Requiescat in pace, trouwe metgezel

Bert (superworm)

Deze week ging ik met een vriendin van mijn werk naar de uitvoering van het oude, Griekse toneelstuk Antigone, zoals bewerkt door een Latijn en Grieks-studerende vriendin van de middelbare school. Zij had aan de Radboud eigenhandig een toneelgezelschap opgezet en Sophokles' werk naar modern Nederlands omgezet, de acteurs bijgestaan, subsidies aangevraagd en de locatie geregeld. Alleen al uit trots moest ik er heen.

In de Antigone is na een machtsstrijd tussen twee broers koning Kreon op de troon gekomen in de stad Thebe. De éne dode broer krijgt een staatsbegrafenis, de ander wordt veroordeeld om weg te rotten op het slagveld. Eén van de zussen van het dode stel, Antigone, pikt dit niet en begraaft tegen de wet van de nieuwe koning in haar broer. Hiervoor wordt ze uiteindelijk ter dood veroordeeld. In een dramatische twist wordt aan het eind het hele verhaal op z'n kop gezet, blijkt respect voor de doden, voor de goden belangrijker dan respect voor aardse wetten, en verliest koning Kreon alles wat hij aanvankelijk met zijn halsstarrige houding wilde bewaren.

Het was een prachtige voorstelling; de vervelend monotone reis naar en van Nijmegen was het meer dan waard. Maar fate, it seems, is not without a twist. Want zoals koning Kreon in afgrijzen van de ziener hoorde dat hij onjuist had gehandeld, zo werd ik zondag, twee dagen later, ook wakker met de schrik om het hart. Zoals Kreon de zelfmoord van zijn (met Antigone verloofde) zoon en vrouw had kunnen voorkomen door met een minder ijzig hart te handelen, zo trof mij ook blaam voor de gruwelen die mij vanochtend overkwamen.

In mijn hoofd had ik tot vandaag twee onderwerpen die ik tot column uit zou kunnen schrijven, zijnde een verhaal over de komende verkiezingen of een zoektocht naar monsterhits als Yesterday en Summer of '69 in het afgelopen decennium. Ik kan echter 'met de kennis van nu' geen uiting geven aan de meningen die ik over deze onderwerpen heb. Volledig opgeslokt door een gevoel van machteloze woede, van tergende onmacht, van vreselijk verlies, kan ik nergens anders meer aan denken.

En ja, ik had er zelf schuld aan. Hoe vaak werd ik niet vermaand mijn gedragspatroon te veranderen? Ik had kunnen weten dat deze fragiele status quo nooit stand had kunnen houden. Was ik, net als Kreon, niet verantwoordelijk te houden voor de persoonlijke crisis die mij nu voor de voeten geworpen werd? Had ik het, als de ouders van een Maddy, als O.J. Simpson, niet stiekem zelf gedaan? Het verlies werd door dit besef van boemerangend karma, van de schikgodinnen die om me een lesje te leren het draadje van mijn geluk doorknipten, alleen maar verergerd.

Als de wanhoop nabij zijnde, zich welhaast al in hun afgrijselijke noodlot berustende ouders van een vermist meisje dat het laatst gezien is in gezelschap van Joran van der S., fietste ik met een droeve blik op de fiets van mijn broertje door de wijk heen, met mijn arendsogen de tuintjes, poorten en stoepen bespiedend. Hij kon werkelijk overal staan, waardoor ik in een systematisch patroon in steeds grotere kringen de wijk om mijn huis heen afzocht. To be or not to be, that's the question, zei Shakespeare, en van het ene op het andere moment was mijn fiets niet meer.

Jeder Popel fährt einen Opel
Jeder Affe fährt einen Ford
Jeder Blödmann fährt einen Porsche
Jeder Arsch einen Audi Sport
Jeder Spinner fährt einen Manta
Jeder Dödel Jaguar
Nur Genießer fahren Fahrrad
Und sind immer schneller da.


Foetsie. In ijle lucht verdwenen. Het ding moet tussen het ochtendgloren en twaalf uur 's middags gejat zijn. Ik probeerde het voorval te rationaliseren. Was het baldadige, van de dancing terugkerende jeugd die het ding ergens in een sloot had geflikkerd of op een dakje had gemikt? Waren het goudzoekers van het AZC een paar honderd meter verderop? Of mag je dat weer niet denken? En hoe moet het met aangifte? Welk merk was het eigenlijk, Batavus of Gazelle? Waar zijn de verzekeringspapieren?

