Ik ga scheiden (9)

Dick (Bornfree)

Op leven en dood.

"Met motel De Aandacht, goedenavond."
Ik stelde mij voor. En verzon een grote smoes.
"Mijn man heeft vorige nacht bij u overnacht. Hij is zijn bril kwijt. Is deze gevonden?"
"Er is bij ons helaas op de kamer waar u beiden geslapen heeft geen bril gevonden." ‘Beiden?' dacht ik. Ik besloot het te vragen.
"Beiden, mevrouw?"
"Beiden. U was er met uw man, tenminste als u Petra Vermeer bent."
Ik besloot niet verder te vragen. Ik wist genoeg.

Ik trok door, luisterde buiten het toilet of er nog leven was op Ilse haar kamer. Dat was er. Ik propte zijn papieren weer in zijn zak. Mijn besluit was al genomen. Ik wilde hem dit keer niet confronteren. Het zou een logische zaak worden dat het hem heel veel energie ging kosten wat hij ook had met die andere vrouw verborgen te houden. Ik hoefde niets te doen. Ik wist dat hij loog en nu wist ik het zeker. Toch voelde ik mij misselijk. De avond ervoor hadden wij geweldige seks gehad en de nacht erna heeft hij het waarschijnlijk nog eens dunnetjes overgedaan met zijn vriendin. Ik begreep absoluut niets van het spel dat hij speelde, maar ik hoopte vurig dat het zo snel mogelijk getoond zou worden.

Nog steeds was hij op de kamer van Ilse. Ik besloot er gewoon bij te gaan zitten. Ik zag dat Markus er ook was. Samen leken ze gebiologeerd naar Jan te luisteren. Toen ik binnenkwam, keken ze alle drie geschrokken naar mij.
"Zo, dat is een spannend verhaal. Ik dacht dat jullie daar al te oud voor waren, lieverds van mij."
"Is geen verhaal", mompelde Markus.
Plotseling stond Jan op en verdween naar de huiskamer. Markus ging naar zijn eigen kamer en Ilse draaide zich demonstratief om in haar bed. Ze wilde slapen, zo veel was mij wel duidelijk.
"Ben ik hier nu een spelbreker of hoe zit dat?"
"Ga nou maar, mam", zei Ilse zacht.
Ik begreep er werkelijk niets meer van, maar het maakte mij knap onzeker, dat was wel duidelijk.
"Lieverd, waar hadden jullie het over? Waarom doen jullie zo geheimzinnig?"
"Jij hebt gekozen mam en blijkbaar niet voor ons."
"Pardon!"
Ik probeerde mij met alles dat ik in mij had in te houden. Welk klotespel speelde Jan Vermeer? "Wat is dit nou? Wat bedoel je Ilse?"
"Mam ga nou weg, ga gewoon weg." Ik begon te begrijpen dat Jan mijn kinderen psychisch aan het vergiftigen was. Ik heb mij toen nog nooit zo machteloos gevoeld. Zou Markus ook? Ik opende zijn kamerdeur voorzichtig.
"Mam ga nou!" Ik sloot zijn deur zonder een woord te zeggen. Ik liep naar de huiskamer in een soort trance. En ging tegenover Jan zitten.

