Op rode hemden zie je geen bloed

Jan (Bakoenin)

In 1991 fietsten mijn vrouw en ik door de Gouden Driehoek. De start was in Chiang Mai en we fietsten via de grenzen met Birma en Laos terug naar Chiang Mai in drie weken. Het was een prachtreis door een gebied waar veel bergstammen leven. Een van de eerste dagen waren we te gast bij de Lisu in een olifantentrainingskamp. Het dorp waar de trainers van de olifanten woonden lag een eindje de jungle in. We konden de fietsen en bagage achterlaten bij een etensstalletje aan de weg en trokken met een rugzakje, waarin het hoognodige, de jungle in naar het dorp. We werden zeer vriendelijk ontvangen, kregen voor weinig geld een slaapplaats in een bamboehutje en eten. ’s Avonds werd een kampvuur aangelegd en werd er muziek gemaakt, gedanst en gedronken. Thai zijn boeddhistisch en alcohol is niet verboden. Het was een fantastische belevenis. Zij zongen Thaise liedjes en deden volksdansjes en wij zongen Nederlandse liedjes en deden Jan-Huigen-in-de-ton met ze. Stom spel natuurlijk, maar iets beters konden we niet verzinnen, want we hadden geen klompen en konden dus geen klompendans doen. Bovendien weten we niet hoe dat moet.
´s Morgens werden we op een olifant naar de weg teruggebracht. Daar werd meteen een show met olifanten gegeven voor toeristen uit Parijs. Dat was lachen. Daar waren dames bij die schoentjes met naaldhakken aan hadden en over de hangbrug over het water moesten. Ik heb de film nog van die slapstick. We maakten nog een tochtje op een vlot over de rivier en fietsten daarna verder naar onze volgende overnachtingplaats.

Maar in dat dorp was me iets opgevallen.
Tussen de Lisu ontdekte ik een Akha-vrouwtje. Dat was erg vreemd. Alle bergstammen hebben een eigen cultuur en eigen kleding en vormen gesloten gemeenschappen. Een Akha tussen de Lisu was dus vreemd. Navraag leerde dat ze in de stam was ingetrouwd. Ook dat is vreemd, want normaal gesproken wordt er alleen binnen de eigen stam getrouwd.
Het bleek dan ook uit pure noodzaak.

De Lisu, de Akha, en ook andere bergstammen, leefden nog niet zo lang geleden van de papaverteelt. Op aandringen van de Verenigde Staten en door middel van een schenking van 48 miljoen baht aan Thailand zijn alle papavervelden in het Noorden vernietigd. Op zich natuurlijk een goede zaak, want iedereen weet wat er van papavers gemaakt wordt en wat voor ellende dat veroorzaakt.
Probleem was echter dat de bergstammen nu hun inkomsten kwijt waren. De Thaise regering had natuurlijk moeten zorgen voor een alternatief, maar heeft dat nagelaten. Met als gevolg dat de bergstammen verarmden. Die Akha-vrouw in dat Lisu dorp was noodzaak. Deze Lisu verdienden nog redelijk met hun olifantenshows en werkzaamheden die door de olifanten werden gedaan. Maar de Akha hadden veel minder inkomsten nadat de papavervelden waren vernield. Ze konden wel wat aan toeristen verdienen met hun traditionele kleding en souvenirs, maar dat was niet genoeg om de stam van te onderhouden.
De verarming van de bergstammen en het platteland in het Noorden zorgde nog voor meer ellende. Ouders stuurden hun dochters naar Bangkok om geld te verdienen in de seksindustrie.
Die kinderen werden gewoon uitgeleverd aan exploitanten van sekshuizen in Bangkok. Daar zitten ze dan met kettingen aan hun benen te wachten tot er een dikke, oude Amerikaan komt om ze te verkrachten. Daar hebben de Amerikanen namelijk geen moeite mee. Dat mag gewoon gebeuren in Thailand.
Natuurlijk wordt er nog wel stiekem papaver geteeld in het Noorden en wordt er gesmokkeld, maar de meeste bergstammen zijn sinds de vernietiging van de papavervelden verarmd.

De bergstammen behoren tot de armste mensen in Thailand. Maar het hele platteland is eigenlijk arm. En er wordt door de Thaise regering niets gedaan om de situatie op het platteland te verbeteren. Net zoals ze zich na de vernietiging van de papavervelden totaal niet om de situatie van de bergstammen hebben bekommerd. Er is een enorme kloof tussen de stadselite van Bangkok en het platteland.
Slechts 5% van de plattelandsbevolking krijgt de kans om te studeren. Bovendien worden de mensen op het platteland ook nog eens uitgebuit door multinationals. De arme plattelandsvrouwen gaan bijvoorbeeld werken in fabrieken waar onze kleding wordt gemaakt. Ze ontvangen een schamel loon, hebben belachelijk lange werktijden en krijgen amfetaminen toegediend om meer te presteren. Er is geen sociale zekerheid.

Thailand is het land van de eeuwige glimlach. Mijn vrouw en ik hebben ons er altijd helemaal thuis gevoeld. We hebben ook nog door het Zuiden gefietst. De Thai waren altijd vriendelijk en voorkomend. Je moest alleen wel een beetje weten hoe het werkt in Thailand. Als je iemand de weg wilt vragen, moet je niet vragen of je goed fietst als je linksaf gaat, want dan zeggen ze ´ja´ omdat dit beleefd is. Het kan dan zijn dat je precies de verkeerde richting uit gaat. Je moet vragen welke weg je moet nemen naar een bepaalde plaats. Ook moet je een Thai niet opjagen. Geduldig blijven is de boodschap. Maar wat je ook doet, de Thai blijft vriendelijk. De glimlach is er altijd. Ook als je met je fiets voorover valt en je pols breekt bijvoorbeeld.
Maar achter die glimlach zit ook een ander gezicht. Emotie en woede worden opgekropt. Toeristen merken daar over het algemeen weinig van, maar het is niet voor niets dat de zeer bloedige actiefilms populair zijn in Thailand. Die vormen een soort ontlading voor de ingetogen Thai.
Het zijn net allemaal vulkaantjes waarin het vuur smeult.

De laatste weken zijn er een heleboel van die vulkaantjes aan het uitbarsten. In Bangkok is men de roodhemden zat. De stadsmensen vinden dat het een kleine minderheid is die last veroorzaken. Dat er zoveel doden zijn gevallen lijkt niet uit te maken. Maar ik voorspel dat dit nog maar het begin is. Natuurlijk was Thaksin Shinawatra corrupt, maar de mensen van het platteland geloven in hem en hij heeft ook wel wat gedaan voor het Noorden toen hij aan de macht was. De mensen van het platteland zijn de uitbuiting door de elite zo langzamerhand zat. Ik ben dan ook bang dat mijn geliefde Thailand aan de vooravond van een burgeroorlog staat, want de roodhemden in Bangkok hebben de strijd nu weliswaar opgegeven, maar het hele land zit vol met roodhemden.
Ik hoop dat de Verenigde Naties snel gaan bemiddelen en proberen de regering zover te krijgen dat er echt iets aan de situatie op het platteland wordt gedaan. Pas dan zal het land zijn eeuwige glimlach weer terugkrijgen.