Help! Mijn man is moordenaar!

Trudy (Zonnetje40)

"Wat zeg je?" Ietwat verstoord kijkt hij op van het dossier dat hij moet doorlezen voor zijn werk. Zij wijst met een priemende vinger naar het televisiescherm terwijl ze opnieuw een hap van haar zoveelste koekje neemt. "Ik zou jou ook wel kunnen opgeven voor dat programma," herhaalt ze haar opmerking. “Waar gaat het over dan?” vraagt hij beleefdheidshalve. "'Help, mijn man is klusser'. Het gaat over mannen zoals jij, die wel aan een klus in huis beginnen, maar het vervolgens niet afmaken. Jij bent ook al sinds Jeroen de deur uit is bezi, om van zijn kamer een leuke logeerkamer voor mijn moeder te maken, maar je komt geen steek verder." Hij bromt wat in zijn baard, en probeert zich weer in zijn dossier te verdiepen. Het lukt niet. Normaal gesproken maakt hij klussen wel degelijk af. Maar nu heeft hij daar helemaal geen haast mee. Hij heeft goede redenen om zijn schoonmoeder hier niet te willen hebben.

Hij mist zijn zoon. Jeroen is een paar maanden geleden op kamers gegaan. Annet, zijn dochter een jaar eerder. Hij mist de gezelligheid, potjes schaken met Annet, naar de roeivereniging met Jeroen. Laatst, toen ze weer eens naar zo’n pulpprogramma keek met een titel als 'Help! Mijn kind is te dik,' had ze nog trots verkondigd dat zij tenminste een goede moeder was geweest die haar kinderen niet had overvoerd. Nee. Haar kinderen niet. Bovendien had hij ze altijd gestimuleerd om te sporten. Jeroen was fanatiek roeier geworden. Annet hield niet zo van sport maar had altijd gezond gegeten en was een superslanke gezonde meid. Ach, wat mist hij zijn kinderen toch. Het lege-nest-syndroom is op hem echt wel van toepassing, al hoor je dat meestal alleen maar over moeders. Zij lijkt de kinderen amper te missen. "Ik ben met pensioen," placht ze te zeggen als mensen aan haar vragen wat ze doet in het dagelijks leven. Zij heeft nooit buitenshuis gewerkt. Ook nooit een baan geambieerd. Dat gaf ook niets; hij verdient genoeg als kinderrechter. Hij werkt hard, neemt ook veel werk mee naar huis, en vindt daarin ook steeds meer zijn uitlaatklep. Helemaal, sinds de kinderen de deur uit zijn. Hij kijkt naar de afstandsbediening die naast zijn vrouw op de bank ligt. Hoe lang heeft hij dat ding al niet aangeraakt? 's Avonds is het tegenwoordig vaste prik dat hij om acht uur naar de slaapkamer gaat om op de kleine tv naar het journaal te kijken. Zij kijkt immers naar Goede Tijden Slechte Tijden? Het journaal hoeft ze niet te zien, ze kijkt wel naar het shownieuws op SBS6 als ze het nieuws wil zien. Toen de kinderen nog thuis woonden, wilden zij ook naar het journaal kijken, maatschappelijk geïnteresseerd als dat ze zijn. Maar nu is zij aan de beurt. Vindt ze. Na al die jaren, dat zij in de slaapkamer naar haar lievelingssoap moest kijken, mag hij daar nu op zijn beurt journaal kijken.

De volgende avond. Hij heeft patat meegenomen uit zijn werk. Zij was te moe om te koken. Moe. Waarvan? Hij zou het niet weten, maar heeft ook geen zin om die discussie aan te gaan. Ze eten zwijgend hun patat. Even voor achten staat hij op. "Ik ga journaal kijken," zegt hij kort, maar niet onvriendelijk. Haar blik is op het tv-scherm gevestigd. "Zet je dan eerst even koffie?" vraagt ze. Hij blijft staan. "Maar het journaal begint zo!" werpt hij tegen. "Tjonge, je kan toch wel eerst even koffie zetten? Kleine moeite, lijkt me," snauwt ze, haar blik onafgewend van de tv. De begintune van Goede Tijden Slechte Tijden galmt door de kamer. "Ik kan echt niks missen hoor, het was zo spannend gisteren," zegt ze nog. Hij stampt naar de keuken en zet koffie. Als hij bovenkomt, is het journaal al begonnen. Het liefst zou hij hier blijven zitten tot de avond om is. Toch doet hij het niet. Het is toch potverdorie ook zijn woonkamer! Hij heeft net zo veel recht om daar te zitten als zij. Na het journaal gaat hij naar beneden. Hij loopt naar de keuken en schenkt koffie in voor hen beiden. Zij vreet gretig de cliffhanger van haar soap. "Er is een ongeluk gebeurd met een bus," vertelt hij, terwijl hij de koffie op tafel zet. "Heftig, heel veel kinderen zijn om het leven gekomen." "Naar," vindt zij ook. "Er zijn trouwens nog bokkenpootjes in het linker keukenkastje. Haal je die nog even?" Nijdig beent hij naar de keuken. Heeft ze geen gevoel of zo? Hij houdt zich dagelijks bezig met kinderen, meest jongvolwassenen. De trieste zaken die hij moet behandelen, houden hem thuis ook nog vaak bezig. Hoe heeft het zo fout kunnen gaan? Vaak liggen er opvoedproblemen aan ten grondslag. Cultuurproblemen ook. Ouders die hun kinderen niet begrijpen en vice versa. Zijzelf mogen van geluk spreken dat ze gezonde kinderen hebben die ook nooit gekke dingen hebben gedaan, afgezien van een normale puberteit met natuurlijk weleens wat botsingen.

