Aandrang

Ron (Breinpijn)

Columnisten nemen soms hun toevlucht tot de meest waanzinnige of onzinnige onderwerpen om aan hun bladvulling te komen. Soms komt dit omdat ze werkelijk geen idee hebben waarover een column te schrijven en soms is het louter omdat ze een vraag in hun hoofd hebben die ze beantwoord willen zien. Dit kan dan een zeer onzinnige vraag voor anderen zijn, maar voor de columnist is het een brandende kwestie geworden die, koste wat kost, opgelost dient te worden.
Ik heb ook zo’n vraag die me al wat langer bezighoudt en deze vraag valt ontegenzeggelijk in de tweede categorie. Eigenlijk is het een wat banale vraag maar u moest eens weten wat columnisten allemaal bezighoudt.

Wat ik mij al heel lang afvraag is wat sportmensen tijdens de beoefening van hun sport doen als ze plotseling hoognodig moeten plassen of poepen?
Laat ons het een en ander even van dichtbij bekijken. Ik heb het volgende inmiddels uitgeplozen.
“Sportbeoefenaars die een sport hebben gekozen waarbij ze niet constant in het zicht van de kijkende menigte zijn, zijn bij hoge nood duidelijk in het voordeel”. Eigenlijk hoort deze zin trouwens te luiden: “Sportbeoefenaars die een sport bedrijven waarbij de onderste regionen van hun lichaam niet constant in het zicht van de kijkende menigte zijn, zijn bij hoge nood duidelijk in het voordeel.”

Enige praktijkvoorbeelden.
Een auto- of motorcoureur kan gerust hier en daar wat laten gaan; op die motorpakken zie je toch niets.
Roeiers en kanoërs kunnen ongelukjes in de broek gooien op binnenboord spattend water.
Modderworstelaars komen altijd goed weg; ook hier vallen eventuele natte plekjes absoluut niet op.
Onze vrienden zwemmers en waterpoloërs hebben het wat dat betreft wel heel gemakkelijk. Zij kunnen, zonder gezien te worden, onder het zwemmen hun blaasinhoud in het zwembad laten lopen. Of het moet een plas van epische afmetingen en extra goudgele glans zijn.
Sumoworstelaars zijn speciaal op de natuurlijke aandrang ingesteld en dragen uit voorzorg al een gigantische luier. Een vlekje meer of minder valt beslist niet op. Ook zijn, volgens mij, hun edele delen en blaas al zodanig ingesnoerd dat elke aandrang, hoe klein ook, niet meer gevoeld wordt?
Ik denk dat ruiters hier ook wel mee overweg kunnen. Wie valt het op als ons Ankie tijdens de rit een paar bescheiden druppeltjes in de kanten slip laat sijpelen?

Sommige sporters maakt het trouwens niets uit of ze en plein publiek iets laten gaan. De natuur roept en dan beantwoorden ze deze roep gewoon. We hebben allemaal wel eens wielrenners met de leuter buitenboord tijdens een of andere tour hun vocht zien afgieten.
Hardlopers, en dan natuurlijk de tak van de langere afstanden, stoppen onder het hardlopen ook wel eens om langs de kant van de weg hun warme water te lozen.

Sporters die qua kledij aangewezen zijn op nette of witte kledij zijn dus in het nadeel.
Snookerspelers zullen zich ongelooflijk schamen als zij hun plas niet meer kunnen ophouden tijdens een lange sessie. Ze mogen dan alleen hopen dat een frame snel genoeg afgelopen is om een sprint naar de toiletten te maken. Ik betrap me wel eens op de gedachte dat er spelers zijn die bewust een frame laten lopen om zo vlug mogelijk hun behoefte te kunnen doen en niet openlijk de Hilbert Nawijn van de snookerarena te worden.
Judoka’s, tennissers, zaal en veldsporters, schaatsers hebben het in deze delicate zaak dus gewoon moeilijk. Als zij de natuurlijke roep niet meer kunnen weerstaan, zal het gevolg altijd duidelijk in de openbaarheid te zien zijn.

Oké, we hebben dus gezien dat de kleine ongelukjes dus nog wel weggemoffeld kunnen worden of eenvoudigweg niet gezien worden. Maar de vraag die daarna rijst is: hoe zit het bij grotere aandrang? Wat als er boute werkzaamheden moeten worden verricht? Helaas zullen de meeste sporters dan het onderspit delven tegen moeder natuur of zijn er zelfs hier uitzonderingen?
Modderworstelaars zouden misschien qua kleurbeleving nog een voordeel kunnen hebben ware het niet dat geur alsmede bepaalde plakkerige smurrieachtige kenmerken hen de das om zouden kunnen doen. In ieder geval zou de tegenstander het wél weten.
Vragen die dan bij mij opborrelen (van boven dan) zijn bijvoorbeeld: Zal de wielrenner bij aandrang resoluut het spandexje omlaag trekken en, hangend naast het zadel, zijn darminhoud op het asfalt droppen? Zal hij afstappen en in een verlaten bosje een beetje kaka doen of zal hij bij een huisje langs de weg aanbellen met het verzoek of hij even van het gemak gebruik mag maken?
Zal de marathonloper datzelfde bosje opzoeken om zijn bruine vriend naast die van de wielrenner te leggen?
Zal de roeier zonder schroom zijn drol in de boot deponeren en de boel later met de slang wegspuiten? Misschien nog bij de eenmansskiff?
Zullen auto- en motorcoureurs en ruiters tijdens de wedstrijd hard persen en de boel knetterhard de broek in duwen? Het lijkt mij wat ongemakkelijk zitten, maar het zou niet onmogelijk zijn.

Zou er trouwens iets tegen aandrang tijdens een wedstrijd te doen zijn? Kun je voorzorgsmaatregelen nemen om te voorkomen dat je in het heetst van de strijd opeens de boel van onderen moet verzetten?
Ik denk dat voeding hierin heel belangrijk is. Je gaat natuurlijk niet vlak voor een belangrijke match een zeer copieuze maaltijd van kapucijners met spek, snert met worst of iets met veel knoflook en uien verorberen.
Het drinken van grote hoeveelheden water lijkt mij in deze zaak ook niet bepaald verstandig.
Plannen van je voedingspatroon tijdens de opbouw naar een wedstrijd is volgens mij een belangrijk onderdeel van die opbouw.
Misschien dat bepaalde darmstoppende middelen uitkomst kunnen bieden? Droge witte rijst schijnt enorm te stoppen evenals beschuit met slappe thee, Norit, wit brood, hardgekookte eieren.
Één extreme maatregel kwam mij laatst nog ter ore, “anaaltampon”. Brrrrr!

Hoe dan ook, elke voorzorgsmaatregel ten spijt, soms wint Moeder Natuur het gewoon en ja, dan kun je eigenlijk niets anders doen dan beleefd doch dringend aan de scheidsrechter te vragen of je even naar achteren mag. Hij zal je dit in negen van de tien gevallen niet onthouden.

Sorry, beste lezers, dit was de column voor deze keer. Ik ben gisteren aan de uientaart met spekjes en knoflook geweest en opeens moet ik zo ontzettend nodig…!