Pleegzorgen

Laurens (Gramps)

Het blijft fascinerend, een jongmens van een jaar of 13, 14  in huis krijgen en hem, meestal tegen zijn vorige ervaringen in pas beitelen voor de toekomst. Je krijgt hele werelden in je huis die je volslagen vreemd zijn. Maar dat is voor de jongeman in kwestie ook zo. Het is aanpassen van twee kanten, en daar kun je veel verhalen over vertellen. Elke dag is anders, en nieuw. En vaak verbazingwekkend. Soms zie je wreedheid attractief verpakt. Of goedheid in een heel smerig papiertje. Heeft iemand er iets aan? Kan me geen reet schelen, ik vertel toch.

Het blijft een heel raak spreekwoord: hoe beter ik de mensen leer kennen, hoe meer ik van mijn hond houd. Je leert als pleegouders met rare kostgangers omgaan, allemaal volwassen, met de jeugd is meestal minder aan de hand. En de professionals, met de meeste kunnen we prima leven, al was dat in het verleden wel anders. Maar een geld dat het allemaal kost! Gisteren hadden we een bijeenkomst van alle betrokkenen over onze oudste pleegzoon. Er bleken maar liefst vijf deskundigen aangeschoven te zijn, plus wij als pleegouders en de eigen ouders. Nou, dan gaat het tikkertje heel rap lopen. En voor onze pleegzoon was het eigenlijk zinloos, want er gebeurt niks dat we niet telefonisch kunnen regelen. Nu heeft pleegzoon een zus van 14 die helemaal niet spoort. Kolere, wat een sekreet. Kun je haar niet kwalijk nemen, ze is gewoon nooit opgevoed. Ze woont bij haar pap, maar die zit na twee operaties hevig in de lappenmand. Zij neemt het hem vreselijk kwalijk dat hun vakantie niet doorging, maar ja, wat doe je met een liesbreukoperatie die mislukt? Snapt zij ook wel, maar krengerig doen is meestal niet logisch, zeker niet als je hevig pubert. Tot mijn verbazing was zij erbij terwijl over haar problemen zou worden gesproken. En dan word je deelgenoot van allerlei troep die je helemaal niet wilt horen, laat staan weten. Wat een gezeik, allemaal stokouwe, morsdooie koeien. Ma haalde ze voor de honderdmiljoenste keer uit de moddersloot, terwijl pap zoals gewoonlijk zich rot schaamde en heel weinig terug zei. Als je dan in een later telefoongesprek waarin ze nog maar eens haar grieven tegen die rotvent op een rijtje meent te moeten zetten, haar zegt dat wij hebben geleerd nooit in stront te roeren om dat het blijft stinken (ja grammaticaal klopt het nog steeds, gewoon doorlezen), krijg je als reactie dat HIJ dat deed, zij niet. (Ha, ’t is gelukt!). Nou, na ruim drie jaar weten wij wel beter. Maar het blijft laveren, en meestal komt het neer op je poot stijf houden. Je blijft je alleen afvragen hoeveel van dat gedoe van haar plain stupidity is, want de rest is onversneden giftigheid. O ja, vlak de flinke plons onbenul ook niet uit. Op de een of andere manier komen we bij haar steeds uit op veel meer dan 100%. En als ze een nieuw vriendje heeft krijgt die de hele berg stinktroep over zich heen. Wee wee, hij heeft het uitgemaakt, hoe kan dat nou????

En hoe gaat pleegzoon? Ach, puber, muil, rechten genoeg maar plichten… Eén tekst van hem hebben we ons inmiddels familiebreed eigen gemaakt. Als je hem in de afgelopen zomerweken geheel terecht iets opdroeg, of hem simpelweg vertelde dat hij nu eens NIET om vier uur mocht thuiskomen, dan was het steevast: ja zeg, ik heb VAKANTIE!!!! Jochie, bekijk jij het maar met je rijpe leeftijd van 16 jaar, maar vanavond om 1 uur gaat de tent op slot. Ik kom niet uit mijn bed en de sleutel helpt niet want er zit ook nog een knip op de deur. Dus vriendje met bed, tuinbank, of gewoon een keer op een normale tijd (nou ja, normaal…) naar de koffer. Bokkig, maar wel luisteren. En later melden dat ik toch wel een beetje gelijk had. Op een gegeven moment hadden ze met zijn twaalven een vuurtje gestookt op het strand bij het Henschotermeer, om een uur of twee in de nacht. Ai, pliesie, boete.

Staandebeens werd afgesproken dat hij de boete ad 220 Euri thuis zou krijgen, maar dat de elf anderen de boete bij mekaar zouden lappen. Hij heeft 120 Euro bij elkaar en mag nu de andere vijf schurken zover zien te krijgen dat ze ook hun centjes lappen. Wij helpen? Denk het niet, hij moet er maar eens achter komen dat niet iedereen zo aardig en vrijgevig is als hij.
Verder is het met hem prima geregeld, qua lichamelijke hygiëne. Geen gezeur van: Rob, tanden poetsen, douchen, joh, je sokken kun je tegen de muur zetten, neem eens schone. Nee, alles wat hij een paar uur aan heeft gehad gaat subiet de wasmand in. Dat kan dus wel een beetje minder. En verder moet hij toch eens leren om geregeld nieuwe mesjes voor zijn scheerding te halen, hij fiepst iedere keer mijn Philishave. In zijn weekkie vakantie op Terschelling (Appelhof, u raadt het al) heeft hij voor een weddenschap zijn hele kop kaal laten scheren, dat scheelt zeker twee bussen haarlak. Hoera dus, als hij commando wordt weet hij hoe dat voelt, zo’n kale knar. En verder moeten we hem tot een fantastische ontdekking zien te brengen, namelijk dat je ook schoon kunt worden, zelfs superschoon, zonder dat je bijna duizend liter warm water gebruikt. U ziet het, details, het komt helemaal goed. Over school kunnen we kort zijn: Havo5, gaat als een speer, alleen soms een muil en daar komt straf van, gelukkig op school, is niet onze zorg.

