Nieuwjaarsdag 2011

Frits (Ciscomania)

Hallo beste FOK!kers, Allereerst natuurlijk de aller-, allerbeste wensen voor 2011, dat wens ik mezelf ook toe, gezien de huidige staat waarin ik verkeer. Ik ben net na zes uurtjes slapen mijn warme holletje maar uitgekropen en ik moet jullie bekennen dat ik het nieuwe jaar ben ingegaan met een enorme kater. Mijn lieve god, wat voel ik me klote van al dat gezuip. Ik ben voorlopig uitgefeest, maar de spelden in mijn knarretje willen daar nog niet van weten en gaan rustig door met lol maken. Eigen schuld, dat komt van al dat getetter.

Het is vandaag 1 januari en wat ben ik blij dat ik niet hoef te werken. Gelukkig ben ik nog vier hele dagen vrij en die tijd heb ik zeker nodig om weer te herstellen van deze eindejaarsuitspatting. De schade van een nacht, of eigenlijk van de laatste dagen alcoholmisbruik is niet te ontkennen. Het is momenteel kwart voor elf in de ochtend en iedereen behalve mijn persoontje ligt in dit pand nog op één oor. Dat geeft mij de gelegenheid om ongestoord mijn eerste verhaaltje van 2011 te schrijven. Ik kan jullie alleen niet beloven of het wat wordt en ook wil ik mijn lezers vragen niet op mijn eventuele spelfouten te letten. Ik ben nog niet helemaal bij de les. Dat begrijpen jullie wel. Terwijl ik met halfgeopende ogen door de woonkamer zwalk, spoken plotseling de woorden: ‘goede voornemens’ door mijn aangetaste breintje. Goede voornemens, tsja…….

“Eerst een kop sterke koffie en dan praat ik met je verder over goede voornemens.” zeg ik zachtjes tegen mijzelf. Ik loop als een zombie richting de keuken, maar bij het aanrecht aangekomen, weet ik even totaal niet meer wat ik daar te zoeken heb. Oh ja, koffie! Ik zou koffie gaan zetten. Godver, wat een enorme bende op het aanrecht. Hier tussen die chaos van lege flessen, glazen, afgekloven appelflappen en overvolle asbakken moet zich toch ergens het koffiezetapparaat bevinden. Daar ik mijn beide ogen nog niet geheel open kan krijgen, moet ik veel op de tast doen. Na enig voelwerk herken ik gelukkig het apparaat. Dit moet ‘m zijn en met trillende handen probeer ik mijn missie zo goed mogelijk te voltooien. Na een tijdje druppelt het bruine vocht de koffiekan in. Zo, dat is gelukt!

Voorzichtig, zodat het daglicht niet te snel de keuken binnenkomt, rol ik het zwarte gordijn langzaam omhoog en probeer ik een blik te werpen op de straat. Het felle daglicht doet pijn aan mijn ogen. Daar sta ik dan, in mijn ochtendjas en met de zonnebril van mijn vrouw op mijn zere harses. Met beide armen leunend op het aanrecht zie ik, dat het ondanks het toch vrij vroege uur al bijzonder druk is in ons gezellige straatje. Ik zie wat buren de stoepen en de rijweg schoonvegen met bezems. Wat een net buurtje hebben we toch, gaat er door mij heen. Wij hebben dit jaar niet één vuurpijl afgeschoten, dus ik voel me dit keer niet geroepen om mee te helpen. Zou niet lukken ook, dus da’s makkelijk. Hebben deze mensen vannacht niet doorgehaald? In ieder geval hebben ze minder gezopen dan ik. Dat weet ik zeker. Zonder dat ik er wat aan kan doen, laat ik een enorme harde bierboer. "BBBLLUUUUUURRRRPPPPP" !!!! Zó hard, dat de mensen buiten stoppen met vegen en geschrokken richting mijn huis kijken. “Sorry luitjes,” roep ik naar de mensen buiten en zwaai ze vriendelijk gedag. Zonder terug te zwaaien gaan ze verder waar ze mee bezig zijn. Wel zie ik een aantal vrouwen met elkaar praten en mijn kant opwijzen. Sommigen schudden hun hoofd.

