Weer met Jan op stap

Laurens (Gramps)

Een paar weken geleden nam ik voor het eerst Jan mee. Hij is net 85 geworden, is, afgezien van een of twee vage schoonzusters helemaal alleen op de wereld en woont in een verzorgingshuis. Dat alleen zijn vindt hij niet zo erg, de eenzaamheid speelt hem parten. Om dat euvel een beetje te verhelpen nemen we hem af en toe mee uit. Niks bijzonders, de eerste keer wilde hij een oude vriendin bezoeken in een ander verzorgingshuis.

Hij was 10 juli jarig. De dag erop ging ik tijdens een motorrit even bij hem langs om iets in de week te zetten. We wilden hem meenemen naar Soesterberg, oude vliegtuigen kijken. Hij is zo weinig gewend dat hij er even over moest nadenken. Ik zou wel horen wat hij wilde, via mijn vrouw tijdens het koffieschenken. Best. Toen ik terugliep naar mijn  motor sprak ik een paar verpleegkundigen. Ik vertelde ze wat ik was komen uitspoken in hun huis, en wat ik Jan had voorgesteld. O, dat komt helemaal goed, antwoordden ze, ze zouden hem wel even kietelen.

Vooraf had ik al naar het museum gebeld met de vraag of ze ook rolstoelen hadden, anders zou Jan achter zijn rollator veuls te moei worden. Dat bleek geen enkel probleem. Wel adviseerde men om dan meteen om tien uur te komen, dan stonden er zeker nog een paar. Mijn vrouw kwam terug van het koffieschenken met goed nieuws: Jan wilde graag mee. Hij had het een en ander van de zusters gehoord, en ook een andere ouwe baas in het huis had enthousiaste verhalen over het museum. Dinsdag om half tien, kon dat? Ja, dat kon. Op die dag hadden we de twee zonen van onze dochter hier, maar die wilden graaaaag mee. Soesterberg is helemaal tof voor jongetjes van negen en zeven. En ander probleem is het feit dat er in een Pinda maar twee gordels op de achterbank zitten, dus als mijn vrouw ook mee wilde paste ik er niet meer bij. Goed, opa offert zich wel weer op en pakt de motor. Ha vet, gaat u dan een keertje heul hard, met heel veel herrie? Doen we. Als jullie je dan verder heel netjes gedragen, want die ouwe meneer kan niet zoveel kabaal hebben, daar wordt hij moe van.

Dinsdagmorgen stond Jan al buiten te wachten met zijn rollator. Dat ding kon meteen weer terug naar binnen, want hij kon niet zodanig worden opgeklapt dat hij in de koffer paste. Bovendien hadden we toch een rolstoel geregeld? Bij het begin van de rit werd al de beloning afgeleverd, net als de vorige keer een pak gemalen koffie. Ik denk dat we dat quid pro quo er gewoon in houden, we gaan hem niet vertellen dat we alleen hele bonen gebruiken.

Het weer was perfect, droog, lekker warm maar niet té. We tuften richting Soesterberg, opa voorop want die moet altijd de weg wijzen. Oma weet het ook precies, maar dat beseft ze pas achteraf. Bij de McDrive in Zeist draaiden we de vierbaans richting Amersfoort op, een mooi plekje om even ranzig veel gas te geven en in een paar tellen boven de honderd te zitten. En dan weer gauw van het gas af, er lezen hier ook agenten mee. Op de bestemming aangekomen zag ik onze twee mannekes met grote grijnzen op hun giechel, die missie was dus geslaagd. Op de terugweg nog een keertje, opa? Jep, ook opa’s blijven kleine jongetjes.

We konden vlak achter het museum parkeren en haalden een rolstoel op. Jan erin gezet en we konden los. Eerst maar het oudste stuk, met de vroegste geschiedenis van het vliegen. Jan is van ’26, dus vliegtuigen maakten in zijn vroege jeugd een enorme indruk. Jan genoot met name ook van de uniformen, uitrustingen en schilderijen die te bezichtigen waren. Ik had al heel gauw door dat hij nog nooit een vliegtuig van heel dichtbij had gezien, hij was onder de indruk van de grootte. Met name de Dornier vliegboot met zijn enorme vleugel en drie motoren wekte zijn ontzag. Bij de cockpit staat een stalen trap van vier treden. Jan durfde daar wel op en bekeek het spartaanse interieur. Tjonge, wat groot, en wat mooi gemaakt. Ook de wrakstukken van een neergestorte bommenwerper fascineerden hem. Dat had hij tijdens de oorlog in het echt ook gezien, van een afstand dan. En dan zo’n zeppelin, waren die echt zo enorm groot? Hij wist de naam niet meer, had het over een heel groot, rond ding. Ik begon al te denken dat hij het over ufo’s had, maar het werd me algauw duidelijk.

We werden aangeklampt door een suppoost die mij vroeg of ik thuis op internet even een commentaartje wilde schrijven over mijn bezoek. Volgaarne, het is er altijd leuk, en de mensen die daar werken zijn allemaal hartelijk en behulpzaam. Als dank kreeg ik een consumptiebon, Jan ook. Hij glunderde, want zo joeg hij ons tenminste niet op kosten. Na een goed uur gingen we koffiedrinken, lekker buiten onder een parasol. Jan genoot. Het is gewoon raar, zelfs ontnuchterend om iemand zo te zien genieten van iets wat voor ons zulke dagelijkse kost is. Tegen twaalven waren we, na nog wat teringherrie uit de motorfiets en goedkeuring van de kleinzonen weer terug, mooi op tijd voor de lunch van Jan, zijn dut en de middag-activiteit in het huis. Jan zei in de auto niet veel, vertelde mijn vrouw later. Wel dat hij had genoten. Missie weer geslaagd dus.

Zijn ontzag voor die grote vliegtuigen gaan we natuurlijk nog even extra aandikken, want in Lelystad staat een heuse 747. Ik hoop dat-ie het aankan. Op katzwijm zitten we niet te wachten. We zullen hem dus even moeten voorbereiden op wat gaat komen. Schiphol zei u? Beetje ver, maar we zien wel. Voorlopig hebben we nog wel een paar andere leuke dingen voor hem in petto. Het is zaak hem niet te moe te laten worden, we moeten gewoon uitzoeken wat er kan. Ik zal eens met het personeel van het huis gaan praten. Ik weet al dat trappen niks voor hem zijn, dus als we ergens heen gaan moet alles gelijkvloers zijn, of er moet een lift in het hok zitten. Ook weer iets waar je nooit over nadenkt als jongmens. En die rolstoel, die houden we er ook in. Afstanden te voet, daar beginnen we niet aan.

Binnenkort gaat oma weer koffieschenken in het verzorgingshuis, mooie gelegenheid om nieuwe plannen te beramen. Voorlopig is Jan een blijvertje.

Hebben jullie al een Jan gevonden? Gewoon doen mensen, het is hartstikke leuk.