Een fijne carrière

Robert (Sdivad)

“Goed gedaan weer, Ooijer. Wat een respect gekregen voor hem vandaag.” Die ‘vandaag’ was 2 juli 2010, in Port Elizabeth, op het WK in Zuid-Afrika. De commentator sprak tijdens de kwartfinale Nederland-Brazilië zijn waardering uit voor Ooijer, tien minuten voor tijd. De eindstand van 2-1 was toen al bereikt, en Ooijer had een uitstekende wedstrijd gespeeld. Het was één van de hoogtepunten uit de carrière van Ooijer, die vandaag zijn laatste wedstrijd speelde. Eén van de hoogtepunten, uit een héél fijne carrière.

Die dag in Zuid-Afrika kreeg Ooijer vlak voor de aftrap te horen dat hij in de basis zou beginnen. Joris Mathijsen, de vaste compagnon van Heitinga in het hart van de verdediging, was tijdens de warming-up geblesseerd geraakt. Om eerlijk te zijn zag ik het even niet meer zitten toen ik dat nieuws hoorde. André Ooijer in de basis? Dan kunnen we net zo goed meteen naar huis gaan. Ooijer, tegenover Robinho, Kaká en Luis Fabiano. Met Mathijsen hadden we het al niet zo getroffen, maar Ooijer? Dat kon nooit goed gaan.

Negentig minuten later moest ik erkennen dat Ooijer een prima wedstrijd had gespeeld. Ik zou het zelfs een Jaap Stam-wedstrijd willen noemen. Stam speelde vaak goed in Oranje en de commentator zei dan ook vaak dingen als “Goede ingreep van Stam” en “Stam, goed voor de man gekomen.” Thuis op de bank zeiden wij dan gekscherend dat ‘Stam’ inmiddels synoniem was voor ‘goed’. En zo’n wedstrijd speelde Ooijer. Hij leek ontspannen, straalde rust uit en bleek uiterst betrouwbaar. Mocht Mathijsen komende zomer weer uitvallen, mogen we hopen dat er weer een Ooijer opstaat.

Toen Ooijer op 13 maart van dit jaar zijn afscheid aankondigde noemde hij die wedstrijd als één van de hoogtepunten uit zijn carrière. Natuurlijk samen met zijn zeven gewonnen kampioenschappen en twee gewonnen bekers. “Voor mijn gevoel kan ik terugkijken op een fijne carrière”, zei hij voor de camera’s van de NOS. Dat kan hij zeker, want zeven keer kampioen van Nederland is niet zomaar iets: er zijn maar vier spelers die dat vaker zijn geworden.

Ja, je kunt dan zeggen dat de echt grote spelers niet zo lang in Nederland spelen en dus niet zo vaak kampioen worden. Maar Ooijer heeft simpelweg het maximale uit zijn carrière gehaald. Hij heeft drie seizoenen in de Premier League gespeeld en daarnaast zijn complete carrière in de top van de Eredivisie. Met Roda JC werd hij vierde en zesde en pakte hij een beker, en daarna dus PSV en Ajax, met in totaal zeven kampioenschappen en nog een beker. En dan ook nog meer dan vijftig interlands, waaronder dus een kwartfinale op het WK. Geen grote prijs met Oranje, maar daarin is hij helaas niet de enige.

Bij de huldiging van Ajax afgelopen donderdag werd hij op de schouders genomen door zijn medespelers, bedankt door trainer Frank de Boer en toegezongen door de supporters. Dat maakte duidelijk dat zijn rol van de afgelopen twee jaar groot was, ook al was hij reserve. “Als je nodig bent, moet je er staan”, zei hij twee maanden geleden nog. Zoals hij er stond tegen Brazilië, en zoals hij er de laatste twee seizoenen bij Ajax ook stond wanneer het moest.

Ooijer nam vandaag afscheid als voetballer, met een doelpunt. Een mooie afsluiter van een héél fijne carrière.