Het meisje met de krant

Martine (Shortstuff)

Iedere ochtend loop ik om 7.21 uur de deur uit. Ik kom dezelfde mensen tegen en vraag me af wat zij doen en wat ze meemaken. Dat zullen zij zich wellicht ook van mij afvragen. Het is niet erg druk. Ik zie wat bouwvakkers staan (ze werken dus toch) en voor de ingang van het station staat altijd het meisje met de krant.

Ze staat er. Elke dag, same place, same time. De te grote roodgekleurde werkjas hangt om haar heen. Haar donkerbruine, lange haar zit altijd in een staart en ze heeft in al die jaren nog geen nieuwe bril aangeschaft. In de winter wordt de outfit compleet door niet bijpassende muts, handschoenen en sjaal. Het maakt haar er niet echt mooier op. Om 7 uur ‘s ochtends voor het station staan koukleumen is ook niet ideaal. Ze lacht me dagelijks vriendelijk toe en geeft me de krant. We zeggen ‘goedemorgen' tegen elkaar, een leuk begin van de dag.

Ik vraag me regelmatig af of dit haar ‘echte' werk is. Dol ben ik erop om het leven van een persoon die ik absoluut niet ken, maar elke dag tegenkom, in te vullen. Zijn ze alleen, getrouwd? Wat voor een baan hebben ze? Zouden ze gelukkig zijn? Heeft ze vrienden of is ze eenzaam? Ja, ik denk overal over na.

Mijn krantenmeisje ziet er gelukkig uit. Misschien is dit wel haar bron van inkomsten, heeft ze niet meer nodig. Wie weet spaart ze voor haar studie of voor een verre reis, wil ze later arts worden en arme mensen in ontwikkelingslanden helpen. Over idealistisch gesproken. Ik noem het liever ‘optimistisch'; overal het mooie en positieve van inzien.

Toch ga ik haar teleurstellen. Ik hoop dat ze het me niet kwalijk neemt. Voortaan neem ik alleen op donderdag de krant van haar aan. Het is namelijk zo dat ik deze krant helemaal niet lees. Het is mijn ‘tweede' krant in de trein. De krant waar ik nooit aan toe kom, waar ik totaal geen waarde aan hecht, grotendeels roddels verkondigt. Tevens papierverspilling. Daarom besluit ik deze alleen op donderdag aan te pakken, voor de filmrecensies. Ik ben dol op films.

Ze lacht me vriendelijk toe en steekt de krant naar me uit. Ik praat mezelf moed in en zeg met mijn mooiste glimlach op mijn gezicht: ‘Nee, dank je'. Wat vind ik dit verschrikkelijk, echt hartverscheurend. Dan denk ik: ‘Een beter milieu begint bij jezelf', en geef mijzelf een schouderklopje, het meisje met de krant zal dat in elk geval niet doen.

De volgende dag loop ik ietwat angstig richting de ingang van het station. Het vriendelijke glimlachende meisje is er niet meer. Ze is vervangen door een oud, grijs en chagrijnig wijf....