Nachtritten: sexy lading (40)

Dick (Bornfree)

Hier lees je deel 39

Sjaak bleef alleen in het huis achter. Hij schudde met zijn hoofd, dacht en zei niets. Hij liet zich in de bank vallen, rook aan het dunne dekentje waar hij nog maar een paar uur geleden onder had gelegen met de liefde van zijn leven. Hij rook Vicky nog.

Vicky zat inmiddels al in het militaire vliegtuig dat Max en haar naar Nederland zou brengen. Ze had wel mannen gezien, aan de rand van het vliegveld, die mannen van Giovanni hadden kunnen zijn. Maar het vliegtuig was goed afgeschermd door militairen. Paolo had haar een kleine vijfhonderd meter voor het vliegtuig afgezet. Hij wilde niet tot aan het vliegtuig rijden. Dat zou te riskant zijn. Er was ook een auto vol onbekende mannen naar Max en Vicky toe gereden, zo over de landingsbaan heen. Ze werden echter staande gehouden door gewapende militairen. Het gebeurde honderden meters bij Vicky en Max vandaan. Toch had ze het idee hem te herkennen, Giovanni. Het was niet te missen. Een spierwit pak en altijd een hoop soldaten om hem heen. Maar Vicky wist het niet met zekerheid. Ze bedacht nu dat een ieder die ook maar iets met de maffia te maken had nu naar haar zocht op het eiland. Het was een bijzonder slimme zet van Paolo om Vicky in een militair vliegtuig naar Nederland te laten brengen.

Sjaak pakte wat hij nodig had; voor enkele dagen aan voedsel en kleding uit het vluchthuis van Giovanni. Het was volgens hem een klein wonder dat Giovanni’s mannen hier alleen over het huis vlogen en niet een keer de moeite namen om daadwerkelijk te kijken. Hij besloot als een streekboer gekleed te gaan en plakte al weer een baard op en liep een beetje krom. Niet veel later reed hij de oude Alfa Romeo de garage uit. Hij keek omhoog en zag een klein militair transporttoestel dat net opgestegen was. Hij wist dat daar zijn Vicky in zat en voelde zijn hart in zijn borst als een bewegingloze klomp beton. Bij iedere gedachte haar nooit meer te zien, voelde hij het gewicht van deze klomp en dit gaf een bijna niet te dragen kramp. Sjaak dumpte de Alfa een paar kilometer voorbij het huis. Hij reed het oude vehikel een sloot in en liep verder naar een dorp een paar kilometer meter verderop.

Vicky had een prop tissues in haar hand. De lege stoel naast haar lag al vol met volgesnotterde tissues. Ze keek door het kleine raampje naar beneden, naar het eiland dat haar leven voorgoed verwoest had. Ze was de liefde van haar leven verloren. Ze stond nog steeds achter haar besluit. Ze had zich voorgenomen om haar studie psychologie weer op te pakken.
‘Max?’ Max knikte, hij zat naast haar in de kleine, oncomfortabele stoelen van dit vliegtuig. Hij pakte haar hand, ze had intens veel verdriet.
‘Zeg het maar, Vicky.’

‘Alles, echt alles is gelogen? Taxichauffeur? Wat was of is zijn missie?’
‘Als het waar is wat Bart geschreven heeft, dan zijn wij zijn missie niet. Ik bedoel, jij wel. Jij was wel zijn missie omdat hij ook van jou houdt. Maar dat is waarschijnlijk niet ‘de missie’. Ik heb geen flauw idee voor wie hij dan werkt. Bij ons is hij in ieder geval niet bekend. Ik bedoel bij de Nederlandse justitie. Waarom?, wie?, wat?; ik heb dezelfde vragen als jij. Heb je het idee dat je hem genoeg tijd hebt gegeven?’
‘Als hij vanaf het begin al gelogen heeft tegen mij, hoeveel tijd moet ik hem dan geven om alles te verklaren? En wat belangrijker is, Max: wat is dan een leugen en wat is de waarheid? Dit zijn geen kleine leugens. Sjaak maakte mij, jou en Bart altijd ondergeschikt aan welke waarheid van hem dan ook. Er zijn duizend momenten voor hem geweest mij in te lichten. Ik zou over zijn waarheid altijd gezwegen hebben, ook tegen jullie, maar ik had het wel moeten weten wie hij was en waarom ik. Dat kan ik hem niet vergeven. Nu niet en nooit niet. En ook al kan ik hem vergeven, dan kan ik hem weer niet vertrouwen. Het is een duivels dilemma.’
‘Toch is het doodzonde. Jullie liefde is zo perfect, zo zuiver.’
‘Max, hou op!’ Max zweeg.

