Weemoed, heimwee en verlangen

judith (Judelief)

Terwijl ik met het raam wijd open in de vensterbank zit, genietend van een waterig zonnetje, bubbelwijn en Christina Branco, voel ik tranen branden. Niet per se omdat ik verdrietig ben. Dit zijn tranen van weemoed, heimwee en verlangen. Melancholiek als de fado zelf. Ik zou me op dit moment niet anders willen voelen, als ik eerlijk ben.

Melancholie hoort bij mij, als de fado bij Lissabon. Begrijp me goed. Ik heb het niet over de poldervariant, die het ontbreekt aan passie en fijnheid. Mijn hart spreekt van saudade. Bijna niet te vertalen. Maar het geeft aan waar het om gaat: gelukzaligheid door de prachtige herinnering aan iets, wat niet meer is. En tegelijkertijd verdriet, omdat die gelukkige tijd voorbij is. Saudade gaat over verschillende emoties, maar uiteindelijk gaan ze allemaal over liefde. Portugezen snappen dat soort dingen.

In een mensenleven zijn er zo veel zaken die voor saudade kunnen zorgen. Kinderen bijvoorbeeld, zijn omringd door weemoed. Ze sluiten voortdurend fases af, die nooit meer terugkomen. Op de allereerste basisschooldag is het schoolplein geplaveid met moedertranen. Bij ieder kind weer. Want de rust waar je soms naar kon uitzien toen ze nog de hele dag thuis waren, is in de praktijk wel heel erg stil. En onherroepelijk. Weemoed, heimwee en verlangen.

Afscheid van groep acht, nog zoiets. Ik moest vreselijk mijn best doen om geen zoete tranen van ontroering te huilen tijdens de afscheidsmusical. Ik had het mijn kinderen met de hand op mijn hart beloofd: ‘Geen emotionele toestanden mam. Please.’ Ze kennen me en moeders gedragen zich bij voorkeur een klein beetje gewoon. Maar toch, wat waren ze omgevlogen, die basisschooljaren. En wat was het een bijzondere tijd. Ze zullen nooit meer zo klein zijn. Het grote loslaten is begonnen. Onomkeerbaar. Weemoed, heimwee en verlangen.

En wat te denken van geuren. Nog zo’n opwekker van emotie. Bij het ruiken van de gehaktballen van mijn moeder, ben ik onmiddellijk terug in de warme vertrouwdheid van mijn jeugd. Om nog maar te zwijgen over de geur van speculaas en mandarijnen op een grauwe dag in november. Alsof ik de baard van onze Goedheiligman weer in mijn gezicht voel kriebelen, zo tastbaar is de herinnering. Pure nostalgie is ook de eau de cologne van mijn oma. Of de parfums van voormalige minnaars en geliefden. Flesjes instant liefdesherinneringen. Weemoed, heimwee en verlangen.

Ach ja, hoe kan ik het vergeten. De liefde. Melancholie van de bovenste plank. Relaties die ooit waren, maar inmiddels niet meer zijn. In allerlei variaties en verschijningsvormen. Het liefst buig ik de liefde na afloop om in vriendschap. Bang om degene waar ik veel om heb gegeven voorgoed kwijt te raken. Liefde, ook als die niet meer is, gooi je niet zomaar weg. Herinneringen koester je. Er was een tijd dat ik verdronk in hun ogen. Dat ik me veilig voelde in hun armen. Dat ik de mooiste en de liefste was. Handen door mijn haren. Op mijn huid. Elke aanraking een waar gedicht. Blij ben ik met de liefde die aan mij gegeven is. Het heeft mij gemaakt tot wie ik ben. Zíj hebben mij gemaakt tot wie ik ben. Hoe zou ik ze ooit kunnen vergeten?

Ik weet heel goed waarom melancholie mij overvalt vandaag. Na me maanden te hebben gewenteld in warme liefde en vriendschap, ga ik alleen verder. En dat is goed. Voor ons allebei. Maar afscheid ontkomt zelden aan tranen. Ook niet als je weet dat het beter is. Alles verandert. Zelfs iets banaals als vakantieplannen. Misschien is het tijd om weer eens naar Lissabon te gaan dit jaar. Het is te lang geleden. Wie eenmaal in Lissabon geweest is, wil altijd terug. Om zich te voeden met wijsheid. Om zich te warmen aan passie. En bovenal om te leren over weemoed, heimwee en verlangen.