En dan hebben we Emiel, sinds een maand of drie. Weer een heel ander mens. Hij is sinds twee weken vijftien. Hij praat weinig, geniet wel. Hij maakt grapjes, iedere week een beetje meer. Meestal is Rob het slachtoffer maar die is nogal goeiig, dus dat kan geen kwaad. Hij wordt heel goed gepruimd door alle jongmensen die hier komen en gaan, dus dat is meegenomen. Maar zijn achtergrond, die is totaal anders dan die van de andere pleegzoon. We hebben er sinds een paar jaar een naam voor hier in dit land: tokkie. Hij heeft de mazzel van een goeie pH in zijn mond, dat is genetisch bepaald, want hij poetst zowat nooit zijn tanden maar heeft ook nooit gaatjes. Ik zei hem dat hij ’s morgens een smaak in zijn giechel moet hebben alsof er een herdershond in heeft liggen jongen. Nou neu, dat viel wel mee, dacht-ie. Dus is het twee keer per dag: Miel, poetsen. En wat wij hem opdragen doet-ie meteen, zonder mankeren. We moeten er wel steeds zelf aan denken, anders komt het niet bij hem op. Hij is buitengewoon gewillig en voorkomend, dat is een groot voordeel, maar het moet wel een standaard gewoonte worden, die persoonlijke verzorging. Komt goed. Ondergoed? Iedere dag schoon? Ach kom, nee toch? Joh, hier heb ik een artikeltje uit FOK! Het heet “vegers en proppers”. Lezen! En vegen is het beste. En na de handeling douchen is beter dan ervoor. O? Nou, dat doe ik dan.

Hij heeft de hele vakantie achter zijn laptop gezeten, of achter een van de andere vier computers hier in huis. Lekker gamen. Joh, ga eens wat doen, vriend of zo. Nou neu, hij speelde met zijn hamster en ging weer gamen. Desgevraagd zei hij dat dit de allerfijnste vakantie ooit was geweest, want hij had geen enkele ruzie meegemaakt, niemand zeurde aan zijn kop en hij kon doen wat-ie maar wilde. Binnen zekere grenzen natuurlijk. Hij begon iedere dag met een speciaal menu, een ijsje uit de vriezer in de schuur. De rest van de dag werd dan nog een paar keer de reis ondernomen voor nog een ijssie. Na de vakantie is dat weer verleden tijd. Groente? GROENTE????!!! Jep, we leren het je wel, het hoort bij opgroeien, mama  kookt heel lekker dus wen er maar aan. Nou ja, als het moet... Op een hamkaaspannenkoek smeer je dik stroop. ????

Het is een slimme donder, hij heeft meer hersens dan zijn moeder, broer en zusje bij elkaar, en dat is meteen de reden voor zijn plaatsing. Hij moet nog wel wennen aan het idee dat hij veel verder kan komen dan hij dacht, dat wordt dus een klus voor ons. Ach, daarvoor hebben we een jaar de tijd, dus dat gaat wel lukken. En hij is handig. Als ik ga klussen wil ik Rob niet eens in de buurt hebben, maar Mieltje mag helpen, en hij vindt het nog leuk ook. We hebben op de hele bovenverdieping laminaat gelegd, allemaal kleine stukjes en het ging helemaal goed, we hadden zelfs pret samen. Ik moest alleen zijn metingen niet nameten, dat vond-ie maar niks. Toppie dus, dat belooft wel wat.

We beginnen steeds meer te beseffen dat we een buitengewoon grote en elementaire invloed hebben als we zo’n manneke in huis nemen. Ongeacht de achtergrond is de situatie bij ons heel erg anders dan ze gewend waren. Beter, hopen we, maar in ieder geval is het contact even intensief als met de eigen kinderen. En ook even bepalend. Je zet als hulpinstantie een dikke streep door zo’n leven, en wat er daarna komt is in ieder geval heel anders, hopelijk beter. En in de weekends komen ze er weer achter hoe het was, want dan hebben ze weer hun oude leventje. Als ze dan zondagavond met een zucht van verlichting hier binnen komen hoeven ze verder niks te vertellen.  Met name jaloezie bepaalt meestal het sfeertje in het weekend, en dat is iets waarmee ze moeten leren omgaan.

We hebben een aantal dertigplussers onder de eigen kinderen, dus kunnen we nu zien wat dat gepruts van ons, ouders allemaal heeft uitgehaald. En dat maakt je als ouders nogal eens stil. Was onze invloed ZO GROOT?  Ja. Zo groot. Voorbeeld is natuurlijk de basis van ons leven, onze onderlinge verstandhouding. We zijn op dat gebied misschien heel ouderwets, we zijn samen voor het leven, de kinderen ook. Natuurlijk kan er ergens een breuk komen, we hopen van niet, maar generally it’s for life. En dat is iets wat pleegkinderen als iets heel bijzonders beleven. Voor ons is het iets waarover niet wordt gepraat, het is er, verder geen nieuws. Maar voor hun... Wow, 38 jaar samen??? Jep. Dat is voor ons normaal, niet wat jullie thuis beleefden. Ik hoop van harte dat ze daar iets, liefst veel van oppikken.

Het nonverbale deel van opvoeden is, net als bij alle communicatie van veel groter belang dan het verbale deel. Je moet niet voorDOEN maar voorLEVEN.

En dat loont.

Gramps houdt op met preken, het stukkie is weer lang genoeg. Verdere berichten volgen, te zijner tijd.