"Welk spel speel je met mij, of beter gezegd met ons?"
"Weet je mijn laatste woorden nog voordat ik werd meegenomen naar het bureau een week geleden?"
"Je was over je toeren, je schreeuwde zoveel."
"Ik zei dat ik je dit betaald zou zetten op een manier die jou je hele leven bij zal blijven."
"Kan, kan heel goed dat je dat gezegd hebt. Maar Jan, vierentwintig uur geleden bedreven we de liefde nog als een jong getrouwd stel. Weet je Jan, dan ga ik jou nu iets vertellen wat je je hele leven nooit meer zult vergeten. Wat er ook gebeurt met mij, jij zult altijd aan het kortste eind trekken. Altijd. Want als je dit soort grappen met mensen uithaalt dan loop je een keer tegen de verkeerde aan. Dat kan gewoon niet anders. Plotseling vloog hij op. Zijn rechterhand zat voordat ik het goed en wel in de gaten had om mijn keel.
"Dreigen? Jij bent niet in de positie om te dreigen. Ga jij nu maar naar dat vervelende politiemannetje van je. En waar is dat stuk schurft nu? Ik heb gewed dat ik je nog zou neuken ondanks je lovertje. Die weddenschap heb ik gewonnen. Ik heb er nog een afgesloten."
Ik voelde zijn hand strakker om mijn keel. Met zijn knie om mijn bovenbenen kon ik niets uithalen. "Maar die ga ik je nog niet melden, schat."
"Dus ik begrijp hieruit dat het nooit meer goed komt tussen ons?"
In mijn rechterooghoek zag ik een schaar op het bijzettafeltje liggen aan de zijkant van de stoel. In een flits vloog deze zijn rechterarm in. Hij liet direct los.
"Wat doe je nu!" Schreeuwde hij.
"Je vermoordt mij, idioot!" zei ik verstikt. Hij liet los. Ik vluchtte het huis uit terwijl ik hoorde hoe hij achter mij aan kwam. De kinderen waren naar beneden gekomen. Ik hoorde ze huilen en gillen. Dit was het einde, hier zou het boek Jan Vermeer en Petra Kuijt gesloten worden. Ik vluchtte naar een vriendin. Corrie Slootweg was nog een vriendin van de lagere school. Ik kende haar mijn hele leven al. We kwamen al vanaf de geboorte van Markus bij elkaar. Zij was er toen plotseling weer nadat ik haar ook een kaartje had gestuurd van Markus' geboorte. We kwamen iedere maand een keer een hele dag bij elkaar. Zij gaf mij het advies aangifte te doen en we maakten een foto van mijn hals en andere kleine verwondingen. De donkere vlekken in mijn hals deden nog steeds zeer.

De aangifte.

"Goedemorgen mevrouw", zei de vriendelijke parketbediende van politie aan de balie van het politiebureau. Ik zei hem mijn naam en dat ik aangifte wilde doen van mishandeling. Ik had het al helemaal uitgedacht: Jan zou opgehaald worden uit ons huis en zich niet meer mogen vertonen. Ik zou van de alimentatie en uitkering rond moeten kunnen komen. Maar het pakte anders uit.
"Uw man heeft ook aangifte gedaan, een moment dan haal ik de agent die zijn aangifte heeft gedaan even op."
Ik werd door deze agent naar een aparte ruimte gebracht.
"Mevrouw, uw man heeft ook aangifte gedaan en zoals het er nu naar uitziet kunt u niet meer naar uw huis waar uw man en kinderen wonen. Ik heb de officier van justitie gebeld en u heeft een verbod gekregen om binnen een straal van tweehonderdvijftig meter van uw huis te komen."
"Pardon? Dit gaat u niet menen!"
"Mevrouw u heeft uw man gestoken met een schaar. Uw man heeft zeven hechtingen gekregen. De steekwond zat een centimeter bij een slagader vandaan. Beseft u wat u gedaan heeft?"
"Heeft u mijn hals al gezien?"
"Ja, dat heb ik en uw man zegt dat hij u naar uw hals greep om u van zich af te houden, wat mij in ieder geval heel aannemelijk lijkt als u met een schaar staat te zwaaien. Als ik u was, zou ik een advocaat in de arm nemen. Ik zal nu uw aangifte opnemen. Ik neem aan dat u aangifte wil doen?"
"Maar natuurlijk man. Dit kan toch helemaal niet? Als ik eerder was geweest, was het dan omgedraaid geweest?"
"Wij, de recherche, gaan jullie aangiftes naast elkaar leggen zoals de rechter dit ook gaat doen. De recherche zal wat onderzoek doen. U wordt voorlopig poging tot doodslag opgelegd. U moet hier ook even blijven een paar dagen."
Ik voelde het bloed uit mijn gezicht weglopen.