De Hertog is dood, Brabant is gevallen

Arno (Arnohari)

Vorige week heb ik weer eens een weddenschap verloren. Volgens diverse waarschuwingen zou het om twee uur gaan hozen. De hel zou losbreken en alleen de Ark van Noach zou ons nog kunnen redden. Bliksem, zo werd ons beloofd, zou ons treffen. Kortom: noodweer. Een vriend van mij had die waarschuwingen niet meegekregen en ik stelde heel nonchalant een weddenschapje voor: als er tussen kwart voor twee en twee uur een flinke bui zou vallen, dan krijg ik een krat met mijn favoriete bier, Hertog Jan. Zoniet, dan zou die vriend een mooie avond met 24 bruine flesjes met dat stoere etiket krijgen. Hij stemde in, het was immers één uur en nog stralend weer. Half uur later wordt het donker en valt er inderdaad een stevige bui. Maat, kom maar op met die krat! Helaas, om kwart voor twee valt de laatste druppel en sindsdien is het droger dan de keel van Rod Stewart tijdens een concert net buiten Schoorl. Dus ik moest een paar dagen later naar de supermarkt voor kratje heerlijk helder Hertog Jan.


Ik snel naar het gangpad met bier en til een krat Arcens goud in mijn wagentje. Ik zie dat er één flesje ontbreekt. Uit een ander krat pak ik een flesje en ik merk op dat Hertog Jan uit de kast gekomen is. 'What the fuck?', schreeuw ik. Meteen roept een vakkenvuller: 'Het wattenvak is tegenover het dierenvoer'. 'Watte?' 'Tegenover het díe-ren-voerrr!' Ja, het zal wel. Ik word een beetje draaierig van de nieuwe Hertog op het etiket. Hij kijkt mij aan met zijn sprankelende blauwe ogen alsof hij mij in gedachten aan het uitkleden is. In zijn rechterhand een pot met wit spul waarvan ik hoop dat het niet is wat ik denk dat het is. In zijn linkerhand geloof ik dat dat nog steeds een zwaard is, maar ik vrees dat dat een niet nader te noemen lichaamsdeel van zijn nieuwe liefde is, of van hemzelf. Dat verklaart meteen de witte schuimlaag boven zijn rechterhand. De Hertog nieuwe stijl straalt een klaargekomen weeïgheid uit waarvoor Albert Verlinde enkel de basiscursus heeft gevolgd. Bedekt onder een hermelijnen mantel der herenliefde doet hij de Gay Pride degraderen tot een Iraanse boerenbruiloft met raketijsjes en negerzoenen (hou het woord erin!). Hij is net naar de kapper geweest. Zijn baard golft mooier dan de Atlantische oceaan net voor een orkaanrestant en ik wil niet weten wat voor hip kapsel hij aan de onderkant heeft. Hertog Jan is getransformeerd tot Lodewijk XIV.

 
De Hertog Jan op het oude etiket is gebaseerd op Jan I van Brabant, een hertog uit twaalfhonderdzoveel. Volgens Wikipedia 'een krachtige heerser die zijn gebied aanzienlijk vergrootte'. Hij hield van jachtpartijen en riddertoernooien en dat was ook meteen zijn doodsoorzaak. Voor ons jonge mannen in Brabant is de Hertog een voorbeeld van een echte Brabantse vent met ballen. Een held. Een lompe kerel die graag met iedereen een flinke pint pakt. En nog één. En nog drie. Totdat de goedgevulde bruine baard van de Hertog begint te dansen op de muziek. Totdat het tien minuten duurt voordat je aan alledrie je drinkmaten retorisch hebt gevraagd of ze er nog één lusten en begint te ijlen over hoe gaaf de Middeleeuwen toch zouden moeten zijn: bier omdat het water ondrinkbaar is, de hemel dus. Tot voor kort proostten wij met een mooie fles Hertog Jan op deze held. Een symbool voor echte mannen, voor het ruwe Brabant en gewoon omdat het een lekker pilsje is.

 
Tot voor kort, dus. Hertog Jan bestaat niet meer voor mij. Sinds enkele weken ontken ik het bestaan van het biertje uit Arcen. Mijn favoriete consumptiepilsje, dus bier voor dagelijks gebruik, is met één beweging in mijn bierarchie gezakt van plaats één tot diep onder Heineken. De Hertog is niet meer van ons. Hij is overleden aan een ziekte die marketing heet. Jan heet voortaan Jeanne en gaat niet meer naar riddertoernooien omdat zijn schoenen dan vies worden. Hij proost niet, hij nipt. Hij verovert niet, hij drinkt thee met de vijand. De pest, ook al was dat een andere eeuw, heeft plaatsgemaakt voor pukkeltjes. Het fort is gesloopt voor een kappersmall. De Hertog rijdt niet meer per paard door het woeste Brabants landschap. Hij rijdt in een Prius en klaagt over vorstschade. Ik durf te wedden dat-ie altijd de bob is. Deze Jan zou 'pardon' zeggen na een boer. De Hertog is dood, Brabant is gevallen.