor euroshopperbier.

Zwervers krijgen informatie over plaatsen waar ze gratis kunnen overnachten, waar ze gratis kunnen eten, maar krijgen ze ook wel eens advies hoe je een goeie zwerver kan worden? Dat de medewerkers van bijvoorbeeld het Leger des Heils een plan van aanpak opstellen samen met hun cliënt?  Klinkt dit gek? Nou, ik denk het niet. Kijk, je wordt door omstandigheden zwerver. Een aantal daklozen lijdt aan alcoholisme, verslaving aan drugs of een psychische ziekte. Eens een zwerver betekent in bijna alle gevallen voor altijd een zwerver. Daklozen komen vaak in een vicieuze cirkel terecht. Zonder een permanent adres en een telefoonnummer is het moeilijk om werk te vinden of een uitkering aan te vagen. Bovendien heeft een zwerver geen bankrekening om een eventueel salaris op te ontvangen, laat staan, dat mensen hen te woord willen staan door hun verschijning. Dus laten we er vanuit gaan, dat een zwerver dat de rest van zijn of haar leven blijft. Dan kan je er maar beter het beste van maken. Je er voor inzetten, er een levenstaak van maken om een goede, sympathieke zwerver te zijn, die graag gezien is in de buurt.

Ik zie eigenlijk wel een gat in de markt. Misschien dat ik een cursus ga ontwikkelen voor zwervers. Met de pakkende titel: “Hoe word ik een leuke zwerver?” Want dát moet je zien te bereiken. Dat je het straatbeeld opfleurt in plaats van ontsiert. Dat je mensen opvrolijkt in plaats van irriteert. Want je hébt me daar irritante zwervers! Morgenavond ga ik met een vriendin borrelen op het verwarmde, overdekte terras van een gezellig café aan de Ceintuurbaan. Dat begint een beetje een traditie te worden. Heel gezellig, maar we weten inmiddels precies wie er allemaal bij ons op ‘bezoek’ zullen komen. De man die rozen wil verkopen. Prima, dat vind ik wel lucratief, al hoef ik zijn stomme rozen niet. De man die een foto van ons wil maken met zijn ouderwetse camera. Leuk bedacht, maar wel gedateerd. Wij hebben geavanceerde mobieltjes waarmee we de leukste foto’s kunnen maken, dus opnieuw: nee, bedankt. Dan komen de bedelzwervers. “Vijftig cent? Vijftig cent?” En hardnekkig vol blijven houden, ook als we in drie talen ‘nee’ hebben zeggen en onze hoofden schudden tot we de nekwervels horen kraken. We zitten te roken op het terras met onze pakjes sigaretten op tafel. Er zal minstens één zwerver komen die vraagt: “Hebt u sigaretten?”, waarop wij beiden ‘nee’ zullen zeggen in koor. Niet heel geloofwaardig, maar die man stelt dan net weer de verkeerde vraag. Dit soort zwervers,  dát zijn mijn toekomstige cursisten.

Het is een bekend gegeven: mooie mensen bereiken over het algemeen meer dan lelijke mensen.  En een mooi uiterlijk heeft vaak ook te maken met een goede, lichamelijke verzorging. Men lacht nou eenmaal liever terug naar iemand met mooie witte tanden, dan naar iemand met rotte tanden in de bek.

Dat zou dus les 1 zijn van mijn cursus: zorg voor hygiëne. Hoe? Heel simpel. Ga naar tandartsopleidingsscholen en bied je aan als proefkonijn. Laat die mensen bruggen, kronen, implantaten, vullingen en wat ze ook maar in huis hebben in je mond plaatsen. Gratis en voor niets. Veel zwervers hebben geen tanden of rotte stompjes. Geen stralende lach dus. Op deze manier kan je er voor zorgen dat je als zwerver een streepje voor krijgt bij je publiek op de andere zwervers uit de buurt.

Les 2: ga naar een kappersschool en bied je aan als proefmodel. Daar zijn ze altijd blij mee. Je haren worden gratis gewassen, geknipt en gekapt. Wat zal jij er verzorgd uitzien!

Les 3: dat wordt eigenlijk het moeilijkste deel van de cursus. Hier gaat het om sociale vaardigheden en empathisch gedrag. Zwervers zijn alleen maar bezig om voor zichzelf te zorgen. Waar slaap ik, waar eet ik, hoe kom ik aan geld, waar is de bier het goedkoopst? Maar ik wil ze leren om eerst te investeren in de ander. Dat levert je uiteindelijk het meeste op, dus ben je nog voor jezelf bezig, met het verschil, dat mensen je aardiger zullen vinden en ook meer geld zullen geven.

Zoals het nu gaat:

“Mevrouw, mevrouw, vijftig cent, vijftig cent?”

“Nee.”

“Mevrouw, mevrouw, vijftig cent maar!”

“Nee, zei ik toch?”

