Stop die euh woordjes ja!

Neuskleuter

Als kind had ik een gloeiende hekel aan mijn stopwoordjes. Ik voelde me vreselijk dom, maar er was niets dat ik kon doen om al dat gehakkel te voorkomen. En op een dag was het over. Op een dag was ik zelfverzekerd, de mening van de ander was niet langer relevant en mijn stopwoordjes waren weg. Ik zei niet meer: "Nee, wacht, kijk!" als ik wilde dat een ander aandacht besteedde aan mijn trucjes, "wat" en "hè" lagen in coma onder mijn bed, "of zo" had ik tijdens het zoenen overgedragen op een ex-vriendje, en "eigenlijk" had ik ingeleverd bij het eindexamen Frans. Plotseling werd alles veel interessanter. Ik hoorde de stopwoordjes van anderen. Familiefeestjes waren nog nooit zo interessant geweest.

Het begon bij mijn oma. Vroeger dacht ik dat ze ongeïnteresseerd was in mij, maar tegenwoordig weet ik dat ze in hevige ontkenning is over de aanschaf van een gehoorapparaat. "Hmm-mmm", "mmmm", "ja", en "ja, ja" zijn de camouflagewoorden van de doven. Ik-hoor-wel-iets-maar-ik-luister-niet is ontzettend goed te verhullen met deze woorden. Ik pas deze techniek tegenwoordig zelf toe als ik een verhaal hoor van iemand waar ik niet onderuit kan. Het is fantastisch om naar buiten te kijken, drie to-do-lijstjes maken in je hoofd en columns te bedenken als je alleen maar hmm-mmm't, terwijl een ander een totaal oninteressant verhaal vertelt. Stel je klanken en frequentie af op de emotie van de spreker en het zit helemaal goed. Ik heb mijn vader tenminste nog niet horen klagen.

De tweede techniek van oma om haar slechthorendheid te maskeren, is door zelf aan het woord te blijven. "Wat ik zeggen wou", is haar standaardzinnetje om de aandacht te trekken, "overigens!" is de inleiding van een nieuw verhaal. Tijdens haar verhaal rekken de euh's zich uit alsof ze middeleeuws worden gevierendeeld. De mensen die met haar in gesprek proberen te komen, worden stuk voor stuk tegengehouden door hun respect voor ouderen en oma's vastberadenheid. Korte euh's worden opgevolgd door zenuwachtig klinkende drietakkige ha-ha-ha's, jaatjes, ja-jaatjes, natuurlijkjes en uiteraardjes.

Iets verderop zitten de ooms en tantes die oma's verteltechniek te goed kennen om überhaupt nog een poging te doen om haar te onderbreken. De snelle marketing-oom zandstraalt zijn neef met coole Engelse termen, "you know", "what the fuck", "weet je", waarop neeflief - die geen woord Engels spreekt - binnen no-time zijn verhaal doorspekt met exact dezelfde termen. "Ik ging met mijn vrienden uit, you know, en dacht, what the fuck doet dat meisje hier, weet je, en binnen no-time pakte Jan haar, you know."

Stopwoordjes zijn fascinerend. Ze laten haarfijn zien hoe relaties tussen mensen in elkaar steken. Mensen papegaaien en spiegelen om elkaar te laten merken dat ze elkaar aardig vinden. De kontkusser neemt alleen woorden aan van iemand in een hogere status, de tijdrekker is euh, nou ja, vol van zichzelf, de hakkelaar is onzeker. De hippie geeft waardeoordelen met "chill" en "niet cool man", de gettoblaster uit da hood overspoelt je met stopwoorden. "Je weet toch!" De simpele ziel gebruikt klotescheldworden als bijvoeglijk naamwoord omdat hij verder niets onder woorden kan brengen, en degene die zijn emoties zwaar onderdrukt vindt alles "gewoon". En tussendoor zie je vaak de schuifelaar, die best wel een beetje zeg maar op zijn tenen loopt eigenlijk.

En ik? Ach, gewoon, weet je wel. Ik ben eigenlijk vooral ontzettend gevoelig voor stopwoordjes, vooral als het om mijn beste vrienden gaat. Ik ben nu eenmaal een papegaaiende kontkusser. Hmm-mmm. Maar ik schijn wel gemeen te worden als ik iemand niet mag. Dan word ik de harlekijn, die ineens de spiegel heeft gevonden en deze voor de koning houdt.
"Je schrijft over stopwoordjes dus?"
"Dus..."
"En vind je dat leuk, soms."
"Soms..."
"Stop die euh woordjes, ja!"
"Ja."