Bonnenonzin

x (servidor)

Terwijl de hele wereld met het WK bezig is, zoekt mijn onrustige geest  belangrijke zaken om ter behandeling of ter discussie te stellen. Maar ik wil niet de zoveelste zijn die het over de formatie van het kabinet, over de kwestie Joran of over het mislukken van de multiculturele samenleving heeft. Daarom ga ik het toch maar weer even hebben over iets onbenulligs.
Regelmatig erger ik mij namelijk aan het fenomeen van de cadeaubonnen. De verscheidenheid is groot, en het is een wijdvertakt gebruik om bij verjaardagen en huwelijken, of andere gelegenheden, iemand te trakteren op zo’n dom geval.
 Als ik ze krijg, wat gelukkig niet al te vaak gebeurt, gooi ik ze geheid weg.  Want ze hebben de hinderlijke gewoonte om zoek te raken en te verlopen, dus kan je ze net zo goed meteen maar afschrijven. Je gaat iets kopen, en dan heb je dat kutding net weer niet bij je. Of je moet er mee naar speciale winkels, want ze worden ook niet overal aangepakt. En ze hebben niet de status van wettelijk betaalmiddel, dus je kunt ze niet naar de bank sturen, als extra tussentijdse aflossing op je hypotheek.
Er zijn CD-bonnen, slijterijbonnen, bioscoopbonnen, boekenbonnen, VVV-bonnen,  en ga maar door.
Allemaal met een bepaalde waarde, waaraan de ontvanger dus kan zien hoeveel hij waard is voor de gulle gever, en wat hij mag gaan verteren. Maar de gever bepaalt wel welke sector van de economie gespekt wordt door de transactie van de ontvanger!

Deze bonnen hebben allemaal één ding gemeen: Zij beperken de ontvanger in de besteding. Met een boekenbon kun je niet naar de bioscoop, en met een slijterijbon kun je geen boek of CD kopen.
Eigenlijk zeg je dus als gever tegen de onvanger: Ik wil dat je een boek koopt, daarom krijg je een boekenbon, want ik wil niet dat je een CD gaat kopen. Maar ik ben te beroerd om een goed boek voor je uit  te zoeken, dus dat doe je maar fijn zelf. En ik wil ook niet dat je naar de bioscoop gaat, anders had ik wel een bioscoopbon voor je gekocht. Je zal verdomme een boek kopen!
Er is dus best wat mis met het geven van cadeaubonnen. Het is een uiting van geestelijke luiheid, en het is ook hypocriet. Je wilt geen geld geven, maar de waarde van het geschenk staat er gewoon op. Je wilt iemand blij maken, maar bent te besodemieterd om een passend cadeau te verzinnen. Toch wil je de ontvanger je wil opdringen, door hem in de richting te duwen die jij wilt. De cadeaubon is dus de weg van de minste weerstand. Daar doe ik niet aan mee.

Stel, iemand is jarig of gaat trouwen, en ik ben net even te belazerd om de moeite te nemen om een goed cadeau uit te zoeken. Ik geef dan een cadeaubon van de Centrale Europese Bank. Dat is namelijk wat een eurobiljet is: een universele cadeaubon, in alle eurolanden dag en nacht inwisselbaar voor elk gewenst artikel of dienst. Een 20 eurobiljet kan zowel een CD-bon als een boekenbon zijn, of een bioscoopbon of slijterijbon. Een 50 eurobiljet is een dinerbon of een benzinebon, als de ontvanger dat wil. Maar het kan ook een boekenbon en een CD-bon zijn. Een 100 eurobiljet is zo ongeveer een hotel-bon. Of de ontvanger kan er mee naar het casino of er mee de kroeg in duiken.

Kortom, als je niet weet wat je voor iemand moet kopen als cadeau, geef dan gewoon geld. Dan kunnen ze zelf kiezen wat ze er voor willen kopen.
Laten we met zijn allen ophouden met die onzin van cadeaubonnen. Verzin een mooi cadeau voor iemand, maar als je er niet uitkomt, gewoon cash in een leuke enveloppe met de vermelding ‘cadeaubon’. Zo laat je de ontvanger ook vrij in zijn besteding. En dan ben je ook af van de kosten van het produceren en administreren van die zooi, dus blijft er netto meer over.
Weg met die bonnen-onzin.