Een fijnbesnaard mens

Jan (Bakoenin)

De laatste tijd zie ik in bijna ieder journaal wel een dode voorbij komen. Op zich niet gek, want als iemand bekend was, dan is het natuurlijk nieuws als hij of zij overleden is. En dat het er steeds meer worden die in het journaal voorbij komen, is ook niet verwonderlijk, want er worden op de wereld steeds meer mensen bekend en die gaan allemaal op een gegeven moment dood.
Maar hoe voorkom je nu dat het journaal nog alleen maar een dodenlijst in het programma heeft? Natuurlijk, je hebt meerdere journaals per dag, maar je kunt natuurlijk niet alleen maar in het achtuurjournaal vermelden dat Mandela is overleden en er de rest van de dag over zwijgen, omdat in de overige journaals andere overledenen aan de beurt moeten komen. En hoewel er bij sommige aanslagen wel meer dan dertig doden vallen, zijn twee bekende doden die dezelfde dag op een natuurlijke wijze zijn overleden te veel van het goede.

Maar toen ik deze week het journaal van elf uur zag, verbaasde ik me wel een beetje.
Er werd melding gemaakt van het feit dat voormalig staatsraadlid en senator Jan Vis was overleden.
Ik moest even mijn hersens laten werken om te weten wie dat ook alweer was. Ik kon me ook zijn gezicht niet meer voor de geest halen.
Nu gaat het me niet om de heer Vis. Het gaat me om de willekeur van de NOS.
Ik heb namelijk geen enkele nieuwslezer horen omroepen in welk journaal dan ook dat Frans Poptie is overleden op 31 december 2010. En die kende ik beter dan Jan Vis. Bovendien denk ik ook dat hij minstens net zo bekend was destijds als Jan Vis. Dus waarom wel Vis en geen Poptie in het journaal? Noem dan niemand.

Hoe ken ik Frans Poptie?
Ik kende hem natuurlijk al van naam. Het was een fantastische jazzviolist. En eigenlijk moeten de jongere FOK!-kers hem ook kennen, want zijn nummer Rhythm for you is gebruikt in de game Fallout 3.
Frans leerde in de oorlog Eddy Christiani kennen en heeft destijds een orkest rond Eddy geformeerd en werd daar de muzikaal leider van.
Ik noemde hem een jazzviolist, maar dat is onzin natuurlijk. Frans speelde alles. Jazz, pop, swing, country, krontjong, tango, Weense muziek, je kon het zo gek niet verzinnen of hij speelde het.
Hij kreeg, net als ik, als jongen van zeven jaar zijn eerste vioolles. Alleen ik ben als jongen van veertien overgestapt op gitaar en hij heeft zich ontwikkeld tot een van de beste violisten van Nederland, ook al kon een conservatoriumopleiding er destijds niet af.
Het gekke is, dat hij in eerste instantie niet met zijn viool beroepsmuzikant werd, maar met saxofoon. Hij was dus gewoon een muzikaal multitalent.
Naast zelf spelen heeft hij ook veel liedjes geschreven, vooral voor Eddy Christiani en daar waren tophits bij.
Vanaf 1952 speelde hij met Christiani en dat was een zeer drukke tijd.
In 1956 richtte hij een eigen combo op waarmee hij in vele radio- en televisieprogramma´s optrad.
Later speelde hij met Tony Eyk en Malando. Met die laatste maakte hij vijf tournees door Japan. Frans Poptie was ook bekend uit het orkest van Tante Lien. Vanaf de tweede helft van de jaren ’90 speelde hij steeds minder, omdat hij aan artrose leed en daardoor werd het vioolspelen steeds moeilijker. Bovendien kreeg hij last van vaatvernauwing en kon niet meer lang achter elkaar lopen.

In 2002 ben ik begonnen met hardlopen bij een hardloopgroep in Rijswijk. Iedere zaterdagmorgen om negen uur gaan we in een van de parken van Rijswijk trainen. Een stukje hardlopen, oefeningen, versnellingen, heuveltjes en weer oefeningen.
Na de training gaan we dan koffie drinken in ‘de Spartaan’. In het zaaltje van die wielervereniging.
En iedere zaterdag als we daar om half elf koffie zaten te drinken kwam er een kwartiertje later een klein mannetje achter een rollator binnen. Het mannetje liep schuifelend naar de tafel waar de beheerder van het zaaltje en nog enkele andere mannen, die betrokken waren bij de wielervereniging, zaten. Hij zei ons en de anderen goedendag, pakte een krantje en ging met een tevreden gezicht zitten lezen. Soms praatte hij met de mannen die er zaten en dan verscheen er meestal een lach om zijn mond. Zo kwam hij iedere zaterdag tijdens ons koffie-uurtje binnen. Hoelang hij bleef weet ik niet, want wij gingen altijd om elf uur weg, maar het zou best eens de hele dag kunnen zijn geweest, of alleen om zijn drankje te drinken en zijn krantje te lezen.

Zijn naam? Frans Poptie. Hij bleek de toervereniging van de Spartaan te hebben opgericht. Ik heb nooit geweten dat Frans Poptie, de beroemde violist, ook nog van wielrennen hield. Hij bleek jarenlang in de Spartaan de bar te hebben bediend.
In ieder geval vond ik hem er die laatste jaren van zijn leven gelukkig uitzien.
In een blog van de wielervereniging las ik dat mensen van de Spartaan de laatste drie weken van zijn leven nog bij hem waren. Ze schrijven dat zijn geest helder en spits als altijd was en dat zijn lichaam hem gelukkig heeft laten gaan.

Frans Poptie zou op 3 maart 93 jaar zijn geworden. Ik denk wel dat ze in de hemel zijn vioolspel kunnen waarderen. Hij was een fijnbesnaard mens.