De koffiepot pruttelt er lustig op los. Dat betekent dat de koffie gelukkig bijna klaar is. Het wordt tijd om mijn vrouwtje te roepen. Naar boven schreeuwen en hard roepen dat de koffie klaar is, lijkt mij vanwege de pijn in mijn harses geen optie. Ik moet wat anders verzinnen om haar naar beneden te krijgen. Ondanks mijn traag werkende hersentjes, kom ik op het lumineuze idee haar met mijn mobieltje te bellen. Bij de tweede poging contact met haar te krijgen, besluit ik haar voice-mail maar in te lebberen, in de hoop dat ze me vandaag nog terugbelt. Zo goed als ik kan, schenk ik bevend mijn koffiemok vol en strompel tergend langzaam terug naar de zithoek. Onderweg moet ik uitkijken waar ik loop. Behendig probeer ik de op de vloer liggende obstakels in de vorm van naar beneden gekomen kerstkaarten, oliebollen, champagnedoppen en een aantal kapot gevallen kerstballen te omzeilen. Ongeschonden bij de bank aangekomen, zak ik door mijn hoeven en probeer ik een vrij plekje te vinden om mijn koffiemok neer te kunnen zetten.

Ook de salontafel staat vol met glazen, verlepte oliebollen, lege bierflessen, uitgedroogd stokbrood, overvolle asbakken en schalen met botjes die eens kippenvleugeltjes geweest moeten zijn. Dat verklaart de vieze, gore smaak die ik in mijn mond proef. Met de afstandsbediening schakel ik de radio aan en luister naar het eerste nieuws van 2011. De radiomevrouw vertelt dat de jaarwisseling in Nederland ondanks de vele arrestaties, vrij rustig is verlopen.

Jammer, de TOP 2000 is weer voorbij. Eindelijk stond mijn favoriete nummer ‘Hotel California’ van The Eagles eens op nummer één. Wat heb ik enorm genoten van al die prachtige nummers die dit keer weer te horen waren. Helaas moeten we weer een jaartje wachten, eer het weer zover is. Wat hoor ik toch voor een raar geluid? Nu is de ontvangst om een of andere reden niet zo goed op radio 2, maar nu weet ik het zeker. De complete muziekinstallatie is aan vervanging toe. Ik blijf een vreemd geluidje horen, maar sla er verder geen acht op. Plotseling gaat mijn mobieltje over en kijk ik nieuwsgierig op het kleine schermpje, wie mij nodig heeft in het nieuwe jaar. Het is mijn vrouwtje. “Had jij gebeld?” vraagt ze met een schor en dof stemgeluidje. “Jazeker scheet.” zeg ik zachtjes terug. “Ik heb overheerlijke koffiegezet, kom je naar beneden? Maar niet schrikken hoor, als je de woonkamer binnen komt.” “NEE, NEE, NEE en nog eens NEE !!!” hoor ik haar hard schreeuwen en toen hing ze op. Het nieuwe jaar begint weer lekker, maar niet heus.

Ik besluit mijn eerste sigaret van het nieuwe jaar op te steken, maar na de eerste hijs, hoest ik haast mijn beide longen uit mijn zere lijf. Behendig drop ik de peuk in een halfvol champagneglas en met een sissend geluid blaast deze peuk zijn laatste adem uit. Ik zou nu moeten stoppen met deze ongezonde rotgewoonte, speelt er door mijn hoofd. Oh ja, ik had het over goede voornemens. Nu stop ik écht met roken, lul ik vastberaden tegen mijzelf. Zo dat is één. Terwijl ik denk aan hoeveel andere dingen ik in het jaar 2011 voor mezelf veranderd zou willen zien, gaat de kamerdeur langzaam open en zie ik iemand die verrekt veel op mijn eigen vrouw lijkt. Na drie keer kijken kom ik erachter dat ik gelijk heb. Het is mijn vrouw!  Ze ziet er alleen anders uit dan anders, als ze uit haar bedje komt. Ook aan haar is te zien dat ze een zware nacht achter de rug heeft.  Het lijkt wel of ze een stuk of vier keer ondersteboven is gereden door de overbuurvrouw van nummer één. Bij de deur blijft ze stokstijf staan en roept terwijl ze haar beide handen voor haar mond houdt: “Mijn hemel. wat is hier gebeurd vannacht!” "Ik had je gewaarschuwd vrouwtje.” Ik had het nog niet gezegd of ze draait zich om en loopt terug naar boven. Op de trap hoor ik haar zeggen: “ Ik kom voorlopig niet meer naar beneden. Wat een enorme klerezooi is het hier!” “Ho ho, terug komen jij. Ik heb koffie en die zooi ruimen we straks wel op.” zeg ik streng. Gelukkig bedenkt ze zich en met een aantal grote hink-stap-sprongen om nergens in te trappen, bereikt ze de bank en ploft neer. “Hoor jij ook een raar geluid?” vraag ik haar. Maar ze reageert niet. Minutenlang zegt ze niets en kijkt ze de woonkamer rond om de schade te taxeren. “Het was toch wel héél gezellig hè vannacht?” zegt ze met een vertederend snoetje. “Ja, het was zeker een dolle boel met al die luitjes die na twaalven onverwachts nog bij ons langskwamen.” antwoord ik. “Wil jij trouwens iets lekkers bij de koffie? Een roze koek of zo?” Ze knikt. Rustig loop ik naar de voorraadkast, maar glij ondanks mijn grote voorzichtigheid uit over de witte poedersuiker op de vloer. Ik sta weer op en doe de deur van de kast open en tot mijn grote schrik komen er twee benen uit rollen. “KUUUUUUUTTTT!!!!!!” roep ik hevig geschrokken. Ook mijn vrouw komt nieuwsgierig kijken wat er aan de hand is. Ik trek aan de twee onbekende benen en even later komen we tot de ontdekking dat het onze overbuurman is van nummer 3. Naast hem ligt Esther, de overbuurvrouw van nummer 7. Het gesnurk van Henk was dus dat rare geluid wat ik hoorde. Wat we ook doen, Henk en Esther zijn met geen mogelijkheid wakker te krijgen en Henk zaagt er nog steeds heerlijk op los. “Laat die twee maar liggen Cisco. Die komen straks wel weer bij.” zegt mijn vrouwtje.

