Moord in Aerdenhout (18)

Dick (Bornfree)

"Roomservice", klonk een benauwde stem vanachter de deur. De lijfwacht keek eerst Clark en daarna Mason aan. "Heeft een van jullie...?" Violet, Margreet, Clark en Mason schudden hun hoofden. De twee lijfwachten richtten hun wapens op de voordeur. Een van hen liep er voorzichtig naartoe en bewoog de deurknop om de deur te ontsluiten. Hij wilde zijn wapen door de kier steken, maar kreeg de kans niet. Met grof geweld vloog de deur open en een dikke honderd kilo afgetraind vlees vloog de hotelkamer door. Er klonken schoten, Margreet liet zich op de grond vallen en belde haar collega's. En voor het eerst met een lichte paniek in haar stem.

De lijfwachten vochten voor wat ze waard waren en hun waarde was het volle magazijn dat ze hadden toen ze begonnen te schieten. Mason en Violet kropen naar een muur. Maar de lijfwachten werden afgeknald alsof ze ziek vee waren. Ze waren niet getraind genoeg voor dit professionele team. Mason keek over de vloer. Één van zijn lijfwachten keek hem aan en blies zijn laatste adem uit. Mason verborg zijn hoofd tussen zijn handen. Het geschiet hield niet op. Margreet en Violet probeerden te observeren in de beleving dat hun dood een kort moment in de toekomst zou kunnen liggen. Margreet dacht er geen moment over na haar wapen te pakken. Deels uit angst en deels door de zinloosheid. Ze telde vier personen en had direct gezien dat deze aanvallers zeer professioneel waren. Ze droegen ook gelijke, te grote grijze overalls en verschillende maskers die geheel over het hoofd gingen. Het schieten stopte, door de kruitdampen zag je geen hand voor ogen meer. De hotelkamer was totaal gesloopt. Zo snel als zij binnen waren gekomen, zo snel waren ze ook vertrokken.

"Nu zijn ze verdomme te ver gegaan. Met mij fucken in mijn eigen stad! Dat gaat mij te ver!" Margreet stapte over de dode lichamen van de lijfwachten heen, toetste nummers in op haar mobiele telefoon en bracht deze met een woeste beweging naar haar oor.
"Sluit alles af, voor mijn part heel Amsterdam, zorg dat deze gasten niet wegkomen. Leg Schiphol plat voor mijn part." Nu pas stormden speciale eenheden binnen, het was te laat voor de lijfwachten. Amsterdam werd afgezet, twee politiehelikopters stegen op. Er zou logischerwijs geen ontkomen mogelijk moeten zijn, en dat was er ook niet. De vier werden al snel gelokaliseerd op een industrieterrein een paar kilometer van het hotel af. Ze werden direct geconfronteerd met het beste stukje schietgrage politiecorps van Nederland. Dit keer hadden ze geen kans weg te komen. Na een kort vuurgevecht van ongeveer vijf minuten was het beslist. Één persoon bleef leven, de rest werd rustig afgelegd in luchtdichte kisten. Margreet besloot deze persoon zelf te ondervragen zodra zij een go kreeg van het ambulancepersoneel. Ze bleek lichtgewond, een kogel dwars door haar arm heen.

Margreet zag direct dat het een vrouw was.
"Ben jij één van Masons ontvoerders?" De gewonde vrouw draaide haar hoofde van Margreet weg.
"O, het lag niet helemaal in jullie strategie dat jullie gepakt zouden worden? En nu mokken tegen mij? Het maakt mij niet uit hoor. Als je tegen mij mokt kan ik je ruimte geven als je tegen de rechter mokt niet."
"Alsof ik nog kansen heb! Kan net zo goed hetero worden."
"Ja dat kan, maar ben je dan wat je wilt zijn?"
"Doe niet zo psychologisch, mens. Ga toch weg, ik weet wat mijn kansen zijn hier in Nederland."
"En jij denkt dat ik daar geen invloed op heb? Die heb ik, maar dan moet jij gaan zingen als een lijster in de vroege lentezon."

"Ik ben ingehuurd." Margreet rukte het masker van haar gezicht.
"Ingehuurd. Yeah sure. Je bent gewoon het kutwijf dat Mason Markson ontvoerd heeft." Op dat moment keek Margreet haar recht in de ogen. Ze dacht een oprechte verontwaardiging te zien. Een agent liep op Margreet af.
"Het zijn allemaal vrouwen", stelde hij koel vast en liep weer weg. Margreet keek de nog levende, en voor haar totaal onbekende, vrouw aan.
"Wie ben jij?" Margreet hielp haar overeind, een agent in uniform bleef bij de twee in de buurt nadat Margreet hem gewenkt had. Ze liepen naar een Mercedes busje waarin de politie wel vaker verdachten ondervroegen. Net voordat de vrouw de bus in wilde stappen bedacht Margreet zich. "Boei haar maar, de boeien graag voor haar", zei ze tegen de geüniformeerde agent. "Ik heb je in actie gezien met een automatisch wapen. Ik geloof niet dat je dit onder het koken hebt geleerd."

"Luister, je kunt denken wat je wilt. Ik ben ingehuurd, gewoon een soldaat voor geld." De onbekende vrouw probeerde te overtuigen.
"Je naam?" zei Margreet koel terwijl ze de vrouw bij haar pols pakte en een vinger van haar strekte. Ze deed er wat inkt op en maakte snel een vingerafdruk. Margreet gaf hem aan de agent die ook de bus ingekomen was. Hij legde het speciale vel papier onder een camera.
"Misschien weten we zo wie je bent. Zulke lieve vrouwen als jij zitten meestal wel ergens in een politiedatabase."
"Ik zou daar je geld niet opzetten." zei ze rustig. Haar koelbloedigheid stoorde Margreet. Eerst de lijfwachten van Mason omleggen, dan nog een vuurgevecht van vijf minuten met getrainde agenten.

De agent draaide een klein beeldscherm naar Margreet op een manier dat de verdachte de inhoud niet mee kon lezen.
"Een Joodse?" Margreet draaide het scherm naar de verdachte vrouw.
"Rosanna Cohen-Polak. Een nette getrouwde Joodse vrouw? Ga je het mij nog vertellen? Je hebt genoeg op je kerfstok om je een heel lang voorarrest te bezorgen. Ik heb geduld."
"Ik ook, ik heb niets meer te verliezen. Waarom we het gedaan hebben was belangrijk. Het is nog niet over."
"We? Wie we?" Margreet zag aan haar gezicht dat ze dit eigenlijk niet wilde vertellen.
"Ach laat maar, mens!" schreeuwde Rosanna. In een flits pakte Margreet haar rechterbovenarm beet. De agent sloot de deur snel om het eventuele gegil te smoren. Rosanna gilde het uit van de pijn. Margreet kneep in haar arm. Ze voelde hoe het bloed door Rosanna's kleding tussen haar vingers kwam. Haar benen spartelden van de enorme pijnscheuten die door haar hele bovenlichaam schoten.
"Stop! Ik vertel je alles!"

Hier lees je deel 17