Idiotenlus

Esther (Estherschrijft)

Ik heb altijd gedacht dat het een gewoon Nederlands woord was. Nou ja, gewoon… Niet één voor dagelijks gebruik, maar ik verwachtte het gewoon in de Van Dale tegen te komen. Niets bleek minder waar en daar kwam ik pas achter toen ik het woord eens via Twitter het web op slingerde. Niemand wist wat het was. Blijk ik gewoon al jaren een niet bestaand woord te gebruiken.

Idiotenlus. In huize Estherschrijft al sinds jaar en dag een eenduidige, alles verklarende term voor situaties die men zelf creëert, met de beste bedoelingen, maar die het tegenovergestelde effect hebben. Een idiotenlus is het ultieme praktijkgeval van een paradox. In eerste instantie gebruikten wij het woord voor een verkeerssituatie waarbij iedereen klemvast komt te staan. En dan bedoel ik niet een file – want dat is geen lus, maar een rij – maar een situatie waarbij afslaand verkeer zodanig voorsorteert dat men elkaar klemrijdt en daardoor letterlijk een lus vormt. Misschien is het moeilijk voor de geest te halen zo zonder schetsboek, gebaren en andere verduidelijkende middelen, maar onthoudt ‘klemrijden’ en ‘lus’ en je komt vanzelf op ‘idioten’. Het houdt een beetje het midden tussen de vicieuze cirkel en de ‘self fulfilling prophecy’. Uit angst voor een bepaalde situatie, creëer je hem juist zelf. Idiotenlus dus. Geen idee waar het vandaan komt – uit de Van Dale dacht ik – maar in mijn vocabulaire is het een volstrekt onmisbaar woord. Misschien toch eens een lobby in gang zetten voor ‘Woord van het jaar 2013’. Maar dat even terzijde.

Omdat het woord officieel niet eens bestaat en er etymologisch dus niets over te vertellen valt, neem ik zelf maar de vrijheid om nader uit te weiden over betekenis en evolutie. Zoals gezegd: in eerste instantie gebruikt voor ongelukkige verkeersbende, waarbij de lus ook letterlijk gemaakt werd, gingen wij de term al gauw toepassen op andere situaties. Onze voorgeconditioneerde levens bijvoorbeeld. Van je vierde tot en met je achttiende jaar, minimaal, word je overgeleverd aan de tredmolen die ‘school’ heet om vervolgens de rest van je leven krom te liggen voor de afbetaling van je huis. Schoolvoorbeeld van idiotenlus. Het één is bedoeld om het ‘beter te krijgen dan onze ouders’, ‘minder financiële zorgen’ te hebben, maar de einduitkomst is veelal alleen maar een evenredig veel hogere hypotheek. Een leven lang slaaf van je eigen leven. Dat je een auto rijdt om je werk te kunnen doen en dus meer uren moet maken om die auto te kunnen betalen. Exemplarisch.

Recentelijk hebben we een heel mooie nieuwe toepassing gevonden voor idiotenlus. De huidige economische situatie. Amerika gaat bijna failliet, Griekenland gaat bijna failliet. Ierland ook. En Italië, en Portugal. Fijn als je dat als journalist de wereld in mag slingeren na een tijdje komkommernieuws, maar je maakt er de mensen alleen maar bang mee. Resultaat: iedereen houdt de hand op de knip. Zowel zakelijk als privé zit men op zijn centen. Want wie gaat straks ons pensioen betalen? En de studie van onze kinderen? Houden wat je hebt en na ons de zondvloed. Het lijkt zo logisch, maar daar gaat het dus mis. Met al die bewaardrift gaan er bedrijven failliet, worden er nog meer mensen werkloos en helpen we onze economie nog verder in de vernieling. En dat is dus een idiotenlus. Voel je hoe toepasselijk het woord is?

Zijn wij met de Grieken dan ook in een idiotenlus beland? Ik denk het niet. Daar zijn weer andere gezegden voor. Ik denk aan ‘bodemloze put’. Of ‘op z’n Grieks’. Want dat betekende altijd al dat je vanachter genomen wordt. Toch?