Genaaid door Bert Overbeek

Driek (DriekOplopers)

Het vriendelijke meisje bij de CoffeeCompany zal mij wel een rare snoeshaan hebben gevonden. Zo af en toe giechelde ik even, en maakte ik een korte notitie in mijn schrijfblokje. Na een poosje raakten we aan de praat, en na wat algemene beleefdheden kon ik haar de achtergronden van mijn slechts met moeite onderdrukte lachbuien uit de doeken doen. Graag laat ik u, als zeer gewaardeerde lezer, meegenieten. Het komt allemaal door Bert Overbeek, Coach In Gebakken Lucht.

Het begon allemaal gisteravond. Via Twitter raakte ik verzeild op de website ‘jongebazen.nl’. Een beetje rare website, want in tegenstelling tot wat de naam van die website suggereert, is de oprichter en eindredacteur al aardig op leeftijd. Nee, ‘ouwebaasjes.nl’ lijkt mij wat dat betreft een betere naam. Kunnen ze zich mooi laten sponsoren door een rollatorfabriek. Maar goed. Oprichter en eindredacteur Bert Overbeek publiceerde op die website een hilarische column.

De strekking was, even met de botte bijl, zo’n beetje dat de treinreiziger niet zo moest zeuren. Bertje was dik tevreden met zijn reiservaringen. En die arme NS is regelmatig de dupe van dat Grote Boze ProRail Met Al Zijn Stroomstoringen. Al die kritiek van die mensen die helemaal geen verstand hebben van treinen, is buiten alle proporties, vindt Bert. Hij vergelijkt de trein met het Nederlands voetbalelftal, waar we ook met z’n 17 miljoenen wat van vinden. Al met al voor Bert “Een reden om een lans te breken op deze plek voor het bedrijf en de mensen, die dagelijks een mooie presentatie leveren met elkaar.” Want ook bij al die klagers thuis loopt lang niet alles even vlotjes. “En ze hebben er bovendien een leuke directie.” (En die taalfout in het eerste citaat is van Bert afkomstig, niet van mij.)

Zelden las ik zo’n flauwekulverhaal over de trein. Maar voordat ik op het verhaal in ga, wil ik eerst even duidelijk stellen, dat het mij er nu niet om te doen is, de NS maar weer eens voor de schenen te schoppen. Daar gaan we:

Bert stelt dat de treinen vaak te laat zijn -en de reizigers dus ook- door allerlei storingen bij ProRail. Het is dus de schuld van ProRail. Maar als ik in mijn halfje volkoren een dode muis aantref, hoeft de bakker ook niet bij mij aan te komen met een verhaal over de muizenkorrels die blijkbaar van onvoldoende kwaliteit waren. Als reiziger heb ik een deal met de NS, als broodliefhebber met de bakker. Hoe de NS de zaken met ProRail regelt, en de bakker met de muizenkorrelfabriek, dat zoeken ze maar mooi zelf uit.

De reiziger mag niet klagen van Bert omdat er thuis misschien nog een afwasje op het aanrecht staat. Dat is net zulke flauwekul als de stelling dat we geen mening over het Nederlands Elftal mogen hebben omdat er in de schuur een fiets met een lekke band staat. Regelrechte onzin. Niet in de laatste plaats omdat ik met dat achterstallige afwasje of mijn lekke band geen betalende klanten benadeel.

En de NS laat ook heel wat steken vallen die ProRail niet mogen worden verweten. Treinen die niet rijden omdat de machinist in de logistieke janboel van de NS is kwijtgeraakt. Een storing bij ProRail die om 9 uur ’s morgens was opgelost, maar de rest van de dag zijn er minder treinen. Reisinformatie waar geen barst van klopt, en al helemaal niet sinds de NS zich het beheer van die reisinformatie heeft toegeëigend. Allemaal zaken die ProRail niet mogen worden verweten.

Kortom, ik was het nogal oneens met het betoog van Bert Overbeek. Maar dat neemt niet weg, dat hij zulke flauwekul mag opschrijven. Want flauwekul opschrijven, dat mag hij. Dat mag ik. Dat mag iedereen. Mits binnen de grenzen van onze democratisch vastgestelde wetten. Maar zoals Bert onzin mag opschrijven in zijn column op ‘ouwebaasjes.nl’, zo mag ik daar wat van vinden. Dus twitterde ik gisteravond dat ik het een slecht verhaal vond. Met als gevolg, dat allerlei NS’ers mij op m’n nek sprongen. Want een positief verhaal mocht ook wel eens worden verteld, en ik gunde een ander zijn mening niet. Fout. Ik gun iedereen zijn mening.

Daarna kreeg de discussie een onverwachte wending. Een mailtje van een goede vriend. Over Bert Overbeek. Wat blijkt? Die Bert verhuurt zichzelf als consultant. Drie keer raden, welk bedrijf een van zijn klanten is. Juist. De NS.

