Me, myself and I

Petra (peets)

Iedereen schijnt wel ergens op de wereld een heuse dubbelganger te hebben. Op zich is dat gegeven wetenschappelijk gezien niet zo opzienbarend, als je feitelijk het aantal van 7 miljard mensen dat momenteel op deze aarde huist, afzet tegen het aantal mogelijke verschillende combinaties van genetische structuur. Maar behalve het feit dat dit bepaald geen recht doet aan ons gevoel als mens ‘uniek’ te zijn, schept het ook de nodige verwarring. Zo is Jezus van Nazareth onlangs nog gesignaleerd in Australië en schijnen Kennedy en Elvis nog steeds alive and kicking te zijn. De erfenis van Sadam Hoessein bestaat uit een heel leger aan klonen en van elke nationale ster kun je voor een habbekrats  ‘wannabees’ inhuren op je feestje. Wie merkt tenslotte nog het verschil na wat drankjes?


Ook ik moet leren leven met de wetenschap dat ik allesbehalve zeldzaam ben in mijn soort. Integendeel zelfs. Ik wil nog net niet zover gaan dat ik in het gezelschap van een scala aan blauwdrukken door het leven ga, maar enige vorm van inwisselbaarheid neem ik toch wel  waar.


Om te beginnen is mijn naam weinig uniek. Al googelend kom ik pagina’s vol activiteiten van naamgenoten tegen. Ze introduceren zich enthousiast onder mijn naam op Hyves, Facebook en via Twitter. Stuk voor stuk leuke dames hoor, maar ik ben het niet. Als ik met alle eer en roem zou strijken die ik inmiddels op mijn naam heb staan, dan zou ik afgestudeerd en gepromoveerd zijn op zoveel verschillende terreinen, dat ik me minstens tot de 5% intelligentste inwoners van de lage landen zou mogen rekenen. Best een acceptabel profiel. Aan de andere kant zou ik nu dan ook de gelukkige moeder zijn van zo’n 35 kinderen en dat is misschien wel weer een beetje druk naast al die studies en ambities.


Maar met mijn fysieke lay-out zijn de hogere machten wel héél erg royaal geweest. Op de meest uiteenlopende plekken word ik herkend, of moet ik op zijn minst wel de ‘zus/nicht zijn van..’. Ontkennen heeft geen zin, ze geloven me domweg niet. Daarnaast word ik zelf gesignaleerd op locaties waarvan ik zelfs het bestaan niet weet. Mannen en vrouwen doen dingen met mij, terwijl ik er zelf niet bij ben. Laat staan dat ik enige vorm van inspraak heb. Tezamen met mijn dubbelgangers leid ik zo een vrij turbulent leven.


Soms doe ik er mijn voordeel mee. Bijvoorbeeld als ik de trainer van mijn hardloopclub laat weten dat ik ook vandaag niet aanwezig zal zijn.  Ik verzuim hem hierbij te vertellen dat ik niet zijn sterloopster ben (mijn-fanatieke-dubbelgangster-met-een-o-zo-hardnekkige-voetblessure),  maar juist die andere (die-met-een-o-zo-hardnekkig-gebrek-aan-intrinsieke-motivatie). Zijn steunbetuigingen zijn dan ook hartverwarmend. En wanneer een wildvreemde mij op straat aanspreekt over dat mooie artikel -met foto- in de krant, doe ik ook niet al te hard mijn best om een en ander te ontkrachten. Waarom zou ik hem teleurstellen? Wat niet weet, wat niet deert.


Ik sta er dus bepaald niet alleen voor in het leven. Overal en altijd kun je mij/ons tegenkomen. Voor wie er toch zeker van wil zijn dat ie echt met mij te doen heeft; ik ben te herkennen aan mijn uiterst charmante, altijd goedlachse, ultra-energieke, wijze, perfect geproportioneerde, zeer vriendelijke en sprankelende verschijning. Alle andere varianten betreffen de look-a-likes.