Het vliegtuig landde en er was nog geen seconde voorbij gegaan dat zij niet aan Sjaak had gedacht. Vicky’s ouders waren door het dolle heen toen zij hun ontvoerde dochter weer zagen. Ze had hun nog zoveel te vertellen. Een agent fluisterde in haar oor:
‘Wij willen u nog even snel briefen, mevrouw van Straatten. Mijn naam is Poortvliet, commissaris van politie regio Amsterdam.’ De voor Vicky onbekende man begeleidde haar samen met nog een andere man naar een aparte ruimte. Haar ouders werden tegengehouden. Max mocht wel mee.
‘Mevrouw van Straatten, om met de deur in huis te vallen: u krijgt vierentwintig uur beveiliging mee. Dat betekent dat er altijd twee man naast u lopen. En dat op betrouwbare plekken. Gaat u naar de stad, dan zal er een bij komen. De mannen zullen zich aan u voorstellen. Een kent u al: Max van Schie. Hij is toegevoegd omdat u al een band met hem hebt. Wen aan hen en doe het snel, want zij redden uw leven wanneer dat nodig mocht zijn. En dit zal zo blijven, in ieder geval totdat we het officiële bericht krijgen dat Giovanni Colombo dood is, dan wel achter de tralies zit. Maar u mag wat mij betreft iedere dag bidden dat hij een ongeluk krijgt. Want in de gevangenis is hij net zo gevaarlijk als daarbuiten. Alleen zijn dood zal u verlossen van zijn schizofrene gevoelens van liefde voor u.’

‘Weet u iets van Sjaak ten Damme?’ Het was eruit voordat Vicky er erg in had.
‘Sjaak wie? Ten Damme? Die kennen wij niet. Was dat de derde agent? Ken jij hem, Max?
‘Ja Jezus, kennen… Daar zeg je wat. Een taxichauffeur die verliefd is geworden op Vicky en haar achterna is gevlogen toen zij door een klant ontvoerd werd.’ De agent keek bedenkelijk.
‘Je hebt mij kort gebrieft, Max van Schie, over deze derde persoon. Wij kennen hem niet. Sterker nog: er bestaat geen Sjaak ten Damme. Er is ook nooit een taxichauffeur geweest die een vergunning heeft gekregen in Nederland met de naam Sjaak ten Damme. Dus wat ons betreft is het een grote onbekende die verliefd op u is geworden en die u verschillende keren het leven heeft gered.  Maar wat ik van Max zijn baas heb begrepen, is dat het wel een mannetjesputter moet zijn geweest. Hij was altijd op de juiste plaatsen met de juiste wapens.’
‘Dat is nogal makkelijk. Hij werd geholpen vanuit Nederland door mijn baas. Die verzorgde het een en ander.’
‘Pardon? Ik ben de meerdere van jouw baas. Ik kan je melden dat deze Sjaak alleen jou en Bart gekregen heeft om het een en ander te onderzoeken. Ik ken hem alleen van naam, maar wat is een naam? Ik ging ervan uit dat het haar vriend of man zou zijn. Het was Barts en jouw doel Vicky vrij te kopen, te onderhandelen met de lokale overheden. Dat was jullie taak, Max. Of heb ik het verkeerd begrepen?’ Max voelde zich warm worden, maar liet het even niet merken.
‘Wij hebben inderdaad gedaan, geprobeerd wat u net beschreven heeft. Dat was onze opdracht.’
‘Sterker nog, jullie zijn in mijn ogen de helden. Sjaak ten Damme bestaat helemaal niet. Tenminste, niet officieel.’
‘Sjaak bestaat wel. En ik was toen ongelofelijk blij dat hij bestond. Hij heeft mij vaak het leven gered. En vergeet niet dat ik ook gek op hem ben. Maar het is een lang verhaal om u dat allemaal uit te gaan leggen. Ik wil nu bij mij familie zijn.’