160 beroepen, 3D en dood

Laurens (Gramps)

En dat alles in de drie laatste dagen van de vakantie. De eerdere dagen vulde ik met Kerst, lezen over het periodiek systeem van Mendelejev, een hele dikke Elsevier en een minder dikke Elsevier, motorbladen, mahjongg op mijn laptop, eten en drinken en nog zo het een en ander. O ja, mijn motor weggebracht voor onderhoud. Ik heb er ruim negenduizend kilometer op zitten, dus er moet wel wat aan worden verhapstukt, ondermeer een nieuwe achterband. Meteen na Nieuwjaar heb ik de fiets weggebracht, dan hebben ze lekker een paar maanden de tijd. Onderwijl hield de schermverlichting van mijn bedrijfslaptop er opeens mee op, zodat ik was aangewezen op mijn eigen thuislaptop, maar daar waren meer klantjes voor. Zodoende kwam het bedrijviger doorbrengen van de  resterende vakantiedagen eigenlijk niet onverwacht. Het wordt dan ook een verhaal in drie stukjes.

We pasten op twee kleinkinders wier mams in de verpleging doende is. Dat doen we al jaren, ook in de vakanties, want ook dan moet hun mams werken en hun paps ook. Een ander neefje was bij ons aan het logeren, zodat er de hele dag drie brakkies van zes, negen en negen jaar om mijn kop heen zoemden. En het weder was te gruwelijk om ze met een voetbal naar het park te zenden. Dat doe je niet met zulk weer, je bent geen onmens. Gramps sloeg dus aan het piekeren wat te doen. Soesterberg? Nee, al eerder gedaan. Een museum? Dan moet het wel leuk zijn voor ze. En dat vernauwt het aantaal opties aanmerkelijk. Hee wacht, in Terschuur, een halfuurtje rijden van hier is een speelgoedmuseum. Dat kon wel eens leuk zijn. Dus het spul ingeladen, oma mee en niet verteld waar we heen gingen. Wel dat er daar vlakbij een ei te zien was dat was uitgebroed door een kip zo groot als een Boeing 747. Moderne kinderen hebben bij dat vliegtuig meteen het juiste beeld. Goed, we zagen het ei, meteen daarna zelfs een nog groter ei. Maar ja, opa die altijd de meest fantastische lulverhalen heeft werd ook nu niet geloofd – dat ei was door mensen gebouwd. Want er zat een deurtje in.

Direct daarop kwamen we bij het museum aan. Het wordt helemaal gerund door vrijwilligers en wij als museumkaarthouders hoefden maar 50% van een klein toegangsprijsje te dokken. Het viel eigenlijk best mee, dus meteen maar aan de koffie met taart. De mannekes kregen een vragenlijst voor een zoektocht aangereikt. Overal op de vloer staan pijltjes, dus de route was goed te volgen. Mensen, ga er eens een hele dag heen. En neem een paar ouderen mee, boven de zestig liefst. Honderd jaar oud is ook goed, ze hebben de dag van hun leven. Ze hebben er 160 beroepen met alle attributen die erbij horen uitgestald, heel overzichtelijk, zij het nogal vol, want ze hebben chronisch ruimtegebrek. Het is er allemaal en ontlokte ons grootouders ontelbare malen kreten van herkenning en plotseling terugkomende herinneringen. Een oude smidse is met name voor mij uiterst herkenbaar, ik heb er al eens over geschreven. Of een timmerwerkplaats, en boerengerei, allemaal dingen die verweven waren met mijn jeugd. Of een oud schooltje met op een kast een hele berg opgerolde land- en wandkaarten. Ook van Isings natuurlijk. Een keuken uit vroegere tijden, met een Tomado druiprek in de aanrechtbak en een zeepklopper ernaast, zo’n dichtgeklapte zeef aan een steel waar je een stuk sunlightzeep in deed om sop te maken voor de afwas. En een ouwe kapperszaak met de knipstoel. Aan de stoel een koprol waarop een rol papier was gemonteerd. Als een klant klaar was werd de rol gewoon een stukje doorgedraaid zodat de nieuwe klant zijn hoofd tegen een schoon stuk papier kon laten rusten. Een tandartsenpraktijk, compleet met boor-moordwerktuig.

Boven is een speelgoedmuseum. Mijn neus ging te gast, terwijl de kleine mannetjes aangenaam bezig werden gehouden. Mijn Meccano, Dinky Toys, modeltreintjes, blikken speelgoed, waaronder mijn oude vuilniswagen met hef- en kiepmechaniek. Geweldig leuk allemaal, maar ik heb het idee dat ik hooguit tien procent heb gezien. Nou, dat komt dan mooi uit, want we moeten hoognodig weer met ouwe Jan op stap. Die heeft daar een paradijs. Ik ga gauw, beloofd. Verslag ervan komt, ook beloofd.

