Tour 16: Royal Flush

Jan (Bakoenin)

Er was eens een man uit Trembley
Die nam geen van zijn vluchters meer mee
Andy Schleck, Contador
Hij bleef ze allebei voor
En aan de streep riep hij luidkeels hoezee (maar dan in het Frans)

 

Soms kan ik de heren Dijkstra en Ducrot niet volgen. Aan het begin van de uitzending van vandaag vroegen ze zich af waarom Koos Moerenhout zich uit de kopgroep moest laten terugzakken in het peloton. Maar toen ze de ploegleider van Rabo aan de telefoon hadden, vroegen ze van alles, behalve dat. Uileballen!
Ik vind het persoonlijk een fout van Rabo, want je ziet dat er een renner uit de kopgroep stand heeft gehouden en de rit heeft gewonnen. De vraag is dan natuurlijk: Is Riblon een betere klimmer dan Koos? Die vraag blijft nu onbeantwoord.
Het is natuurlijk leuk als je straks in Parijs een renner op de derde plaats en dus op het podium hebt en eentje op de zesde of zevende plaats, maar als je dan geen etappe hebt gewonnen dan heb je eigenlijk niet zo heel veel. Ook als je iemand wel mee stuurt met zo’n kopgroep kan het zijn dat je niet wint, maar dan heb je het tenminste geprobeerd.
Conclusie: De renners van Rabo doen het goed, maar de ploegleiding is laf.

Het was anders wel een leuk dagje in de Tour. De eerste twee uur was nog niet zo interessant, maar met Astana en Lars Boom op kop van het peloton kon je ervan uitgaan dat er op de laatste klim iets zou gaan gebeuren.
Het was al duidelijk dat het daar zou gaan gebeuren, want Vinokourov had het strijdplan van Astana al in een interview bij de start verraden. Vino zou bij Contador blijven om hem over de Port de Pailhères te helpen. Daarna zou hij hem beneden aan de laatste klim afzetten. Op de klim naar Ax-3 Domaines zou Contador het dan afmaken.
Toen alle ploegleiders dat wisten, kregen de ploegen van de andere klassementsrenners natuurlijk de instructies om toch vooral niet voor de laatste klim aan te vallen. Stel je voor dat je een paar minuten pakt en Contador gaat pas op de laatste klim! Kun je dan wel vooruit blijven? Rabo heeft twee man die kort in het klassement staan. Maar waarom zouden die ombeurten Schleck en Contador aan gaan vallen? Stel je voor dat het niet lukt!
En zo konden renners als Jurgen van de Walle, Moinard en Riblon wegblijven uit de greep van het steeds kleiner wordende peloton tijdens de beklimming van de Port de Pailhères. Inmiddels reden er al wel wat renners tussen de kopgroep en het peloton. Sastre was wel in de aanval gegaan op de voorlaatste klim, maar die renner is niet meer interessant voor het klassement. Hetzelfde geldt voor Cunego. De jonge Vallts was het eerste begonnen met aanvallen. Hij is nu eenmaal een beetje suicidair.

Je zit dan toch te wachten tot het peloton op die laatste klim gaat ontploffen. Maar wat gebeurt er in plaats daarvan? Contador en Schleck gaan tot twee keer toe een potje poker spelen halverwege de klim. Contador had ‘two pair’, Schleck had ook ‘two pair’, maar Riblon had uiteindelijk royal flush en won de rit. En Menchov en Sanchez zich maar de pleuris trappen voor veertien seconden.
Natuurlijk, Riblon won verdiend. Hij had de hele dag hard gewerkt en stand gehouden. Maar een aankomst als Ax-3 Domaines verdient eigenlijk een winnaar van naam. Een Bahamontes, een Gaul, een Hinault, een Merckx, een Indurain. Maar de grootste kanshebbers op de eindzege hadden het te druk met elkaar en degene die net iets minder zijn hebben te lang gewacht. En Armstrong? Ach, Armstrong. Morgen beter, hoop ik.

De lul van de dag:

Ik vind Moerenhout de lul van de dag omdat hij lekker met de vluchters mee was en zich toen terug moest laten zakken. En Adri van Houwelingen is ook de lul van de dag, omdat hij die opdracht gaf.

Morgen is de aankomst in Bagnères-de-Luchon en moeten vier bergen worden beklommen. De laatste berg is er eentje van de buitencategorie, de Port de Balès. Honderd jaar geleden maakten de renners voor het eerst kennis met de Pyreneeën. Vandaar dat in deze Tour het zwaartepunt in dit gebergte ligt. De aankomstplaats is ook dezelfde als de eerste Pyreneeënrit ooit. Octave Lapize won toen. Men reed met gewone fietsen over geitenpaadjes, want asfalt was er nog niet. Soms moesten de renners naar boven lopen. Lapize won de Tour van 1910. In de rit over de Aubisque werd Lapize ingehaald door de plaatselijke favoriet Lafourcade, die een kwartier voor hem over de top van de berg ging. Lapize daalde daarna zo geweldig, dat hij de renner weer inhaalde en de rit won. Ik zie dat morgen niet gebeuren. Zelfs Sanchez kan geen kwartier dicht rijden in een afdaling.
Natuurlijk zijn er ook in Luchon weer thermische baden.

Halverwege de rit komen de renners door het stadje St. Girons. Dat is de hoofdstad van Pays de Couserans. Drie rivieren komen daar samen.
Het stadje staat bekend om zijn jaarlijks terugkerend wandelevenement. Sinds 1994 wordt dat gehouden. Het wandelevenement heet: la route de la liberté. Deze route naar de vrijheid wordt ieder jaar het tweede weekend in juli georganiseerd. Je loopt dan dezelfde route als de vluchtelingen in de Tweede Wereldoorlog naar Spanje. Vanuit Spanje wilde men dan naar Engeland.

Er is morgen na de beklimming van de Port de Balès natuurlijk nog wel een afdaling, maar die is zeer technisch en dus gevaarlijk. Als je als eerste de top bereikt en je kunt goed dalen, dan word je beslist niet meer ingehaald. Echt iets voor Samuel Sanchez dus. Maar dan zal hij wel als eerste over de top moeten en dat zal hem vermoedelijk niet lukken. Het zal voor hem dus wel een inhaalrace worden naar Bagnères-de-Luchon. Wie gaan er dan voor hem over de top? Ik denk Contador, Schleck, Menchov en hopelijk Gesink.
Als Gesink een beetje bij Contador en Schleck in de buurt kan blijven, dan gaat hij waarschijnlijk Vandenbroeke in het klassement voorbij, want die heeft meestal voor de grote Pyreneeënritten een te klein motortje. In de Alpen lukte het hem wel, maar die ritten waren niet lastig genoeg.