Gif in mijn hoofd

Dick (Bornfree)

Als het leven pijn doet, het gevoeld wordt tot in je teennagels, dan stolt je bloed in je aderen en zie je alleen de kleur zwart nog.
Wanneer pillen in je hand verzameld worden en je er uren naar kunt staren.
Als je het touw al honderd keer om je nek gedaan hebt, het aangetrokken hebt en je telkens  nog even de angst voor het onbekende voelt en het weer af doet met een traan in je ogen.
Wanneer je tweehonderd kilometer per uur met je auto langs dikke bomen van een tachtig kilometerweg scheert en de bomen tekenen zich als een streep in de horizon. Je bedenkt dat jouw adem tegen het stuur al genoeg zou kunnen zijn, een kramp in je vingers misschien.
Als de diepte vanaf de brug tot het water een trampolinesprong lijkt. En de klap op het water je blij maakt omdat je niet meer zult weten dat je daarna zult zinken.
Wanneer de trein aan komt rijden met honderdveertig kilometer per uur en de lange, gele, zware ploert een middel is geworden zonder je te bekommeren om de machinist. Dan besef je dat je de klap niet zult voelen. Eveneens zul je niet voelen hoe je botten en vlees tussen stalen wielen en de rails verpulverd worden.
Als je dan eenmaal je vuurwapen hebt gekocht en je ligt er uren naar te staren in het besef dat die ene kogel in de kamer van het wapen jou je rust zou kunnen geven, voorgoed. Maar als je hem dan in je mond stopt na alle andere scenario’s aan de achterkant van je ogen gezien te hebben, zoals de kogel door je borst jagen, hij zal je hart maar missen. Of door je maag met intense pijn als gevolg. Nee, door je hoofd, met name je kleine hersens. Je spant de haan, de trekker gaat iets naar achteren, een lichte druk van een van je vingers is genoeg. Je voelt je er zo dichtbij. Dichterbij kan gewoon niet. Die absolute rust. Het gevecht tussen het zwarte gif in je hoofd en de zon waaronder je vrouw en kinderen wonen is zo heftig dat je dan even niets anders kunt doen dan je wapen laten zakken en hun beelden in je hoofd koesteren.

Dan schreeuwt de materie die je bent om de rust die je in de moederschoot kende en nu zo verschrikkelijk ver weg is.

Je kinderen en je vrouw zijn ver weg levende wezens geworden en het verdriet dat ze straks naast jou kunnen staan, raakt je niet. Je raakt jezelf niet, alsof je daar al bent. Daar de plek van die absolute rust en stilte. De plek waar werkdruk niet meer bestaat, waar de puberale streken van je kinderen als fonkelende sterren lichtjaren verder aan je voorbij schieten. Waar dogma’s, haat en andere braaksels van de menselijke geest, in zwarte gaten in het heelal worden geborgen. Daar tuur je voor altijd in het zwart of in het felle licht, daar sta je voor altijd in de kou of in de heerlijke warmte. Het zal altijd jouw keus zijn te voelen en te zijn.

De keuze voorgoed van deze aardkloot te verdwijnen is een eenmalige. De keuzes het niet te doen zijn ontelbaar voor hen die zwarte kiezels in hun hart hebben en giftig bloed in hun hersenen.

Kiezels in mijn hart,
klonten zwart in mijn
hoofd van enige hoop
beroofd,

leef ik geen leven maar de
dood,
alle helpers spreken holle
woorden ,

Kiezels in mijn hart, met zwart gif in
mijn hoofd ben ik weer bloot
als de pasgeborene. Leeg, met
helpers die ik toen ook niet begreep.

Leg een briefje neer: ”het spijt me,
kiezels in mijn hart en zwart gif in
mijn hoofd. Het ga jullie allemaal
goed.”


Ik sla de krant dicht. Antonie Kamerling is er niet meer. Hij heeft de keuze gemaakt, een keuze waar je niet meer op terug kan komen, nooit meer.

En tot slot een filosofische beschouwing: leven is een instrument van de mens en alleen van de mens. Dieren beseffen leven niet. Dood is dat ook, maar die kunnen we niet bevatten, we kunnen er wel voor kiezen. Het voelen van leven heeft weinig van doen met ratio. Je kunt leven ervaren door stil te staan bij de schoonheid die om je heen is. De schoonheid is heel vaak ‘ander leven’, maar schoonheid vind je ook in zaken die levenden creëren of gecreëerd hebben. Als je stil staat bij de schoonheid van ander leven, ervaar je je eigen leven. De absolute schoonheid van je eigen leven is bijvoorbeeld de aanwezigheid van je kind. Door je kind voel je je eigen leven tot in het diepst van je zijn, ook al omdat het aan je eigen leven ontsproten is. En dit is een proces van het universum. Nog een absolute schoonheid van leven is je partner. Degene die dichter bij je staat dan je ouders, maar zo goed als zeker op gelijke hoogte staat als je kind. Als dit besef er niet meer is, dan is het  instrument dood de enige optie. In de dood is wel bewustzijn, maar van een ander soort, een hoger soort. Met dit bewustzijn kun je in deze dimensie terugkijken, maar er niet meer aandeelnemen, dit zijn de wetten van het universum. Je leven zoals je dat kende wordt gefilterd door de dood. Er zitten grote voordelen aan de dood wanneer je een verschrikkelijk leven leidde. Het verschrikkelijke wordt er namelijk uitgefilterd. Niets is verschrikkelijk meer. Niets is nog iets wat het bij leven was. Niets hoeft en de tijd is je ontnomen, dus ook het besef ervan. Dus je dwaalt er rond, in de dood, in een volledige, allesoverheersende rust en vrede. Niets zal zijn zoals je dat bij leven ervoer. Bewust kiezen voor de dood is onbewust kiezen niet meer te willen denken. Want je gedachten zijn je moordenaar en je kinderen, vrouw en vrienden je toeschouwers. Soms besef ik dat tot het diepste van mijn zijn zonder erover na te denken.