Japan: Aardbeving, tsunami en verbijstering

Jean-Paul (Days-Of-Wild)

Als wij gaan slapen is de kans zeer groot dat de wereld om ons heen precies hetzelfde is wanneer we weer wakker worden.

Toen ik gister wakker werd, had er duizenden kilometers verderop een vreselijke aardbeving en een allesvernietigende tsunami bij Japan plaatsgevonden. Op de diverse televisiezenders en internetberichten wisselde de kracht van de schok van 7,9 via 8,4 naar 8,9 op de schaal van Richter. De kracht van de tsunami wisselde niet. Met afschuw zag ik hoe de modderstroom een compleet stadje wegvaagde als ware het kinderspeelgoed dat van een tafel geveegd werd. Heb je in water nog enigszins de mogelijkheid om je te bewegen, uit deze brij van water, modder en meegesleurde rotzooi was geen ontsnappen mogelijk. Alles en iedereen die zich in de baan van de tsunami bevond was verloren. Experts op Al Jazeera vertelden dat Japan het enige land ter wereld is waar een dergelijk krachtige aardbeving relatief weinig schade oplevert. Japan is gebouwd om aardbevingen te doorstaan. Maar tegen de kracht van het water viel niets te doen.

Door de moderne communicatiemiddelen kunnen wij live getuige zijn van dergelijke rampen en omdat deze aardbeving overdag plaatsvond konden we alles meemaken. Wat me vooral opviel was de onvoorstelbare kalmte van de Japanners tijdens de beving. Ze hebben daar vaker aardbevingen uiteraard, maar dat ze zo rustig bleven heeft mij enorm verbaasd. Ik zie beelden uit de CNN-studio waar een vrouw, gezeten op de grond achter haar bureau nog aan het bellen was. Een ander gebouw waar meerdere werknemers gewoon aan hun bureau bleven zitten en doorgingen met hun computerwerk. In paniek raken heeft geen zin, maar dit was wel heel extreem.

Je zit naar de tv te kijken en voor je ogen zie je hoe een land voor een groot deel verwoest wordt. Gigantische branden bij een olieraffinaderij die de brand bij Moerdijk tot een knapperend haardvuur doet verbleken. Diezelfde raffinaderij die minuten later live ontploft in een allesverzengende vuurbal en verbijsterd kijk je naar de tv. De beelden komen binnen, je registreert ze, maar het is te veel. Beelden van overvolle straten in Tokio, omdat er in een stad met 13 miljoen inwoners geen openbaar vervoer meer is. En ze blijven kalm. Beelden van wat een stadje was, dat over een oppervlakte van 4,5 bij 2,5 kilometer in brand staat.

Later op de avond, als het ochtend begint te worden in Japan, komen er beelden van 'the day after'. De verwoesting wordt nu goed zichtbaar. Een gigantische hoeveelheid hout, wat eens de huizen van een stadje was, achteloos aan de kant geveegd. Hier en daar tussen het puin staan nog betonnen gebouwen overeind als uitkijktorens over een slagveld. Temidden van al deze verwoesting komen getallen binnen van slachtoffers. Onvoorstelbaar lage getallen. Pas na uren is het officiële dodental opgelopen tot boven de honderd. Gelukkig maar, liever materiële schade dan verloren levens. Maar de beelden doen het ergste vrezen en het aantal vermisten loopt wel hard op.

Als wij gaan slapen is de kans zeer groot dat de wereld om ons heen precies hetzelfde is wanneer we weer wakker worden.

De volgende dag is het eerste wat ik denk, hoe is het in Japan? Toen ik ging slapen waren er grote problemen met twee kerncentrales. Toen ik wakker werd, waren deze groter geworden en ik zie op de Japanse tv, voor deze gelegenheid beschikbaar gestelt door Ziggo, waarvoor dank, een foto die laat zien dat van één van de fabrieken de buitenkant is weggeblazen. Alleen het ijzeren frame staat er nog. Dat kan nooit goed zijn. De Japanse zender maakt melding van gewonden en metingen van radioactieve straling die zo hoog is dat je in een uur bloot staat aan de hoeveelheid straling die je maximaal in een jaar te verwerken mag krijgen. Een tweede Tsjernobyl? Laten we het hopen van niet, maar inmiddels wordt iedereen in een straal van twintig kilometer rondom de centrale geëvacueerd.

Gruwelijke beelden en verhalen. Een treinstation met een omringend stadje, Shinchi. Van het treinstation is een brug over de sporen zichtbaar. Drie verwrongen treinwagons en de locomotief liggen enige meters verder als achteloos weggegooid speelgoed verlaten in het landschap. Het stadje is met de grond gelijk gemaakt. Reddingswerkers die tussen de rotzooi rondlopen. Mensen die met een helikopter uit het puin getakeld worden. En overal vernietigde huizen. Een aardbevings-observeringsstation is vier meter opzij geduwd. Het grootste eiland van Japan is 2,5 meter opgeschoven en er is een verschuiving van de aard-as gemeten. Onderzoek heeft uitgewezen dat vier gebieden waar aardbevingen voorkomen tegelijk zijn gaan schuiven, wat de grote kracht van deze beving verklaart. Het dodental loopt langzaam op richting de duizend, nog steeds verbazingwekkend laag. Het aantal naschokken is opgelopen tot meer dan honderd.

Vijf miljoen huishoudens zitten zonder stroom. Anderhalf miljoen zonder water. Net als gister zit ik verbijsterd over dit natuurgeweld naar de tv te kijken. Vierentwintig uur na de aardbeving zijn er nog steeds, of opnieuw, tsunami's die Japan treffen. De beelden komen binnen, je registreert ze, maar verwerken kan je ze niet. De Japanse tv toont beelden van verwoeste stadjes en projecteert daaroverheen de situatie zoals het tot vrijdag was via Google Earth-achtige kaartjes. De ontluistering wordt alleen maar groter. Als een soort junkie blijf ik ernaar kijken en kan alleen maar blij zijn dat ik de mazzel heb hier te wonen en niet daar. Ik hoop dat de mensen en het land de veerkracht hebben om deze ramp te boven te komen.