De euro is gevallen

Maarten (columns2011)

Een mooie dooddoener is dat in het licht der oneindigheid de hedendaagse problemen niets voorstellen. Vergeleken met de oerknal is de eurocrisis inderdaad een lachertje. In het licht der mensheid niet.

Niet eens zo heel lang geleden was de mensheid voornamelijk autarkisch. Men zorgde voor zijn eigen natje en droogje, hetgeen erop neerkwam dat de man een buffel schoot en de vrouw wat vruchten plukte. Gaandeweg is men de taken een tikkie efficiënter gaan indelen, de een doet dit, de ander dat, we ruilen het een tegen het ander en dat is dat.

Om de bups wat geölieder te laten verlopen en omdat we onze paranoïde trekjes dat je van niemand op aankan definitief van ons af wisten te schudden (op wat sektarisch gedoe en een nazi-regime na), bedachten we een ruilmiddel. Dat ruilmiddel moest wel vertrouwen wekken, vandaar dat gekozen werd voor iets dat schaars en blingbling was: goud. Een algemeen aanvaard ruilmiddel was geboren.

Goud was misschien niet zo'n heel gelukkige keuze. Er was niet genoeg van. Transacties werden tegenwoordig op grote schaal georganiseerd (een markt) en om kopers en verkopers vrij baan te gunnen was meer kwantiteit nodig. Vooruit, dacht men, we kunnen ook wel wat waarde toedichten aan zilver, tin, nikkel, koper en ander spul dat gepoetst dient te worden om er betrouwbaar uit te zien.

Al snel bleek dat edel- noch gewoon metaal volstond om vraag en aanbod te matchen. Er vond een devaluatie van de zogenaamde intrinsieke waarde van het geld plaats. Plots was de cash zelf niets meer waard maar vertegenwoordigde het een waarde die er op was gedrukt.

Niet veel later was de mensheid bereid om een briefje te accepteren in ruil voor een schaap of een voordeur van klei. Rammelend kleingeld werd op den duur slechts gebruikt om achter te laten op een schoteltje, of de dienst nu goed was of niet, je wilde er toch vanaf (ballast).

Gedurende het proces van zelfvoorzienendheid, via ruilhandel, naar de hedendaagse gorderiaanse knoopeconomie kwam, zag en overwon de bank. Stal of leen je geld hier, zo riep de bank! Ik bemiddel en bewaar als goed huisvader! Aldus geschiedde, eerst redelijk succesvol in een kluis, later minder succesvol door middel van nietszeggende cijfertjes die in een boekhoudkundig systeem werden gezet; een systeem dat sindsdien ‘balans' wordt genoemd, waarmee men aanduidt dat bezittingen en baten respectievelijk schulden en lasten in evenwicht moeten zijn.

Geen goud, geen munten, geen papier, geen onderpand. Wel vertrouwen. Een systeem dat eens als een kaartenhuis in elkaar zou moeten storten, met name als er structureel meer lasten dan baten zijn, niet slechts bij één partij maar feitelijk bij het hele systeem.

Een kwestie van tijd dus alvorens men weer bij elkaar moet aankloppen voor een onsje gehakt, een halfje tijger, een paar kuub gas, een hoeveelheid kwh, een glasvezelkabel, een terabyte opslag, 500 MB mobiel internet, een iPad met iCloudfunctie, een op afstand bestuurbare thermosstaat. Een auto. Een huis. Of een tweede huis - met zwembad en tennisbaan.

Maar wat kan je er tegenover stellen? Een uurtje managen?