Doneren voor het goede gevoel

Johan (kuifkrullen)

‘Zeker. Ik geef geld. Niet veel, maar alle kleine beetjes helpen. Toch?'
‘Waaraan? Voor welk doel?'
‘Oh, negertjes. Natuurlijk. Heel schattig.'

Ik zou het op z'n minst opvallend willen noemen. Wanneer het aankomt op giften aan goede doelen blijken Nederlanders zeer vrijgevig. Zeker in verhouding tot andere Europese landen. Twee derde van de Nederlanders doneert enige knaken. In tegenstelling tot inwoners van omringende landen. Daar doneert slechts een derde. Aldus onderzoek door bureau GfK Verein in opdracht van Wall Street Journal.

Ik heb veel respect voor mensen die heel bewust op zoek zijn gegaan naar een goed doel wat bij hen past en daar (geregeld) geld aan geven. Het hoeft niet veel te zijn, want alle kleine beetjes helpen inderdaad. De schoonheid zit hem erin dat mensen heel bewust en gericht iemand of een groep mensen proberen te helpen. En daar kan ik niets dan lof voor hebben.

Aan een kleine organisatie. Ik vind het belangrijk dat (Afrikaanse) vrouwen die daar normaliter niet de kans voor krijgen, zelf een zaak en kapitaal op kunnen bouwen. En hiermee anderen het goede voorbeeld geven. Ze leiden jonge meiden dan weer op, die zo de kans krijgen om later ook hun eigen zaak te beginnen en zo niet afhankelijk zijn van hun man of hulp van buitenaf. Zo kun je ontwikkelingslanden meer ontwikkeld maken, zodat daar straks minder geld naartoe hoeft. Dat geld kan dan weer naar anderen.

Maar als ik eens om mij heen kijk en spreek met mensen over goede doelen, geloof ik niet dat twee derde van de Nederlanders die volgens het onderzoek schenken aan goede doelen, er zo doordacht mee omgaan als in het voorbeeld hierboven.

Tja, wat komt er zoal aan de deur? KWF en ehm... al die andere meneren en mevrouwen. Moet toch beter opletten aan wie ik geef.

Dit geeft, ben ik bang, al een eerlijker beeld. Ik ken een hoop mensen die geregeld geven aan goede doelen. Ik durf te wedden dat een groot deel van hen niet weet waar hun geld terecht komt. Sommige weten waarschijnlijk niet eens in welke bus ze het steken. Het gaat vaak om kleine bedragen. Dus dan maakt het eigenlijk ook niet zo heel veel uit. Als dat geld dan ergens aan de strijkstok blijft hangen, soit. Het goede gevoel is dan al lang binnen. Want er is wat gegeven, dus goed bezig.

Eens in de zo veel tijd gebeurt er een ramp van gigantische omvang. Denk aan tsunami's, aardbevingen, dat soort dingen. Interessant genoeg hoor ik dan een deel van die mensen, die eerder probleemloos wat geld in een willekeurige bus gooiden, zeggen dat ze daar niet aan meedoen. Mooi niet, want dat geld komt toch niet bij de getroffenen terecht. Dat wordt opgeslorpt door de organisatie of de regering.

Ik wil wel meer geven, maar vind het moeilijk te bepalen wat nu echt goed is. Daarom altijd voor persoonlijke projecten omdat ik daar in ieder geval die persoon mee help. Bijvoorbeeld geld voor een vrouwtje die voor haar studie verpleegkundige in Tanzania is geweest.

Zo kan het ook. Als je bang bent dat het grootste gedeelte aan de strijkstok blijft hangen, zijn er altijd doelen te vinden die kleiner en meer controleerbaar zijn. Maar daar moet je moeite voor doen. Nogmaals, iedereen die moeite doet, verdient alle lof. Maar een groot gedeelte van de giften wordt laconiek in de bus gegooid. Want we willen graag iets doen, maar er liever niet al te veel voor doen. Het steunen van goede doelen geeft op een gekke manier ook status. 'Kijk mij eens goed bezig zijn.' Dat wordt niet hardop gezegd en misschien mag je het ook niet zeggen, maar onrealistisch is het niet. Tweederde van de Nederlanders geeft aan goede doelen. Indrukwekkend, maar ik ben bang dat voor een groot deel van de gevers niet het goede doel voorop staat, maar hun eigen goede gevoel.