Superweek

Laurens (Gramps)

Je hebt het wel erg verkeerd uitgezocht als je in november met de motor moet afrijden, maar bij mij was het niet anders. In september zakte ik, dus dan rol je zo de herfst in met alle aankleve van dien. Dinsdag 2 november mocht ik weer komen opdraven in Leusden. Tussen drie en vier uur in de namiddag, dus om half twee eerst nog effe een lesje, gevolgd door een bakkie koffie bij het CBR. Het was gelukkig rustig najaarsweer, wel met een tapijt van natte bladeren hier en daar op een natte weg, maar het regende niet. De vorige keer mocht ik niet afrijden op mijn lesCB500 omdat de ketting te slap hing, maar nu had het ding een uitgebreide beurt gehad, met nieuwe remblokken en een nieuwe ketting met tandwielen, dus alles was prima voor mekaar. We reden vrijwel meteen na de start de snelweg op en vrijwel direct er ook weer af, richting mijn woonplaats. Een paar kilometer verder gingen we linksaf, een hele sliert boerenlandweggetjes op. Meestal is het daar 60, maar vanwege de bladeren deed ik het kalmpjes aan. Via de Asschatterweg reden we weer Leusden in. Ik had echt alle mazzel van de wereld met de verkeerslichten, want letterlijk ieder licht sprong bij mijn nadering op oranje, en wel zo dat ik ruimschoots kon stoppen. Zo heb je ook niet van die rotvragen in je kop van: moet ik hier nou stoppen of nog effe rap doortrekken? Daar zijn al heel wat mensen op gezakt. Je was te brutaal of te aarzelend, een tussenweg lijkt er niet te zijn.

Bij terugkomst sjokte ik achter de examinator naar boven en ging aan zijn tafeltje zitten. Hij ging meteen weer staan en vertelde me met een brede grijns dat alles prima was verlopen en dat ik geslaagd was. Daarbij schudde hij me de hand. Kijk, dat is nou eens een topmomentje, dat soort wil ik nog wel eens beleven. Veertig jaar alles volgen op motorgebied en zelf niet mogen rijden omdat er geen helm is voor je dikke hoofd. Er achter komen dat er toch een helmenmerk is (Arai) dat je kan helpen. Zo’n stinkend duur geval op vaderdag cadeau krijgen van je kinderen en gaan lessen. Twee keer theorie, twee keer Bijzondere Verrichtingen en nu voor de tweede keer afrijden. Dat is echt SUPER.

Dinsdagmorgen voor het afrijden was ik al bij de bank geweest om te kijken of een lening erin zat. Dat bleek geen probleem, donderdag zouden de papieren er liggen ter ondertekening en vrijdag zouden de centjes ter beschikking zijn. Zaterdag 6 november kon ik mijn motor gaan halen. Alleen, ik had mijn rijbewijs nog niet in handen. Woensdagmorgen, meteen na het slagen ging ik naar het gemeentehuis om mijn zaakjes te regelen. Je kunt het rijbewijs binnen een dag in handen hebben, maar dan kost het wel 30 euro extra en dat was me toch wat al te bar. Het wordt tegenwoordig in Haarlem gemaakt, de mevrouw van Bevolking zou de zaak meteen doormailen en met veel geluk zou het er dan al vrijdag zijn. Pech, het werd toch maandag. Nou, dan maar zonder rijbewijs, de kans dat je wordt aangehouden is verwaarloosbaar klein, tenminste als je je gemak houdt. Moeders bracht me met mijn motorpak en toebehoren even naar de motorzaak. Twee zonen wilden me escorteren op hun motoren, vonden ze wel leuk om te doen. Voordat ze er waren ging ik naar het postkantoor ter plaatse om de motor over te schrijven. Dat ging niet, want dan moet je wel je rijbewijs bij je hebben en dat lag nog bij TNT Post. Toen dus een van onze zonen aan kwam brullen op zijn VFR vroeg ik hem meteen of hij zijn rijbewijs bij zich had, dan kon hij de fiets tijdelijk op zijn naam zetten en kon de transactie toch nog doorgaan. Aldus geschiedde. De andere zoon kwam aanrijden op de ZZR600 van zijn vrouw, want hij had eerder in de week de accu van zijn ZZR1100 helemaal leeg gestart. Hij was dus thuis weer naar binnen gegaan en had tegen zijn vrouw gezegd dat hij wel op de pekelfiets ging. Dat leverde hem meteen een trap onder zijn reet op, want zijn brik is twintig jaar oud en de hare is veel jonger en mooier.

En toen naar huis. Voor de allereerste keer op je eigen bike klimmen. Contact aan, choke open, gas dicht. Dat zoemen van een goed gedempte grote vierpitter, onbetaalbaar. De eerste aarzelende meters in de eerste versnelling. Het is een CB, maar een 750 vierpitter na de 500-tjes van het lessen, maar alles is echt helemaal gelijk. Het is een bekend feit dat je op een Honda stapt en meteen het idee hebt dat je er al jaaaaren op rijdt. Dat klopte hier ook. De fiets is wat groter en zwaarder en vooral veel rapper, maar verder voelde het heel vertrouwd aan. Onderweg moesten we stoppen voor een verkeerslicht. Mijn oudste zoon kwam naast me staan en gaf me een klap op mijn schouder, breed lachend. Hij genoot zowat net zoveel als ik.

De vrijdag ervoor had ik het vaste deel van de tuinpoort al draaibaar gemaakt, want anders kon de Honda niet achterom. Alleen moet ik nog wel een dak boven het beest maken, dat doen we komende week. Slaapt-ie lekker droog, de winter door. Komt ook een zeer effectieve diefstalbeveiliging in, alsook licht en een stopcontact voor de druppellader. Het wordt deftig, met dakpannen. Onder de dakpannen natuurlijk multiplex dakbeschot, zodat de een of andere lompo die over de pannen loopt geen stukken dakpan op de motor laat regenen. Maandag geef ik van ’s morgens half negen tot half tien in de avond les, dinsdag had ik een bespreking met een rijtje directeuren, aan het eind van de ochtend. Toen dat klaar was heb ik even gauw wat brood naar binnen gezwiept en mijn directeur verteld dat ik vertrok. De reden kon-ie wel raden, want voordat de bespreking begon had ik hem foto’s van de bike laten zien, met het verhaal erbij. Geen probleem, hij was zelf ook motormuis, het was droog weer en mijn compensatie-uren maak ik toch nooit en te nimmer op. Dus gauw naar huis, pak aan, hoes van de fiets en rijden. Man, wat een feest! Voorzichtig vanwege de natte weg en de bladeren. Op diverse plekken, waaronder mijn werk even stoppen voor kwebbel met andere motormuizen, zowat honderd kilometer gereden. En vooral geen snelweg, daar is niks aan.

Vrijdagavond me met de motor gemeld bij de plaatselijke motorclub, ondanks het beperkte aantal inwoners van dit oord een bloeiende vereniging met ruim tweehonderd leden, deels ook uit de verre omtrek. Ik ben meteen lid geworden, met de belofte dat ik ga schrijven in het clubblad. Makkelijk zat voorlopig, zowat niemand komt op FOK!, dus al mijn columns over mijn belevenissen met motor en les kunnen zo worden geplempt. Ik weet nu al dat ik me prima thuis ga voelen bij die lui.

Nog iets dat vanaf deze week is veranderd: ik volg iedere dag met wat vrije uren nauwgezet het weerbericht en vooral de buienradar. Tot dusverre boeide met dat niet boven mate, nu wel, reken maar. Vooral in deze tijd moet je je kilometertjes met de bike waarnemen.

We houden u op de hoogte.