De nacht van Leers

Jean-Paul (Days-Of-Wild)

De safari was hem goed bevallen, hij zag het steeds weer voor zich. Het leek wel een film die steeds weer opnieuw voor zijn ogen afgespeeld werd. Dat was op zich wel fijn, want wat hij ook probeerde, hij kon zijn ogen niet openen en nu had hij toch nog iets om te zien. Het was alsof hij in een heel diepe slaap was verzonken. Het vreemde was alleen dat hij nooit het einde van de film zag. Steeds weer begon de film opnieuw en iedere keer kwam hij een stukje verder, maar hij zag het eind nooit. Het bevreemdde hem, beangstigde hem een beetje, maar hij gaf zich tenslotte toch maar over aan de beelden die door zijn hoofd maalden.

"Blijft u maar rustig liggen", klonk er een stem. De stem klonk zacht, vriendelijk, vertrouwd bijna. "Het kan zijn dat u even wat pijn voelt, maar dat is zo weer over. Schrikt u maar niet." Zijn droom werd nu wel heel vreemd. Waarom zou hij pijn voelen? Waarom zou iemand hem waarschuwen dat hij pijn zou kunnen gaan voelen op een safari? En wat zou dat dan voor pijn kunnen... Auw! Dat dus! Een felle pijnscheut trok door zijn rechterzij. Dit was geen droom meer, dit was werkelijkheid. Hij wilde wat zeggen, maar de woorden bleven in zijn keel steken alsof ze geblokkeerd werden. Nog steeds zag hij niets, behalve de film in zijn hoofd.

De antilopen, de springbokken, ze waren schitterend. Zijn hart bloeide op. Dit was toch wel een van de betere beslissingen geweest om te doen na zijn pensionering. Een kleine troep leeuwen hadden ze ook nog gezien, een verdwaalde cheetah die razendsnel wegschoot; het was fantastisch. Hij vroeg zich tussen de beelden door alleen steeds meer af waarom hij nou zo'n rare droom had waar hij niet wakker uit leek te kunnen worden. De safari was echt, de beelden die hij zag had hij echt meegemaakt, maar waarom werd hij niet wakker?

Door de droom heen drongen aparte geluiden tot hem door. Geluiden die niet strookten met de beelden van zijn droom. Piepjes, gesis, geklik, gedempt hoorde hij ze. Hij probeerde in de richting van het geluid te draaien, maar het lukte hem niet om te bewegen. "Meneer?" Weer die stem. "We gaan de pleisters van uw ogen afhalen. Schrikt u niet, u zult nog erg wazig zien, maar dat trekt in de loop van de week wel weer bij." Nadat de pleisters eraf waren deed hij zijn ogen open, maar sloot ze ook weer onmiddellijk. Het licht deed pijn aan zijn ogen. In een flits had hij lichte en donkere schimmen gezien. Hij hield zijn ogen gesloten en langzaam begon de film weer.

Plots was daar weer die stem. Die zachte stem, de enige stem die hij tussen de andere stemmen kon herkennen en verstaan. Een stem die zijn taal sprak, met dezelfde Limburgse tongval. Hij wilde hem roepen, maar er kwam geen geluid uit zijn mond en als hij het probeerde deed zijn keel pijn. De stem kwam dichterbij en plotseling stond de eigenaar ervan naast hem. Hij zag alleen de contouren, nog steeds zag hij wazig. "Hoe gaat het met u?" Hij wilde iets terugzeggen, maar dat lukte weer niet. "Oh ja, dat vergeet ik steeds. U kunt niet praten, uw strottenhoofd is verbrijzeld en uw stembanden zijn beschadigd. U zult zich wel afvragen wat er gebeurd is." Hij wilde knikken, maar zelfs dat lukte hem niet.

"De jeep waar u in reed op uw safari is aangevallen door een olifant. Van alle inzittenden bent u de enige overlevende en dat was meer in technische zin omdat uw hart nog klopte, dan dat het ook echt op leven leek." Langzaam werd het laatste stukje van de film zichtbaar, hij hoorde de olifant trompetteren en zag de slagtand door het zijraampje schieten en hem in zijn rechterzij raken. Hij voelde weer de klappen tegen de zijkant van de auto door de olifant. Het gedreun van de auto, het geschreeuw van de mensen om hem heen, de auto die uiteindelijk omgeduwd werd.

"U bent hier naar het ziekenhuis gebracht waar men weinig meer voor u wilde doen. Het leek iedereen het beste om u maar zo zacht mogelijk dood te laten gaan omdat de verwondingen te erg waren. Maar ik herkende u. Ik wist dat euthanasie, hoe passief en menswaardig ook, door uw God en dus door u afgekeurd wordt. Ik moest uw plekje in de hemel beschermen, zoals het een goed mens betaamd. U mocht niet sterven. Ik heb moeten pleiten en smeken bij de raad van bestuur en de specialisten, maar uiteindelijk heb ik ze van het nut en het belang om u te redden kunnen overtuigen. Ik heb gevochten voor uw leven, net als de dokters. Ze zijn meer dan acht uur met u bezig geweest, maar u heeft het gered. Wel zijn uw rechterbeen en rechterarm geamputeerd en is uw linkerkant voor het grootste deel verlamd. Zoals ik al zei, u zult nooit meer kunnen praten, maar u leeft nog, u heeft nog een toekomst. En wat belangrijker is, uw plekje in de hemel is veiliggesteld. Ik heb naar eer en geweten gehandeld. Ik heb uw belang voor ogen gehad. Het heeft het grootste deel van het jaarbudget van dit ziekenhuis gekost en er zijn tientallen mensen die nu niet meer geholpen kunnen worden, maar wij hebben onze plicht jegens u, onze gast, gedaan. Met een gerust hart en zuiver geweten kunnen we verder. Zo ziet u maar weer, alles heeft een reden. U heeft me niet voor niets teruggestuurd zodat ik broeder kon worden hier in dit ziekenhuis in Angola. Eigenlijk heeft u min of meer uw eigen leven gered. Als dat geen karma is." De man stond op en liep weg.

Klam van het zweet schoot Gerd Leers rechtop in zijn bed. Had hij wel de goede keuze gemaakt?