Droom Oranje spat uiteen

Johan (kuifkrullen)

Het Nederlands elftal is in de kwartfinale van het WK uitgeschakeld door Brazilië. De Zuid-Amerikanen bleken na 120 ongelooflijk spannende minuten te sterk voor het bij vlagen zwalkend spelende Oranje: 1-2.

Oranje was niet in staat om het sterke spel van de poulewedstrijden en de achtste finale vast te houden. "Het goede gevoel van de eerste wedstrijden was er niet", zo vatte Giovanni van Bronckhorst het duel samen. De aanvoerder zette met deze nederlaag een punt achter zijn carrière.

De uitschakeling zorgde voor grote teleurstelling en verslagenheid. Wederom had Oranje in de eerste vier wedstrijden prachtig voetbal laten zien. Geweldig combinatievoetbal, veel energie en veel mooie doelpunten.
De treffer van Robin van Persie tegen Kameroen werd genomineerd tot een van de mooiste doelpunten van het WK. Van Persie tekende met een perfect uitgevoerde stiftbal voor het eerste doelpunt in de door Nederland met 0-3 gewonnen wedstrijd.
Van Marwijk stak zijn teleurstelling niet onder stoelen of banken: “Het leek wel of er een heel ander team in het veld stond. Ik weet niet of jij vechtlust en scherpte hebt gezien, maar ik niet. En dat vind ik kwalijk.”

Zoals altijd heb ik ook deze wedstrijd gevolgd in het café. Ik hou van die sfeer. De wedstrijd op een groot scherm met het geluid op twaalf en veel bier. Het heel hard “ooooeee” roepen als er een Nederlander een schot lost. Ongeacht waar de bal eindigt.
Tijdens de eerste vier wedstrijden maakte zich een soort chauvinistisch gevoel van mij meester. Ik vond het volledig geoorloofd om de wildvreemde naast me innig te omhelzen bij dat schitterende doelpunt van Van Persie.
Ik hou van Holland. Het werd haast geloofwaardig.

Het oude vertrouwde wij-gevoel bestond weer! Jawel! Hele straten kleurden Oranje. Iedereen sprak erover. Als we dan wereldkampioen moesten worden, dan dit jaar!

En wat een kwartfinale was het. Een ware thriller.
Dat was niet te danken aan het goede spel van Nederland. Brazilië verzuimde vier, vijf, enorme kansen te verzilveren.

Oranje stelde zich in grote delen van de eerste helft afwachtend en aftastend op. Brazilië had het meeste balbezit en Oranje moest zich tevreden stellen met enkele kansjes. De grootste Nederlandse mogelijkheid was voor Arjen Robben, die na een vrije trap van Van der Vaart een fractie te laat kwam om te bal te kunnen intikken. Even later was Dirk Kuijt dicht bij een treffer, maar de voorzet van - wederom - Van der Vaart scheerde over zijn hoofd.

In de tweede helft begon Oranje scherper en agressiever. Robben, de enige Oranjespeler die een ruime voldoende kreeg, probeerde het team op sleeptouw te nemen door meer en meer ballen op te eisen. Zonder echt succes. Tijdens een van de spaarzame aanvallen van Nederland werd balverlies geleden. Bij de omschakeling werd voornamelijk naar elkaar gekeken. Kinderlijk eenvoudig slalomde Robinho langs drie Oranjeverdedigers en legde de bal panklaar op het hoofd van Luis Fabiano. 0-1.
Het Nederlands elftal, wakker geschud, startte direct na dit doelpunt een klein offensief. Wat zowaar na drie minuten al resulteerde in een treffer. Arjen Robben schatte een vrije trap van Sneijder op juiste waarde. De aanvaller, voor deze wedstrijd pas één keer trefzeker op dit toernooi, joeg de indraaiende bal snoeihard de kruising in.

Geen angst. Wij hebben genoeg kwaliteiten om ons hier nog uit te redden. Robben. Van Persie. Sneijder. Eén actie is genoeg in die verlenging. En dan consolideren. “Ik zweer het je, dit halen we nog wel binnen.”

De verlening werd bloedstollend. In de zin van: zou Nederland de grote hoeveelheid aanvallen van Brazilië kunnen pareren? Zelf kwam Nederland nauwelijks aan aanvallen toe. Het team leek ingezet te hebben op penalty’s, berusten in het feit dat ze voetballend Brazilië niet konden verslaan.
En daar zit 'm de crux. Het aanvallende voetbal dat Nederland in de eerdere wedstrijden toonde - de bravoure, het vrije, dat jongensachtige, "we zijn voor niemand bang" - dat maakte het team zo sterk. Met dat spel konden ze mogelijk iedereen verslaan.
Die manier van spelen was niet terug te zien in deze kwartfinale. Het team werd banger en banger.

Desalniettemin haalden ze het bijna, het einde van de verlenging. Bijna. Een droge trap van Kaká van bijna dertig meter liet de droom van Oranje uiteen spatten.

Het is wonderlijk hoe snel chauvinisme kan verdwijnen. Hoe snel we van trots op Oranje kunnen veranderen in een hypocriet kutland. Iedereen zag Nederland kampioen worden. Iedereen. Ons spel in de eerste vier wedstrijden was het beste van het hele toernooi. Dat waren we allemaal met elkaar eens. Fabelachtig. “Ik zweer het je, dit halen we binnen.”

Tot we verloren. Toen had iedereen het “allang gezegd”. En waren onze helden van een paar uur geleden opeens verworden tot geldbeluste klootzakken. Flikkers die zoveel verdienen dat ze niet gemotiveerd zijn om hard te werken, ze krijgen hun geld toch wel. En van Marwijk, die had het helemaal verkeerd aangepakt. “Dat heb ik altijd al gezegd.”

Ik gok dat er vandaag en morgen nog wel wat ruiten zullen sneuvelen en meer van dat soort flauwekul. Ach, over twee jaar, dan houden we weer een paar dagen enorm van ons land.


Zwolle, 3 juli 2010. Oh wacht…