Rusty, een passionele vrouw (2)

Dick (Bornfree)

“Rusty? Ik bloed, ben neergeschoten, geloof ik”, mompelde hij zacht. Ze voelde een koorts opkomen, zo een die je wel eens voelt bij angst, of bij diepe schaamte.

“Waarom, Harry, waarom?” Ze hoorde nog twee van die zachte knallen. Toen was het stil. Harry was stil, maar ze hoorde nog steeds gestommel. Plotseling hoorde ze iemand ademen door de telefoon. Rusty had geen enkele behoefte iets te vragen. Ze hadden haar stem nog niet gehoord en haar telefoonnummer was nog niet zichtbaar. Dat wilde ze graag zo houden. Maar dan, een zachte en beheerste stem.

“Wie ben jij en wat heb je allemaal gehoord?” Ze hoorde een Limburgs accent. “Denk niet dat wij je niet kunnen vinden. We hebben connecties bij telefoonmaatschappijen en voor een paar honderd euro weten we wie jij bent. Dus zeg het nu maar.”

“Zodat jullie mij ook kunnen vermoorden? Ik zou zeggen: doe jullie best.”

“Stomme trut!” schreeuwde de onbekende man.

“Dus het is toch wat lastiger mij op te sporen. Ik weet niet wie jullie zijn, maar als ik nu beloof dat ik mij nergens mee bemoei? Dat ik mijn therapeut opdracht geef mij dit hele gebeuren te laten vergeten?”

Rusty vermoedde na een paar minuten stilte aan de hoorn dat de mannen het toestel gewoon van zich af gegooid hadden. Ze hoorde hen nog wel. Zij spraken geen Nederlands meer tegen elkaar, maar Russisch met een voor haar vreemd dialect. Ze kon het in grote lijnen volgen. Langzaam stierven de stemmen weg in het niets. Het was stil. Ze had in de tussentijd geprobeerd alles op te schrijven wat ze gehoord had.

“Waar heeft hij het verstopt? Welke tapes zoeken wij? Wat heeft die stomme trut nu precies tegen je gezegd?” Het waren flarden van zinnen. “Welke tapes? Wie is die stomme trut en wat heeft ze gezegd tegen deze mannen?” Ze dacht lang na of ze het aan de politie zou gaan melden. Na tien minuten luisterde ze nog eens. Het was doodstil, ze vermoedde dat Harry daar ergens zou liggen, dood. Ze hing op in het besef dat ze hem nooit meer zou bellen of spreken. Rusty vroeg zich terecht af onder welk soort toeval dit viel. Een bizarre situatie, een samenloop van omstandigheden die in goeie thrillers zou passen, maar niet in de werkelijkheid waar zij zich nu in bevond. ‘Een gigolo’. Het waren de laatste woorden waar ze aan dacht voordat ze in slaap viel.

Slechts een klein nieuwsbericht in De Telegraaf de volgende dag. Rusty kocht deze dag nog meer kranten en, hoewel ze ervan overtuigd was dat ze niet te traceren zou zijn, ze voelde toch een constante spanning. Ze wilde er beslist niet aan dat het angst zou zijn.

Ze zochten getuigen en schreven dat het om een afrekening in het criminele circuit ging. Ze schreven zelfs dat hij een bekende van de politie zou zijn. Harry Westerdijk. De timide man van ongeveer achttien jaar geleden was in ieder geval niet meer timide, hij zou nooit meer iets zijn.

Er gingen weken voorbij. Rusty had met niemand gesproken over haar bizarre ervaring van die avond. Zelfs niet met haar beste vriend Harm van Wegen. Of haar goede vriendin Claire Overbeek. Harm was haar vriend om bij uit te huilen. Een grote, lieve beer van bijna twee meter. Ze ging niet met hem naar bed. Ze hadden er beiden geen behoefte aan, met elkaar. Met Claire had Rusty tien jaar geleden een lesbische ervaring gehad. Ze kwamen er beiden achter dat ze het niet waren na wat getongd en gestreeld te hebben. Jan Willem was haar vriendje waar ze soms mee naar bed ging wanneer ze daar een sterke behoefte aan had. Ze liet zich altijd uitgebreid verwennen door hem. Een sms naar hem was genoeg om iets leuks voor haar te organiseren. Ze besloot er dit keer meer van te willen genieten dan alle keren ervoor. Dagen voordat ze met hem uit zou gaan, voelde ze het al in haar onderbuik. Ook nu weer had hij een restaurant besproken waar veel donkere hoeken waren. Het nadeel was dat je je eten niet goed zag, vond hij. Rusty sprak hem dan steevast aan op zijn controlegedrag. Hij had haar gevraagd geen ondergoed aan te doen. Hij zou het ook niet aandoen en een lang colbert dragen. Rusty voelde er wel iets voor. Na het rare voorval met Harry had ze de behoefte los te gaan. Niet dronken worden of drugs gebruiken, maar op een andere manier het gevaar opzoeken.

Tussen de soep en het hoofdgerecht verdween haar voet tussen zijn benen onder de tafel. Langzaam hoger, tergend langzaam, vond Jan Willem. Het wild werd geserveerd en het alleraardigste jonge wicht, dat het perfect bereide dood wild serveerde, moet de spanning gezien hebben tussen die twee. Nog steeds bevond Rusty’s voet zich in het kruis van Jan Willem. Ze sneed haar vlees aan en knipoogde terwijl ze met de bal van haar voet kringetjes draaide in Jan Willems kruis. Haar tenen zorgden voor een broodnodige nuancering. Zijn kruis had zich inmiddels volledig gevuld, terwijl hij niet bij haar kon komen met zijn voet. Hij probeerde zijn geveterde schoen wel uit te trappen, maar de dubbel gestrikte veters verhinderden dat. Rusty wist waar ze mee bezig was. Ze stond tussen het hoofdgerecht en het dessert op en meldde met een knipoog een toiletbezoek. Jan Willem keek eens goed rond, maar begreep dat het wel erg zou opvallen wanneer ze alle twee naar het toilet zouden verdwijnen. Hij begreep ook dat hij nog niet op kon staan. Een strakke spijkerbroek met een lange trui zouden hem die vrijheid wel geven. Maar die had hij niet aan. Hij had zich netjes gekleed, maar zonder colbert. Een vervelende combinatie voor dit soort spelletjes onder tafel.