De soep van oom Teun

RedactieColumns

Vandaag leest u in de columnrubriek de winnende inzendingen van de jaarlijkse kerstverhalenwedstrijd. De users brachten de meeste stemmen uit op de columns die u hier vandaag leest. Op nummer 1 eindigde De soep van oom Teun door Biancavia.

Het was eerste kerstdag, ik was bij mijn ouders en de deurbel ging. Ik deed de deur open en tante Marie kwam vrolijk binnen, gaf me drie zoenen, pakte mijn hand vast, keek me indringend aan en fluisterde: ‘Kerst zal nooit meer hetzelfde zijn! Dank je wel,' wat nogal dubieus leek, want het was precies een jaar geleden dat ze door een tragisch ongeluk haar man verloor.

Een jaar geleden
Het was eerste kerstdag, ik was bij mijn ouders en de deurbel ging. Ik deed de deur open en daar vulde het omvangrijke lichaam van oom Teun de deuropening. Teun was getrouwd met tante Marie, de zus van mijn moeder, en derhalve mijn oom.
Hij stapte over de drempel, sloeg zijn armen om me heen en in deze verstikkende positie moest ik ook nog drie zoenen incasseren, waarbij zijn gezichtshaar me in mijn gezicht prikte en zijn lippen net iets te dicht bij die van mij kwamen.
Ik werd al misselijk van de goedkope whiskylucht toen oom Teun mijn schouders vastpakte, me van top tot teen bekeek en zei: ‘Meid, als je ooit nog een man aan de haak wil slaan moet je toch een iets korter rokje aantrekken.' Hij gaf me er een dikke knipoog bij.
Hierna vertrok hij gelukkig naar de woonkamer, waardoor ik in de gang achterbleef met een timide tante Marie die nog steeds zwijgend in de deuropening stond. Ze gaf me een slap handje, hing haar grijze jas aan de kapstok en sloop de woonkamer in.
Daar zat oom Teun al overtuigend te vertellen wat er fout was aan de politiek in Nederland. Hij stopte zijn monoloog om een slok te nemen en een uiterst onsubtiele opmerking over de borsten van mijn zus te maken. Gelukkig kon hij er zelf hard om lachen, want verder bleef iedereen stil, maar hierdoor zette hij zijn glas zo lomp op het randje van de tafel dat het kletterend op de plavuizen in scherven viel.
Tante Marie schoot naar voren om de scherven en splinters van de vloer op te rapen, die ze in het half kapotte glas deed. Ik nam het glas van haar over en zette het in de keuken op het aanrecht. Terwijl mijn moeder de laatste splinters opzoog, stelde ze voor dat iedereen vast aan tafel zou gaan zitten.
Ik zei onmiddellijk dat ik de soep zou opdienen. Als laatste gaf ik oom Teun zijn soepkom en ik hield hem nauwlettend in de gaten. Nadat hij ongeveer de helft van de soep naar binnen had geslurpt, liet hij abrupt zijn lepel in de soep kletteren. Hij sprong op, greep met twee handen naar zijn keel en probeerde iets uit te brengen terwijl hij ons allemaal aankeek.
Toen viel hij neer. We stonden langzaam op en mijn vader voelde zijn pols, waarna hij kordaat ‘Bel 112!' riep.
Het lichaam van oom Teun werd meegenomen door de ambulancebroeders, terwijl ze nog een vergeefse poging tot reanimeren deden.

Dit jaar zat een stralende tante Marie aan tafel te vertellen hoe goed het ging met haar bedrijfje, dat was ze begonnen met de schadevergoeding die ze had ontvangen van de soepfabrikant. Er was nooit een verklaring gevonden hoe er vorig jaar in onze soep - die, zoals mijn moeder schaamtevol moest bekennen, niet zelfgemaakt was - een aantal glassplinters terecht was gekomen.