Vliegangst kun je creëren

Martine (Shortstuff)

Ik heb nog niet vaak gevlogen in mijn leven. Zo’n zes keer, niet langer dan vier uur per vlucht. Ik kan mezelf dus ook geen ervaren vlieger noemen. De eerste keer was spannend en leuk, adrenaline gierde door mijn lijf, alsof ik in een heftige acttractie zat. Echter heeft die spanning zich inmiddels om weten te buigen naar een lichte vorm van angst.

Mijn eerste vlucht was naar Malta, ik ging samen met mijn zus op vakantie. Voor haar was vliegen bekend terrein, voor mij een nieuwe ervaring, een leuke ook! Op de terugweg maakte ik grapjes over de nooduitgang en andere rampelementen. Bleek dat de vrouw naast mij te kampen had met enorme vliegangst....ze heeft het me niet in dank afgenomen.
Nu stap ik in een vliegtuig en kan ik niet wachten weer met beide benen op vaste grond te staan. Maar waar het precies mis is gegaan, ik kan er de vinger niet op leggen.

Er zijn wel wat factoren die een rol spelen en wellicht bij elkaar opgeteld voor deze verandering hebben gezorgd. Ik heb last van Restless Legs, een syndroom, erfelijk helaas, dat vooral parten speelt bij lang stilzitten. Dat zegt al genoeg over deze heugelijke aandoening. Daarnaast zijn er de jengelende kinderen die de hele vlucht lang zitten te krijsen, terwijl jij eindelijk je langverwachte zonvakantie tegemoet vliegt.
Naar het toilet moeten in een vliegtuig is nog altijd beter dan in de trein, maar gemakkelijk wil ik het niet noemen. Vooral wanneer vijftig procent van de inzittenden kind is en deze voortdurend af en aan wisselen, terwijl ik het al een uur lang op zit te houden. Deze combinatie verdubbelt uiteraard de ellende.

Vliegangst zul je daarvan niet krijgen, voornamelijk ergernissen en irritaties. De hoofdverdachten zijn uiteraard de vliegtuigrampen die, soms lijkt het, wekelijks op het nieuws zijn. Ik weet het, vliegen is de meest veilige manier van reizen, echter is de kans op overleven minimaal bij een vliegtuigongeluk. Bij een trein-of busongeluk daarentegen is dat risico een stuk minder. Het lijkt er wel op alsof, altijd wanneer ik vlieg (en dat is niet vaak), er diezelfde week nog een vliegtuigramp heeft plaatsgevonden.

Zo vloog ik vorige week naar Stockholm, terwijl het vermiste vliegtuig uit Rusland waarschijnlijk tegen een vulkaan was gevlogen. Het idee dat er iets mis kan gaan, maakt me helemaal gek. De gedachte dat je een vliegtuigongeluk krijgt, maar nog zoveel had willen doen, maar vooral had willen zeggen tegen je ouders, familie, vrienden. Mijn vriend zit naast me en probeert er altijd iets positiefs van te maken: ‘Als we gaan, gaan we tenminste samen’. Daar ben ik het dan wel weer mee eens.

Van binnen ben ik een psychologische oorlog aan het voeren met mijzelf. Angst is een slechte raadgever, ik weet het. Al dat denken is niet goed voor de mens. Leuk, zo’n weekendje weg.