Na zo’n cursus zou een zwerver dit heel anders aanpakken:

“Goedemorgen mevrouw! Wat een heerlijk weertje, niet? Kan ik misschien iets voor u doen? Uw zware tas dragen, bijvoorbeeld?”

“Nou nee, heel aardig van je, maar dat hoeft niet. Ja, het is inderdaad lekker weer.”

“Zou u misschien wat geld kunnen missen voor een minderbedeelde uit uw samenleving? Alleen datgeen wat u kan missen hoor!”

En wat het antwoord dan ook moge zijn: “Mag ik u dan een heel prettige dag wensen, mevrouw?”

Kijk. Dat zou al heel anders overkomen. Of een tekst als:

“Hebt u een fijne baan, mevrouw? Wat goed van u, dat u de goede keuzes hebt gemaakt in uw leven. Ik ben zo stom geweest om aan de drugs te gaan. Tegenwoordig drink ik er ook nog bij. Alles ben ik kwijt. Mijn gezin, mijn baan, wat ben ik toch stom geweest. Nu doe ik er alles aan om een menswaardig bestaan te lijden. Zou u daar een steentje aan bij willen dragen, ook al heb ik het er zelf naar gemaakt?” Je moet al een hart van steen hebben, om daar niet gevoelig voor te zijn.

Soms moet ik heel vroeg beginnen. Dan loop ik ’s morgens al om kwart over zeven over straat op weg naar mijn werk. Dan moet ik echt geen zwerver tegenkomen die over geld en sigaretten begint te zeiken. Dan heb ik er zwaar de pest in. “Denk je dat ik hier voor mijn lol loop, lapzwans? Nee, idioot, ik heb een báán om aan geld en sigaretten te kunnen komen. En ik ben niet voor jóuw geld en sigaretten zo  vroeg opgestaan.” Het gaat om de manier waaróp.

Dat zou les 4 zijn: wees bereid om iets te dóen voor je geld. Een instrument bespelen, straattekeningen maken, schoenen poetsen, koffers en tassen sjouwen, schrijf voor mijn part gedichten en verkoop ze, maar dóe iets. Het voelt als iets onnatuurlijks als mensen hun handje ophouden voor geld zonder daar ook maar iets voor te doen.

Stel je voor, dat ik een zwerver zou zijn. Ik zou ’s morgens al vroeg wakker worden, denk ik. Zo’n bankje in het park ligt nou niet zo lekker, dat je daar eens uitgebreid op gaat uitslapen. Ik zou dan in alle vroegte naar het Centraal Station wandelen en daar mensen helpen met hun bagage sjouwen en ze de weg wijzen. Er zijn zat mensen die compleet gedesoriënteerd en wanhopig op zo’n station rond staan te kijken. Ik zou vriendelijk zijn, een praatje maken, mijn prachtige gebit laten zien en met mijn nieuwe kapsel pronken. Natuurlijk zou mijn hulp me heel wat eurootjes opleveren. Dan zou ik onmiddellijk naar de Kalverstraat gaan. Naar de drogist voor een tandenborstel en tandpasta. In de Kalverstraat zit ook een prachtig toilet met opfrisruimte, waar je voor één euro gebruik van kan maken. Ik zou er voor zorgen, dat ik er fris uit zou zien. Dan zou ik bijvoorbeeld gaan schoenen poetsen of keyboard spelen. Om een uur of tien zou ik naar de Albert Heijn gaan, want daar kan je gratis koffie krijgen. Ik zou wel binnengelaten worden, ik zie er immers niet uit als een zwerver met mijn glanzende haren en mijn stralende gebit?

En dat zou meteen de laatste les van mijn cursus zijn, les 5: toon overdag nooit aan mensen de reden van je zwerver schap. Ben je aan de drank? Ga niet overdag blikjes bier naar binnen zitten hijsen, doe dat ’s avonds laat, als niemand je meer ziet, als je in je kartonnen doos ligt of op het bankje in het park. Drugs? Je gaat er zo raar van doen. Doe dit pas na je werk. Voor psychische aandoeningen is dit wat lastig, maar probeer je te focussen. Overdag doe je je werk, om ’s avonds gewoon lekker jezelf te kunnen zijn.  

Spaar van het geld dat je binnenhaalt, zodat je qua kleding ook niet heel erg verslonst. Al heb je maar twee setjes kleren. Zorg, dat ze schoon blijven. Een wasserette kost echt niet zo veel.

Ik stik van de ideeën. Misschien moet ik alles wat ik heb bedacht maar eens opschrijven en aanbieden aan het Leger des Heils. Ik denk, dat ik heel veel cursisten ga krijgen. En om het geld hoeven ze het niet te laten: zo’n cursus volgen bij mij – vijf lessen, dus bepaald niet niks! – voor slechts 350 euro per persoon. Ik denk, dat ik daar best rijk van kan worden!