Waar zit ze nou weer naar te kijken? Hij wil het niet weten ook en verdiept zich weer in het dossier van een zaak die morgen zal dienen. "Hee! Ik praat tegen je, hoor!" hoort hij ineens de venijnige stem van zijn vrouw. "Sorry?" vraagt hij afwezig. "Kijk. 'Obese'. Dat mensen het zó ver laten komen! Moet je kijken, die vrouw weegt bijna tweehonderd kilo!" Hij kijkt naar haar. En denkt aan het frêle poppetje waarmee hij ooit in het huwelijk trad. Zou ze nou zelf werkelijk niet zien, dat ze ook hard op weg is om zo dik te worden? Wat zou ze wegen? Honderdtwintig kilo? Hij heeft geen idee. Het zou hem ook niet uitmaken als ze verder een heel erg lieve vrouw zou zijn. Zorgzaam. Belangstellend. Humoristisch. Maar dat is ze niet. Of niet meer? Hij weet het niet, kan het zich ook niet meer herinneren. Ze zullen heus wel veel plezier gehad hebben samen. Hij was toch niet voor niets zo dolverliefd op haar geweest? Wat is er mis gegaan? Wanneer is het veranderd? En de belangrijkste vraag: waarom blijft hij in vredesnaam nog bij haar? Uit een misplaatst gevoel van liefde misschien? Het zal zijn grote verantwoordelijkheidsgevoel wel zijn. En wat hij allemaal mis ziet gaan bij kinderen uit een gebroken gezin. Tuurlijk, zijn kinderen zijn het huis al wel uit, maar vinden het heerlijk om een ouderlijk huis te hébben, waar ze altijd op terug kunnen vallen.

Een paar dagen later. Hij komt blij thuis. Gisteravond is hij vanuit zijn werk naar Jeroen gereden en heeft daar een nachtje geslapen. Hij heeft een paar boekenplanken voor die jongen opgehangen, dat had hij beloofd. Jeroen is een slimme jongen, maar met twee linkerhanden. Ach, dat is niet erg. Hij helpt zijn zoon graag. Jeroen studeert rechten en doet graag een beroep op de expertise van zijn vader. Zo ook vandaag. Heerlijk, om weer eens een gesprek op niveau te hebben. Gisteravond hebben ze veel gepraat en het was nachtwerk geworden. Jeroen heeft ook aan hem gevraagd, of het wel goed gaat tussen zijn ouders. Maar hij is op de vlakte gebleven. Te vaak heeft hij meegemaakt in de rechtbank dat kinderen de dupe worden van het feit, dat hun ouders elkaar uitmaken voor rotte vis. Dat is gewoon niet goed voor kinderen. Handig heeft hij het onderwerp weten te veranderen en ze hebben een interessant gesprek gevoerd. Vanmorgen hebben ze samen ontbeten en hij heeft enorm genoten van zijn vrije avond en dag. Met tegenzin gaat hij die avond naar huis.

Zij zit op de bank. Kijkt amper op als hij binnenkomt. Hij geeft haar een flauw kusje op haar wang. "Alles goed? Waar ben je naar aan het kijken?" vraagt hij, in een poging om vriendelijk te doen. Ze kijkt hem triomfantelijk aan. "Gisteravond heb ik gekeken naar 'Mijn leven in puin.' Dat gaat over mensen die zo veel troep om zich heen verzamelen, dat het niet meer leefbaar is in huis op een gegeven moment. Dat heeft me aan het denken gezet, en vandaag heb ik eens even flink huis gehouden hier. Ik was net op tijd voor de vuilnisman. Die hééft me een hoop troep van ons meegenomen!" "Maar…Wát voor troep dan?" vraagt hij stomverbaasd en volgt haar blik. Dan ziet hij het. De boekenkast, aan de andere kant van de kamer is leeg. Al zijn boeken. Weg. "Waar zijn mijn boeken?" vraagt hij, verbijsterd. "Met de vuilnisman mee, schat. Je las er nooit in. De boekenkast wordt morgen opgehaald door de buurman, die had er wel interesse voor. En dan wil ik op de plek van de kast zo’n grote flat screen tv aan de muur. En dan kan de bank daar…" Hij laat haar niet uitpraten en beent met grote passen naar de keuken. Tranen van machteloosheid wellen op in zijn ogen. Zijn vuisten liggen gebald op het aanrecht. Hij voelt een ader kloppen in zijn hals.

"Schat? Ben je in de keuken? Ach, wees eens lief, en snij een paar blokjes kaas voor me af? Er komt zo een heel interessant programma, dat wil ik écht zien." Woest trekt hij de koelkast open. Kaas. Waar is kaas. Hij smijt de kaas op het aanrecht. Zoekt in het messenblok naar een geschikt mes. Dan pakt hij het grootste mes dat er in staat. Een slagersmes. Hij heeft het zelf pas nog geslepen. Met zijn trillende vingers gaat hij over het glanzende lemmet. Zijn greep om het handvat wordt steviger. Dan loopt hij met het mes de kamer in. Spierwit, met het zweet op zijn voorhoofd weet hij uit te brengen: "Dit wordt misschien wel het best bekeken programma van SBS6 of RTL4. 'Help! Mijn man is moordenaar.' Wel jammer, dat jij mij er niet voor zal kunnen opgeven."