Op stap met Jan

Laurens (Gramps)

Hij werd gisteren 85 en woont in het verzorgingshuis hier in het dorp. Zijn vrouw is al twintig jaar dood en kinderen heeft-ie niet. Hij heet Jan. Voormalig postbode van de PeeTeeTee, zijn hele loopbaan hier. Hij is voor zijn leeftijd nog redelijk vief en volledig in het bezit van zijn verstandelijke vermogens, in ieder geval heeft hij geen hup nodig bij zijn dagelijkse verzorging. De verpleegkundigen en andere verzorgenden hebben minimaal werk aan hem. Dus slaan ze hem ook grotendeels over bij de dagelijkse ronde. Voor hen een voordeeltje in hun overladen programma, voor hem een ramp, want het bijbehorende contact met praatje mist hij dus ook. En hij wil als normaal mens toch graag zijn verhaal kwijt. Dus dan maar wat vaker naar de gemeenschappelijke ruimte? Dat wordt ook niks, want meer dan 90% van de bewoners is vrouw en die kruipen lekker bij elkaar. Hun mannen, als ze nog leven zitten erbij, dus Jan zit alleen. Niet omdat hij een onaangenaam persoon is, verre van dat, maar zo is het nu eenmaal. Televisie dan maar, op zijn kamer? Daar houdt-ie niet van. Hij heeft een kamer op de begane grond en zit de hele dag voor het raam naar buiten te kijken. Man, ze hebben dat in het verzorgingshuis toch wel iets voor hem te doen? Nee, zo’n verzorgingshuis is het nou eenmaal niet. De bewoners worden nergens voor ingeschakeld. Hee wacht, een computer, contact met de hele wereld. Probleem opgelost toch? Kom daar om bij een mens van zestig, vijfentachtig is echt geen doelgroep, dat ligt zo ontzettend ver buiten zijn belevingswereld dat je er beter maar niet over kunt beginnen. Kennissen en vrienden? Van zijn leeftijd bedoelt u? Verreweg de meesten wonen permanent op één plek en zeggen niks meer terug. Het wordt steeds eenzamer voor Jan.

Het is een prachtig verzorgingshuis. Onlangs grondig verbouwd en up-to-date gebracht, waarbij de bewoners tijdelijk elders werden ondergebracht. Nu hebben ze hun eigen plekje weer. Alles keurig in orde. Mevrouw Gramps schenkt eenmaal per week koffie in het huis, samen met een goede vriendin. Wie in zijn of haar kamer zit krijgt daar koffie. En een praatje, dat is soms meer welkom dan een bakkie pleur. Ze doen het al jaren en kennen dus alle bewoners, velen bij naam. Oma had me al eens verteld over Jan en zijn eenzame bestaan, maar het was een beetje een terloops verhaal. Lullig voor de man, moeten ze wat aan doen, verder weinig aan de hand. Beetje lomp en onnadenkend van Gramps, maar zo ging het. Het drong niet door in mijn drukke hoofd. Een paar weken geleden kwam oma thuis met een ander verhaal. Jan had in zijn kamer gezeten en mijn vrouw was alleen, de vriendin was met vakantie. Hij was nu in tranen, het werd hem gewoon teveel dat hij nooit eens zijn verhaal kwijt kon. Het is echt geen grote prater, maar contact is voor hem een groot goed. Dat hij nu vrijwel altijd moet ontberen. Bij mij viel eindelijk het muntje. Daar kan ik iets aan doen, gewoon een avondje niet voor de buis hangen of over het internet rondheisteren. Jan op een avond in onze Panda meenemen, gewoon een ritje met ergens een bak koffie. Lekker kalmpjes aan, in de vertrouwde buurt. Kleine moeite, misschien wel groot plezier voor Jan. Joh, stel hem dat maar voor als je eind deze week weer gaat koffie schenken.

Dat deed ze. Weer tranen. Hij kon niet wachten. Woensdagavond? Goed hoor, Gramps komt om een uur of zeven om u op te halen. Die avond reed mijn vrouw even mee om mij te wijzen waar ik moest zijn. Jan stond in de hal te wachten, gelaarsd en gespoord. Klein, fragiel maar stram rechtop. Pak, stropdas, tasje en wandelstok. Terzijde: waarom potverhierengunder zo’n rottig aluminium ding? Hebben ze geen fatsoenlijk bamboe meer? Hij schuifelde aan de arm van oma naar buiten en stapte naast mij in. Oma even op de achterbank. Nadat we haar thuisgebracht hadden – ze hoorde er natuurlijk niet bij, dit werd een hengstenbal – vroeg ik waar Jan heen wilde. Als hij niks wist gingen we lekker rondrijden, veel kijken en ergens onderweg koffie drinken. Hij keek een beetje verschrikt op. Gingen wij dan naar zo’n duur, deftig hotel? Daar was hij nog nooit geweest, zijn vrouw hield daar niet van. Nee hoor, geen deftigheid, wel koffie, maak u maar niet ongerust. Hij had een ander voorstel: hij wilde een oude vriendin bezoeken, in een verzorgingshuis in Bosch en Duin. Kon dat? Vond ik dat niet te ver? Nee hoor, dat gingen we doen. Jan bleek precies te weten waar we moesten zijn. Eerder werd hij er wel eens heengebracht door een oud-schoolhoofd. Maar die man kon dat niet meer doen. Kanker. Het was dus al een hele tijd geleden dat hij zijn vriendin had bezocht.

De vriendin bleek een weduwe van 96 te zijn, aan de rolstoel gekluisterd vanwege haar artrose. We gingen naar haar kamer, begeleid door een verzorgster die koffie schonk. Ik wilde me terugtrekken, maar dat mocht helemaal niet. Jan haalde een pakje Maria biscuitjes uit zijn tasje, dat oprecht dankbaar in ontvangst werd genomen. Ik mocht het cellofaan eraf pielen. Na een goed halfuurtje werd afscheid genomen. We gingen lekker rondrijden binnen de gemeentegrenzen. Jan vertelde dat hij gedurende een jaar of dertig praktisch iedere dag met zijn postfiets een vast traject aflegde. Veertig kilometer. Dat kan best zo zijn, het dorp heeft een oppervlakte van 3600 hectare. Hij wist alle huisnummers en vaak de bewoners nog uit zijn hoofd op te lepelen. Qua kennis zou hij zo weer aan de bak kunnen, vooropgesteld dat de oude bewoners er nog steeds woonden. Of Jan echt een fotografisch geheugen heeft weet ik niet maar hij komt een heel eind, dat is wel zeker.

De vrijdag erop hoorde oma de enthousiaste verhalen aan. Hij wilde meteen weer. Ze heeft de boel een klein beetje moeten temperen, ik heb nog andere bezigheden. Maar ik heb er een baantje bij. Toeren met Jan. O ja, ik mocht ook mijn beloning uit zijn tasje in ontvangst nemen. Een pak gemalen koffie. Dat geven we weg, want wij hebben afscheid genomen van de Senseo en hebben nu een dure Siemens die geweldige koffie zet. Van hele bonen die net voor het zetten worden gemalen. De beloning is riant: een blije glimlach. Net als bij onze kleinkinderen. En we kijken wel wat Jan aankan. We hebben nog wel een paar ideetjes.

Er zijn heel veel verzorgingshuizen. En minstens net zoveel Jannen.