Een consultantje dat een column schrijft over dat zijn opdrachtgever best een prima dienst levert. Daar krijg ik altijd een beetje buikpijn van. Krampjes. Maar een consultant die in een column over zijn opdrachtgever schrijft dat ze “er bovendien een leuke directie hebben”… Tsja, van zulke hielenlikkerij krijg ik toch een wat vieze smaak in m’n bek.

Maar goed, Bertje heeft onder zijn column ook een reageermogelijkheid. Daar wordt gretig gebruik van gemaakt, zag ik onder andere columns op zijn website. Louter positieve commentaren. Ik vond het tijd voor een beetje tegengas. Dus postte ik onder zijn column een kritisch commentaar: “Echt een heel erg slecht kletsverhaal. De treinreiziger heeft geen mogelijkheid om te kiezen voor een andere spoorwegonderneming. De reisinformatie is van een beschamend slecht niveau, juist rond verstoringen. En wanneer er een infrastoring van een uurtje is, presteert de NS het doodleuk om de rest van  de dag een uitgeklede dienst te rijden. Zo ook bij 5 cm sneeuw. Dat jij blijkbaar tevreden bent met de NS, ontneemt anderen -in tegenstelling tot wat jij suggereert- niet het recht, kritiek te uiten.”

Tot mijn verbazing merkte ik dat mijn reactie niet onder de gewraakte column verscheen. Commentaren worden, zo ontdekte ik,  pas geplaatst indien ze de goedkeuring van meneer de columnist hebben verkregen. En hem onwelgevallige reacties verdwijnen dus in het virtuele luchtledige. Want nu, een etmaal later, staat mijn reactie nog steeds niet onder de column. Terwijl Bertje vanmorgen wel in de gelegenheid was, rond te twitteren dat ik “niet zo dramatisch moet doen als iemand het niet met je eens is.” Ik doe helemaal niet dramatisch. Het enige wat ik doe, Bert, is duidelijk maken dat ik het niet met je eens ben. Daar is niets mis mee. Nog een mooie tweet van Bert: “Waar het mij om gaat is al dat geklaag, al die betweters die vanaf de zijlijn maar kritiek lopen te leveren.” Zo. Dus reizigers die enorme vertragingen oplopen, moeten staan in uitpuilende treinen of door foute reisinformatie op het verkeerde been worden gezet, en daar vervolgens terecht hun ongenoegen over uiten, worden in een hoek gezet. “Betweters.” Hoe dúrf je zoiets op te schrijven… Ik hoef ook niet zelf een brood te kunnen bakken om te bepalen of ik het door mij bij de bakker gekochte brood wel of niet te vreten vind, en of ik wel of niet tevreden ben over de prijs/kwaliteitverhouding van het door mij betaalde brood.

Maar goed. Op die site voor verlopen bazen kan ik mijn verhaal niet kwijt. Bert moet nog een hoop leren over interactie in het computertijdperk, dat is duidelijk. Onder mijn columns mag iedereen het naar hartenlust met mijn betoog oneens zijn. Dat is alleen maar goed. Dat leidt vaak tot prachtige, stevige discussies, vaak op het scherpst van de snede. En met een beetje mazzel tot wijsheid voor iedereen.

Maar niet wat Bert Overbeek betreft. Die ziet zijn website als een veredelde applausmachine van Noord-Koreaanse snit.

Laat ik nog maar even met de botte bijl de communicatieve visie van Bert samenvatten:
Iedereen mag, als die dat wil, iets van het voetbal vinden.
Het uiten van een mening over de trein wordt afgekeurd.
Het hebben van commentaar op de columns van Bert is ten strengste verboden.

De bezoekers van ‘jongebazen.nl’ worden gewoon genaaid. Met zulke vrienden heeft de NS geen vijanden meer nodig.

Het vriendelijke meisje bij de CoffeeCompany begreep mijn boodschap wél. Communicatie is een tweerichtingsdingetje. En zij kan het weten: ze is -op een stukje afstudeerscriptie over een biermerk na- klaar met haar communicatiestudie. Maar bij die Bertje moet het kwartje nog vallen. Tenminste, áls dat nog valt, ooit. Bert Overbeek is de risee van de spoorwegcommunicatie. Het beeldmerk van zijn website is een vogel met een stropdas om. Ik stel voor dat hij dat plaatje ten spoedigste vervangt door een meer toepasselijk logo. Een kip zonder kop.

Naschrift:

Inmiddels stelt Overbeek op zijn site dat de door mij geposte reactie ongenuanceerd en respectloos zou zijn. Dat was hij niet, zoals u hierboven in de column kunt lezen. Trouwens, het als ondeskundige zeikerds wegzetten van klagende reizigers, dát is pas respectloos, mind you. Maar in zijn blinde paniek gaat Overbeek nog verder. Hij beweert dat mijn door hem gecensureerde reactie de teneur had, dat hij een consultantje was, en een verkoper van gebakken lucht. Dat is dus gewoon niet waar. Wanneer je je toevlucht zoekt tot huilebalkerig gelieg, dan heb je de discussie écht verloren en jezelf onsterfelijk belachelijk gemaakt.

Goed gedaan, Bert! Compliment.