De grootste financiële imbeciel van Nederland

Thako (Okaht)

Zelf heb ik nooit economie gestudeerd. Ik ben sowieso al niet zo goed met mijn eigen huishoudboekje. Ik heb het zelfs uitbesteed aan een budgetbureau, omdat ik er zelf al een gigantische puinbak van had gemaakt.

Cijfers laten zien dat het aantal studenten economie en bedrijfskunde wel is gegroeid, maar dat wil niet zeggen dat ze die studie ook allemaal succesvol af zullen sluiten en het is helemaal niet gezegd dat ze ook stuk voor stuk een glanzende carrière tegemoet kunnen zien. Bedrijven vallen momenteel zelfs onder leiding van ervaren managers bij bosjes en zitten dus niet te springen om een puisterige wannabe businessmanager. Ik vrees dat velen nog even een paar jaar moeten wachten voor ze hun schoolboekenwijsheid in de praktijk mogen brengen, oefenen en verruimen.

En dan heb ik het alleen nog maar over de mensen die hier een beroepskeuze van hebben gemaakt. De gemiddelde Nederlander heeft toch echt bijzonder weinig kaas gegeten van hogere bedrijfskunde, import en export, aandelenhandel, internationale handel, handel in vreemde valuta, beleggen in staatsobligaties of de mondiale verbanden tussen de verschillende economische machtsblokken.

Toch lijkt Nederland de moord te stikken van de economische experts. In de vaderlandse bouwketen worden plannen gesmeed voor de redding van onze economie. In voetbalkantines wordt de basis gelegd voor het eerherstel van onze ooit zo glorieuze gulden. In de kleedkamers van korfbalverenigingen wordt niet meer gestreefd naar een gemeenschappelijke doucheruimte – ik weet trouwens niet zeker of dat niet al lang een feit is – maar wordt de definitieve val van Zuid-Europa beraamd.
Neen. De redding van Nederland mag nooit in handen komen van mensen die er voor hebben gestudeerd. Dat kunnen we veel beter over laten aan een beetje stukadoor met een rekenmachientje op z’n telefoon.

Is dat wel zo verstandig?
Zelf heb ik niet het idee dat ik helemaal kan overzien wat er gebeurt als we Griekenland, Spanje of Italië even uit de euro trappen. Of dat we met twee Europa’s beter af zijn. Ik ken de gevolgen niet van een Nederland zonder directe economische samenwerking met de rest van Europa. Ik weet niet wat er gebeurt als we de gulden laten wedijveren met de yuan, yen, dollar, Duitse mark of euro.
Het kan goed gaan hoor. Ik weet het alleen niet echt. Het businessplan van mijn eigen werkgever kan ik maar net overzien. Laat staan het huishoudboekje van een heel land of werelddeel!

Ben ik daadwerkelijk de grootste financiële imbeciel van Nederland? Zijn al die stratenmakers, pijpfitters, poetsvrouwen, hamburgerbakkers en worstendraaiers zoveel slimmer dan ik? Kennen zij echt de gevolgen van het besluit om die gyrosbakkers eruit te flikkeren of weer met de florijn te gaan betalen?

Persoonlijk laat ik deze vraagstukken graag over aan mensen die er echt verstand van hebben. Waarbij ik me goed voor kan stellen dat ook zij er regelmatig naast zitten.
De mondiale economieën hangen van zoveel factoren aan elkaar, dat een tegenslag in IJsland al enorme problemen in de rest van Europa veroorzaakte. Dat het omvallen van een Amerikaanse bank, de wereldeconomie om zeep hielp. Als Wallstreet per ongeluk door zevenentwintig Boeings tegelijk wordt getroffen, breekt op de vismarkt van Urk de pleuris uit.

Zelfs de meest ervaren econoom kan dus al niet meer precies voorspellen wat de markten morgen doen. Alleen de factor angst heeft al een enorme invloed! Barak Obama met indigestie doet de rente historisch stijgen. As hij vervolgens een hoorbare scheet laat, vliegt die rente weer omlaag. Het is maar net of die puisterige beurshandelaartjes in hun broek schijten van angst, of net die dag van mama een verrassing in hun broodtrommeltje hebben meegekregen.

Goed. Als we onze economie om hebben weten te bouwen naar een ruilhandel in schelpen, kralen en spiegeltjes, loop ik naar de plaatselijke herberg voor een goed financieel advies. Zelfs de kapster weet dan dat een goede beurt een prima ruilmiddel is voor een lekkere biefstuk. En ik ben dan de eerste om dat principe in praktijk te brengen.

Tot die tijd? Ik laat het wel over me heen komen. Als het minder wordt zal ik harder moeten werken om het te redden. Als het een beetje mee wil zitten maak ik me minder druk.

Net als in 2007 bijvoorbeeld. Toen hoorde ik weinig gezeik over de euro. We hadden er namelijk allemaal meer dan genoeg van.