Omgekeerde straatmuzikant

Thako (Okaht)

Mijn leven loopt niet altijd synchroon met de actualiteit. Hoewel ik er achteraf wel steeds de lol van inzie, blijf ik me er wel iedere keer weer over verbazen.

Met mijn ex-vrouw heb ik het nog nooit zo goed kunnen vinden als nu. Nu onze zoons onderhand het huis uit gaan en we absoluut zeker weten dat we nooit een relatie aan zullen gaan, bespreken we meer met elkaar en begrijpen we elkaar beter dan ooit. Zelfs iedere nieuwe liefde in onze levens en alle mislukte relaties worden gewoon besproken.
Idioot toch? Was het niet veel gemakkelijker geweest en had het niet een hoop ellende en verdriet gescheeld, als we ooit als stel zo open en eerlijk hadden kunnen zijn?

Mijn loopbaan is ook niet helemaal volgens de normale patronen verlopen. Toen ik nog zwaar ambitieus was en werkelijk alles deed om verder te komen, ging het privé niet altijd even lekker, wat dan vervolgens weer zijn weerslag had op het werk. Meestal was het dus steeds weer net niet wat het zijn moest. Op cruciale momenten in de verschillende beroepsopleidingen die ik deed en vlak voor belangrijke examens, lag er steeds wel weer een scheiding of iets dergelijks op de loer.
Vele jaren later had ik me er al in berust dat ik niet veel verder zou komen en feitelijk was ik daar zelfs tevreden mee. Dan komt er ineens uit het niets een gouden kans en ben ik ineens manager van een dertigtal medewerkers.
Maf toch? Er hoort bij zoiets toch een redelijk rechte lijn in te zitten. Met al die omwegen blijf ik steeds weer de angst houden dat het ook weer de andere kant op kan gaan.

Zo was er ook een jeugd die onbezorgd had moeten zijn, maar werd opgeslokt door angst en onzekerheden. In latere tijden, toen alles in leek te storten, was daar ineens die onbezorgde zelfverzekerdheid. Benauwende onzekerheid toen ik smachtte naar die eerste liefde. Een nonchalante vlotte babbel toen de ware liefde een illusie bleek en in ieder geval niet meer mijn zelfbeeld bepaalde. Nooit welbespraakt genoeg toen ik voor mezelf op moest komen, maar altijd het laatste woord kunnen hebben toen het er niet meer toe deed.

Al met al kwam het toch steeds weer goed. Maar verdomd, wat is het soms vermoeiend. En fascinerend. En steeds weer waard om de verhalen te vertellen. En steeds weer inspiratie voor nieuwe verhalen.

Nu weer opnieuw. Heel mijn leven maak ik al met wisselend succes muziek. Tot twee keer toe ben ik bankroet en dakloos geweest. Nooit heb ik pogingen gewaagd om professioneel muzikant te worden. Op sommige momenten was het dus wel handig geweest als ik gewoon mijn best had gedaan om er dik geld mee te kunnen verdienen.
Afgelopen weekend krijg ik het dus in mijn kop. Waarom ga ik niet op straat spelen? Ik heb verder een prima baan en een dak boven mijn hoofd, maar ik kan toch best wel gewoon in het centrum van de stad een stukje muziek maken?
En zo stond ik daar ineens op een pleintje in de stad muziek te maken. Ik genoot van de interactie met het constant wisselende publiek. Van dansende kinderen voor mijn neus. Van de aandacht. De blijken van waardering. Van de twintig en de vijftig eurocent muntjes die in mijn koffer werden gegooid. Van het briefje van tien dat er ineens in lag. Van het vooruitzicht om dit vaker te doen.

De opbrengst van mijn allereerste, vrijwel nutteloze, volledig asynchrone en overbodige straatoptreden: bijna dertig euro in twee- en een half uur. Volgens mij had ik dit beter kunnen doen, toen ik niks te vreten had. Of zou ik het toen toch hebben opgezopen?

Maar goed. Ik had weer een verhaal te vertellen. Er was weer inspiratie voor nieuwe verhalen.