Zij

Laurens (Gramps)

Zij was altijd in de periferie van mijn leven. Zo iemand aan wie je hooguit eenmaal per maand dacht. En dat ook genoeg vond. De oudste dochter van een oom, een nicht dus. Een paar jaar jonger dan ik. Wat heb je met een nicht die twintig kilometer weg woont, uit een gezin waar je hooguit eenmaal per vijftien jaar komt? Weinig tot niks? Dat klopt. Het was ook een beetje vreemd, dat gezin. De vader werkte in hetzelfde bedrijf als ik. Met hem heb ik dan ook honderden gesprekken gehad. In principe was hij nogal stellig, maar aan zijn standpunten was best wat te schaven. En soms verraste hij me met een denkbeeld dat ik nooit van hem had verwacht. Zijn gezin was qua stelligheid van een heel ander kaliber – er was aan niets te tornen. Het was zo, en daarmee uit. De oudste dochter voerde dat tot in het krankzinnige door. Ze had overal een mening over, en die mening was meestal gebaseerd op bakerpraatjes en pure klatsch. Voeg daarbij een hooguit middelmatige intelligentie en een nogal doordringende stem en je hebt een vrij onmogelijk type om mee om te gaan. Vandaar mede dat bestaan in mijn periferie. Ook haar fysiek bracht een mens niet tot jubel en feestgedruis – ze was groot en te fors, met een rood hoofd, dun rossig haar in een staartje. Kortom, geen kwestie van net niet maar van helemaal niet. Typisch geval van heel jammer.

We zagen haar wel eens, toen ze een jaar of twintig of iets ouder was. Ze hielp in de huishouding bij onze oma, het mannenhuishouden dat ik ooit hier beschreef. Als wij daar met ons jonge kroost een keertje op de koffie kwamen, nam zij als extra service ook het gesprek met oma over. Eerst was dat hilarisch, maar algauw wenste je haar naar de maan. Nadien werkte ze in de kraamzorg en de huishoudelijke hulp. Door haar persoonlijkheid ging dat niet zo lang goed. Algauw hoefden haar klanten haar niet meer. Dus volgde er werk in een bejaardenhuis, de laatste tijd daar als nachthulp: altijd zittend in een kantoortje.

Van huis uit had ze één positief ding meegekregen: ze kon fantastisch koken. Alles draaide thuis om eten. Als er een verjaardag was maakte men voor honderd man eten, alles even lekker. Je kon het zo gek niet bedenken, alles smaakte even geweldig. Tante is haar hele leven stevig aan de maat geweest, maar ook niet meer dan dat. Ik heb al zestig jaar hetzelfde beeld van haar. De andere twee dochters werden struise vrouwen maar niet te dik. Ook de drie jongens en vooral oom trapten niet in de vreetval, al was de aanleiding continu aanwezig. Alleen de oudste dochter kon geen maat houden.

Door haar houding was ze thuis moeilijk in de omgang. Ze ging dan ook op zichzelf wonen, samen met een vriendin. En dat ging op den duur ook niet goed. Ze at teveel, structureel. En de vriendin kon haar overheersing niet goed velen. Oom kon dat op een gegeven moment niet meer aanzien en haalde haar weer naar huis. Boven de garage bouwde hij een klein appartementje voor haar, waar ze een jaar of twintig heeft gewoond. Ze verdiende de kost achter de naaimachine, vitrage en gordijnen naaien.

Dat was waarschijnlijk ook het enige wat ze nog kon. Heel lang geleden nam ze afscheid van de weegschaal. Bij de laatste weging stond die op honderdvijftig kilo. Waarna het verder bergafwaarts ging. Afgelopen maandag, de dag voordat haar moeder 85 werd vertelde ze dat ze zich niet lekker voelde. Ze wilde een douche nemen en dan naar bed gaan. Even later hoorden haar ouders het geluid van een val. Ze gingen kijken en vonden haar in de douche. Dood. Vrijdag werd ze begraven. Condoleance thuis bij haar ouders, zij was elders. Bij veel te zware mensen kan dat moeilijk anders, het versterf gaat veel sneller dan normaal. Afscheid nemen kon dan ook niet. Ik had een vreselijk volle week en had niet eens de kans om de ouders te bezoeken. Bovendien wordt voor de begrafenis van niet-directe familie geen vrijaf gegeven. Al met al een nare zaak, ik voel me er niet fijn bij.

Arm en leeg, dat was haar leven. Ze was gek op baby’s, zou ze zelf ook heel graag hebben gehad. Maar de man kwam nooit die haar als vrouw wilde. En die haar eetlust in de juiste banen zou weten te leiden. Er mislukte van alles, er was veel ongenoegen. Of dat door haar kwam of door anderen, het was er. Het enige wat ze altijd had was eten. Dat was haar leven en uiteindelijk ook haar dood. Ik kan me geen voorstelling maken van haar gevoelsleven. Het moet in ieder geval vreselijk zijn geweest.

Heel veel vragen blijven er wel. Ouders die een kind verliezen, dat is altijd zeer pijnlijk. Hier zijn de ouders 85 en 87 jaar, en ze verliezen niet alleen een kind maar ook een volwassene. Een met een heel aparte geschiedenis. Die een enorm stempel heeft gedrukt op hun leven en dat van hun gezin. Ik heb altijd het gevoel gehad dat er een grauw waas over hun aller leven lag. Er werd zelden luidkeels gelachen, men was altijd gereserveerd, voorzichtig, een beetje wantrouwig. Gaat dat nu weg, of blijft dat? Is er bitterheid om gemiste kansen? Om het alleen laten van de familie door de anderen? Was er wel een andere weg geweest, of is die er nu pas, met zoveel meer kennis en expertise dan toen? Het viel me altijd op dat mijn oom, een gezellige prater het absoluut nooit over zijn dochter had. Hij stopte het dus weg. Het was hun probleem en daar praatte je niet over. Zo’n beetje net als bij mensen die een mongooltje hadden. Dat beschouwde men min of meer als een schande. Onzin natuurlijk, maar zo was het toen.  Ze moeten diep in hun hart altijd hebben geweten dat kon gebeuren wat nu is gebeurd. Er is geen hart dat zo’n lichaam tachtig jaar lang aan de gang kan houden. Wie zou er het eerst gaan? Dat zal wellicht hun levensvraag zijn geweest.

Hoe praat je met de ouders? En gaat hun leven, zolang het nog duurt zijn gangetje? Gelukkig hebben ze een hele familie met kinderen en kleinkinderen om zich heen. Zelf zijn ze nog verbazend actief. Oom brengt nog dagelijks met zijn auto een middagblad weg naar een hele rij distributiepunten in de regio. Maar er zal toch heel veel veranderen, en hoe gaan ze daarmee om? Dat appartementje blijft nu leeg. Tenminste, nadat het is leeg gehaald. Maar daarmee is ze niet weg, dat kan ook niet als een mens van bijna zestig jaar sterft.

Het zou best eens kunnen dat ze gaan verhuizen. Naar een nieuw, leeg huis. Zonder de stempel die hun dochter op hun hele volwassen leven heeft gedrukt.

Ik ben er nog lang niet uit, en dat zal wel zo blijven. Net als bij oom en tante.