Dakar, een sport met twee gezichten

Dakar-rallyDe Dakar-rally is misschien een wat ongewone sport om te bespreken, maar daarom niet minder interessant. Juist omdat het heel anders is, is het leuk voor de afwisseling.

“De Dakar-rally heeft Afrika al in 2009 ingeruild voor Zuid-Amerika, maar aan schoonheid hebben de beelden nooit ingeboet.” Dit schrijft NRC Handelsblad op 10 januari op haar website (bron). De Dakar-rally is voor mij de belichaming van een type sport met twee tegenovergestelde gezichten. Aan de ene kant is er een prachtige sport die ook prachtige plaatjes oplevert. Trucks, motoren en auto’s rijden door een woest en eigenlijk onbegaanbaar landschap. Als Nederlander houd je het haast niet voor mogelijk, maar er schijnen nog plekken op aarde te zijn die, op het eerste gezicht bezien, vrij van menselijke invloeden zijn. De Dakar-rally laat deze plekken zien en laat ons genieten van de volmaaktheid van het aardse landschap.

Het andere gezicht van de rally is er eentje die ethische vragen oproept. Gezien de mens al sinds hij op de aarde rondloopt zijn best doet om de natuurlijke omgeving naar zijn hand te zetten en daarmee in de meeste gevallen meer kwaad dan goed heeft gedaan, is het misschien vanuit een ethische optiek helemaal niet zo goed dat we met omgebouwde rallyauto’s, -trucks en –motoren door de laatste voor de mens vrijwel onbegaanbare gebieden baggeren. De normaal gezien harmonieuze gebieden waar de grillen van de natuur het gezicht van het landschap bepalen worden beschadigd en kapot gereden door de motorvoertuigen van een groep motor- en autoliefhebbers.

Het is typerend, de mens lijkt de natuur bijna overal aan grenzen gebonden te hebben. Overal ter wereld waar mensen wonen, heeft de mens tegen moeder natuur gezegd: tot hier en niet verder. Soms met desastreuze gevolgen voor de biodiversiteit, het milieu en het klimaat. Op sommige plaatsen is dat de mens niet gelukt, mede doordat bepaalde gebieden voor de mens economisch gezien niet of nauwelijks interessant zijn. Zoals de Sahara, zoals uitgestrekte savannes en gebergten in, onder andere, Afrika en Zuid-Amerika. En juist door die steeds schaarser wordende gebieden, waar normaal gezien geen mensen komen, waar mensen ook niets te zoeken hebben, scheuren we dan één keer per jaar met onze milieuverziekende motoren heen. Alsof de mens ook op die plaatsen waar de natuur nog de baas is nog even een valse grijns aan moeder aarde wil laten zien. Zo van ‘we kunnen je best hebben!’ Soms hangen we dan met een vrachtwagen een meter weggezakt in het mulle zand in Chileense woestijn en lacht moeder aarde terug.

Tijdens Dakar wordt de voortdurende strijd tussen natuur en mens heel tastbaar en erg zichtbaar. Dan proberen wij mensen onze grens van de gecultiveerde gebieden te verplaatsen naar de Argentijnse gebergten en de Chileense woestijn. Maar misschien is dit verschijnsel helemaal geen eigenaardigheid van de Dakar-rally alleen, maar is het een kenmerk van sport op zich. Sport ís namelijk het verleggen van grenzen, het oprekken van het menselijk kunnen. De manier waarop zich dat uit, verschilt alleen per sport. Gaat het bij de meest populaire sporten als voetbal, tennis, schaatsen, zwemmen etc. over het verleggen van de maximale prestaties in kracht en uithoudingsvermogen van het menselijk lichaam, bij de Dakar-rally proberen we de woeste natuur te temmen.

Ondanks dit mooie schouwspel is het belangrijk niet uit het oog te verliezen dat de natuur altijd de baas zal blijven. Want soms zijn die rollen omgedraaid. Dan wijst moeder natuur de mens haar plaats als ondergeschikt van de aarde. Hebben we de rivier de Maas jarenlang uitgedaagd door haar stroomgebied steeds dichter te bebouwen en daar steeds massaler te gaan wonen, nu lacht de Maas terug door ongekend hoge waterstanden, met overstromingen tot gevolg.

Hoe ik tegen de Dakar-rally aankijk? Ik volg de rally niet van dag tot dag en heb mijn bedenkingen, maar voor nu geniet ik van de mooie plaatjes die het oplevert.

Yow-El