Ongetwijfeld is één van de redenen waarom de meeste mensen een hekel hebben aan administratie, het feit dat je het meestal alleen nodig hebt op momenten als deze – als Vadertje Staat wil dat je even vooroverbuigt zodat de grote gebalde vuist der belasting er even in geramd kan worden, als één of andere hufter je auto heeft bewerkt met een sleutel, als je netjes op slot staande fiets uit je eigen voortuin wordt gejat. Maar ik zei nog zo vaak: zet dat ding in de achtertuin of binnen. Ik hoorde het mijn moeder al zeggen voor ik haar opbelde om te vragen of zij wellicht de papieren had, waarna ze inderdaad precies zei wat ik al dacht. Boemerangend karma.

Of niet. Waar de oude Grieken persoonlijk falen op het te weinig offeren aan de één of andere god konden schuiven, kunnen wij ons westerlingen in onze harde, analytische maatschappij niet meer verschuilen achter termen als noodlot, karma of predestinatie. We stellen feiten vast. Zo ook op het online aangifte-formulier. Fiets op slot, ja. Fiets verzekerd, belletje met ouders, nee. “Je betaalt je scheel aan die verzekeringen en je krijgt doorgaans toch nooit iets terug”, zei mijn moeder. Wel als je beide sleutels nog hebt, maar daar is het nu te laat voor.

Ook de rekening bleek onvindbaar. En omdat de fietsenmaker zondag en maandag dicht is, kan ik pas dinsdag aangifte doen van het voorval. Mocht u in de omgeving van Soest wonen en ergens een mannenfiets met een enorm stuur – als van een biker – zien staan, met een plakkertje van fietsenmaker Gerdo Hardeman achterop? Stuur dan een pm. Zoals de eerder genoemde ouders heb ik stiekem nog ijdele hoop, dat mijn huisbaas uit voorzorg de fiets heeft meegenomen, dat de fiets als een godsgeschenk opeens weer op z'n plek staat, dat-ie als de robot in The Iron Giant, als een verloren gewaand huisdier, zelf zijn weg naar huis terugvindt. Dat de politie al haar mankracht op de zaak zet. Maar met meer dan een miljoen fietsendiefstallen per jaar is die hoop ijdel.

En als met het verlies van alles wat dierbaar is, of dat nu je ouwe vertrouwde fiets, je kind of je relatie is, herinneren alle liedjes weer aan het voorval. De shuffle-functie biedt slechts bij sommige nummers respijt. Achtereenvolgend hoor ik -Zonder jou is alles in mijn leven killer, zonder jou is alles plotseling veel stiller, zonder jou is wat voorheen vertrouwd was niet vertrouwd, -Don't speak, I know what you're thinking, I don't need your reasons, don't tell me 'cuz it hurts, -Das ist alles nur geklaut, nur gestohlen, nur gezogen und geraubt, entschuldigung, das hab' ich mir erlaubt, -This love is taking its toll on me, -Hoe vertel je iemand, dat de aarde niet meer rond is, dat de vogels niet meer vliegen, dat de zon niet langer schijnt. Is mijn geliefde fiets wellicht under een bridge, misschien sittend op de dock of the bay, ergens behind blue eyes, want niemand weet immers what that's like, of wellicht in de streets of Philadelphia...

Aan de andere kant kun je er achteraf zo verdomd weinig aan doen. Ik zal zo snel ik kan de allerlelijkste zesdehands fiets aanschaffen die ik kan vinden, met twee directe voordelen: minder kans op jatten en weinig financiële gevolgen. Wel vind ik het verlies, nu vier uur na ontdekking, nog steeds pijnlijk. Had ik 'm binnen gezet, dan was er niks gebeurd, spookt door mijn hoofd. In stilte brand ik een kaarsje en luister ik naar Mieke Telkamp. Dag metgezel, dag trouwe ros, dag ultiem vervoersmiddel. Dag fiets. Het ga je goed, welke schofterige, smerige handen je nu ook aanranden, welk stinkend onpersoon ook zijn billetjes om je maagdelijke zadel heen wringt, ik zal aan je blijven denken. Voor eeuwig. En in de woorden van Ezio Auditore da Firenze: Non temete l'oscurita - accettate il suo abbraccio. Requiescat in pace.