De spanningsboog van de kleinkinders bleek toch wat te kort voor de zestig vragen uit de zoeklijst, maar ze vonden het allemaal wel tof. Het volgende avontuur was wat meer spekkie voor hun bekkie. We gingen naar de film. Puss in Boots, animatie in 3D, Nederlands gesproken als De Gelaarsde Kat. Hap en sap mee de zaal in, waarbij ons ook zo’n mal brilletje werd verstrekt. Ik liet me overweldigen door de prachtige techniek. En met name door de graphics. U moet begrijpen dat ik geen hypermoderne spellen op de computer speel, Ik volg het allemaal wel, maar verbaas me met name over de enorme snelheid waarmee de ontwikkelingen op dat gebied zich voltrekken. Minpuntje? Zeker, dat was er ook, zelfs zodanig dat het een hele poos gaat duren voordat ik weer naar een kinderfilm ga. En dat is de vreselijke rotlucht van popcorn. Af en toe even, okee, dat moet dan maar, maar hier had je zeker honderd bakken van die meuk om je heen, en de hele vloer was er ook mee bezaaid. Dat was dus eens maar bijna nooit weer.

Onze oudste dochter was met man en kinderen naar Nador. Gewoonlijk gaan ze eens per twee jaar in de zomer, maar nu wilden ze hun jongste kind van negen maanden aan zijn ouders laten zien. Dat kon nog net want opa was terminaal ziek. In Marokko wonen alle oude mensen bij hun kinderen in huis, en bij mensen met een laag inkomen is zo’n levenseinde uiterst ingrijpend. De goede medische begeleiding is niet te betalen, medicatie evenmin. De oude man, ongeveer 83 jaar woog nog maar 35 kilo en kon er ieder moment mee stoppen. Hij bleek nogal een persoonlijkheid te zijn in Nador. Veel mensen die door hem waren geholpen bij de hadj omdat ze als Berbers het Arabisch niet goed machtig waren, kwamen om afscheid te nemen. Velen bleven uren napraten, van thee en eten voorzien door de oudste dochter.

Het was een man met een lange geschiedenis. Groot gezin, acht kinderen, de man van onze dochter is de jongste zoon en de enige met een academische opleiding. Vader ging al in de jaren zestig naar Nederland om er te werken. Hij woonde in een rothok ergens in Amsterdam en stuurde zoveel mogelijk geld naar zijn gezin in Marokko. Hij ging eenmaal per twee jaar naar huis, maar merkte daar dat men een gezin zonder vader had gevormd, noodgedwongen natuurlijk, maar toch, hij paste er niet meer in. Dat had tot gevolg dat zijn humeur gemeenlijk slecht was en hij allengs tirannieke trekjes kreeg. Hij was een echte Berber, een Amazigh, dat is een betere naam. En dan zul je zijn opgescheept met de familienaam Arab. Dat is net zoiets als bij ons Mussert heten, of Rost van Tonningen. Berbers zijn wel moslim, maar ze hebben collectief de schurft aan Arabieren. Voor hem was dat aanleiding om een nieuwe familienaam voor zijn gezin te nemen, een echte Berbernaam, maar alleen voor zijn familie. De meeste kinderen zijn inmiddels getrouwd en wonen deels in Nador, maar ook op de Canarische eilanden, in Brussel, Amsterdam en Amersfoort. Onze schoonzoon heeft nooit een echte vader in zijn buurt gehad, tenminste niet toen hij hem nodig had, en toen zijn vader er wel weer was, was het te laat om een goede relatie op te bouwen. Ik heb eveneens de tragiek gehad van een slechte relatie met mijn vader en dus begrijp ik heel goed wat deze tijd voor hem betekent. Rottig, in één woord.

Afgelopen woensdag haalde ik het gezinnetje weer op van Schiphol. We hebben een klein autootje, dus alleen schoonzoon en kleindochter gingen mee, met de koffers. Dochter pakte met haar zoontje in de buggy even de trein. Het zijn trouwens voorbeeldige kinderen als ze reizen. Geen gejank of gezanik, ze lijken  het prachtig te vinden. Na een dagje wennen zijn ze weer helemaal hun zonnige zelfje. Vanmorgen belde onze dochter dat opa de afgelopen nacht helemaal alleen was overleden. Ja, dat had ik ze al voorspeld. Sterven doen oude mensen bij voorkeur alleen. In een islamitische cultuur begint meteen na het overlijden een ceremonie die binnen 24 uur voltooid moet zijn, inclusief de begrafenis. Onze schoonzoon had dus onmogelijk op tijd kunnen zijn om dit gebeuren bij te wonen. We gingen hem vanmiddag even troosten en knuffelen en merkten meteen dat dit, samen met de moeilijke relatie met zijn vader, extra bijdroeg aan de pijn die hij voelde. De laatste eer bewijzen zou hem wat hebben geholpen, maar dat kon ook al niet. En dan doet het er helemaal niet toe dat hij de islam al heel lang vaarwel heeft gezegd, net als zo veel andere hoog-opgeleide Marokkanen.

Well, that’s life.