“Heb jij trouwens nog goede voornemens voor het nieuwe jaar, meisje?” vraag ik haar. “Nee, daar doe ik niet aan!” antwoordt ze terug met een wegwerpgebaartje. “En jij Cis?  Hoe zit het met jou? Heb jij wél goede voornemens?” “Jazeker! Ik ga stoppen met roken.” zeg ik terwijl ik mijn tweede peuk voortijdig uitdruk. “En bier hoef je ook niet meer voor me te kopen, ook al is het in de aanbieding. Sterker nog, ik ga lid worden van de AA. Friet en vette snacks prop ik ook niet meer naar binnen, want ik ga afvallen. En maandag laat ik mezelf inschrijven bij een goede sportschool. Een sixpack zou me wel goed staan. Misschien ga ik wel op turnen. De evenwichtsbalk lijkt me ook wel wat voor mij. Of zouden de ringen beter bij mij passen? (snuif) Wat me trouwens ook erg leuk lijkt, is samen met mijn collega te gaan synchroonzwemmen. Ik zou het hem kunnen vragen. Verder laat ik mijn tanden bleken en denk ik er hard over om een mooie grote tattoo van een vreemde eend in mijn nek te laten zetten. Ook stop ik met doedelzak spelen en hoop dat mijn naaste buren me dan weer aardig gaan vinden en me weer gedag gaan zeggen. Dit schiet ook niet op zo. En strakjes ben ik van plan om een nieuwjaarsduik te nemen in mijn blote kont."

“Zó Cisco, dat is niet mis zeg. Jij bent héél wat van plan in 2011, als ik jou zo hoor. Nou, achteraf gezien heb ik toch ook nog een goed voornemen. Maandag bel ik  een gespecialiseerd schoonmaakbedrijf om de woonkamer te laten cleanen. Wat vind je daar nou van? Want hier ga ik echt niet aan beginnen. Maar even dit, dat meende je toch niet serieus hè?” “Wat bedoel je precies?” vraag ik haar. “Nou, dat van die nieuwjaarsduik? Dat is toch veel te koud Cis! Zeker in je blote reetje.” “Liefje, ik bedoel een nieuwjaarsduik in mijn warme bedje. Ik ga straks lekker weer naar boven en  heerlijk verder tukken. En terwijl ik dat doe, maak ik direct al een aantal goede voornemens waar. Want als je slaapt kun je niet roken, niet drinken en kun je ook geen vettigheid naar binnen werken. En als je jezelf om de haverklap omdraait, ben je in beweging en val je af. Mooi toch?” Verbaasd kijkt ze me aan en ik zie dat ze haar hoofd schudt. “Zo, mijn koffie is op. Ik ga weer naar boven.”  Terwijl ik de trap omhoogloop, hoor ik dat ze achter me aan komt, gelukkig. “Wat doen we met Henk en Esther?” vraagt ze een beetje nerveus. “Laat die twee maar liggen vrouwtje. Zij hebben hun slaapje ook nodig, net als wij.”

Weer terug onder het dekbed geef ik haar een zoen en zeg ik: “Gelukkig Nieuwjaar, lief meisje van me. We gaan er dit nieuwe jaar samen weer iets moois van maken hè?”