Franse voetbalbond: "Pas de nègres"

Robert (Sdivad)

Laurent Blanc legt zijn functie als bondscoach van het Franse voetbalelftal neer, nog geen jaar na zijn aanstelling. Althans, dat meldt het dagblad Ouest-France. De wereldkampioen van 1998 wil opstappen na het racismeschandaal in het Franse voetbal. De voetbalbond FFF zou eind vorig jaar plannen hebben gemaakt voor quota om het aantal ‘zwarte’ spelers in de opleidingselftallen drastisch te verlagen. Hoe zou die bijeenkomst van de bond zijn verlopen?

8 november 2010, hoofdkantoor FFF, Parijs

“Heren, hoe vinden we het de laatste tijd gaan?”, opent technisch directeur François Blaquart. Hij zit ontspannen, in een hagelwit pak, op de zwartleren stoel aan het hoofd van de tafel. “Liggen we op koers om de WK-rel achter ons te laten, of moeten we nog meer maatregelen nemen?” Hij heeft zelf een helder standpunt, dat hij vandaag graag wil delen, maar hij wil eerst peilen hoe de twee mannen aan weerszijden van de tafel erover denken. Afwachtend op een reactie neemt hij een slokje van zijn koffie. Met een flinke scheut melk. “Zo wit mogelijk, zoals het hoort”, denkt hij bij zichzelf.

Erick Mombaerts, coach van Jong Frankrijk, begrijpt niet waar François naartoe wil. “Volgens mij zijn we op de goede weg. Tijdens en na het WK zijn er genoeg mensen zwartgemaakt. We zijn met een nieuwe bondscoach begonnen aan een schone lei, een wit vel papier. Wat mij betreft is er nu geen enkele aanleiding om het beleid weer aan te passen.” Ten teken dat hij is uitgepraat drinkt hij uit het kopje dat voor hem op tafel staat. Zwarte koffie.

“We zijn inderdaad vooruitgegaan, dat ben ik met Erick eens. Maar ik ben nog niet helemaal tevreden”, reageert Blanc. De bondscoach doet wat suiker in zijn koffie. Helemaal zwart, daar kan hij niet tegen; er moeten aardig wat witte korrels in. “Ik heb het donkerbruine vermoeden dat niet alle spelers trots zijn om het Franse shirt te dragen. Met name le câble, de groep donkere spelers. Het is lastig om die spelers niet meer op te roepen, want het zijn wel onze beste spelers.”

Blaquart heeft de opening die hij zoekt en haakt gretig in: “Dat gaat het publiek inderdaad niet accepteren. We zullen moeten wachten tot ze een misstap begaan, of tot het moment dat ze zelf bedanken.” “Ja, maar dan komt er gewoon een volgende generatie. Heb je wel gezien hoe zwart de jeugdelftallen zijn?”, werpt Blanc tegen. “Precies,” knikt Blaquart, “daar moeten we het probleem ook gaan aanpakken.”

“Ho ’s even! Welk probleem?”, onderbreekt Mombaerts. “Dit kunnen we toch niet maken?!” Blaquart springt op en kijkt Mombaerts indringend aan: “We zullen wel moeten, Erick! Het volk voelt zich niet meer verwant met dit elftal. Deze jongens laten het publiek keer op keer achter met een zwartgallig gevoel. Het kan niet langer zo doorgaan.” “En hoe wil je dat bereiken dan”, schampert Mombaerts. “Simpel,” glimlacht Blaquart, “we stellen een kleurquotum in voor de jeugdelftallen. Die mogen nog maar voor maximaal 30 procent bestaan uit kleurlingen.” Blanc knikt ter instemming enthousiast. Mombaerts knikt ook, zij het een stuk weifelender.

Maar dat is voor Blaquart voldoende: “Zullen we het dan maar zwart op wit zetten?”