Vreemdgaan als pijnstiller

RedactieColumns

Eindelijk horen we weer eens wat van onze oud-collega Alpeko. Hij stuurde via de submit deze column in:

Al twee jaar kijk ik toe. Ik kijk toe hoe een vrouw in de bloei van haar leven worstelt zonder boven te komen. Als een dakloze op zoek naar eten is ze op jacht naar mannen binnen handbereik, op zoek naar aangevreten restjes aandacht. Bedelend om de aandacht die ze verdient en die ze thuis tekort komt.

Ik was één van die mannen bij wie ze het hart heeft afgegraven naar de bevestiging dat ze er toe doet. Toen wist ik echter nog niet waar die honger vandaan kwam. Ik deelde mijn korstje en gaf haar de aandacht waar ze zo naar snakte. Onschuldige aandacht, dat wel. Een praatje, een glimlach een kleine attentie over en weer. Ik zocht er nog niets achter. Ook omdat ik me niet kon voorstellen dat iemand zoals zij iets van mij zou willen.

Op den duur begon ik toch te twijfelen aan haar intenties. Hoewel ze zich voordeed als dakloze had ze immers toch een dak boven haar hoofd. Ze floepte er wel eens uit dat ze thuis iets tekort kwam maar als ik daar naar vroeg deed ze dat af als een grapje en zei ze dat thuis alles prima zat. Ik nodigde haar daarom uit voor een etentje om met haar te praten over wat haar toch naar mij toe dreef. Tot mijn verbazing ging ze aanvankelijk in op dit aanbod. Toen begon kennelijk ook zij te twijfelen aan haar eigen intenties. Ze gaf aan dat ze bang was dat dat etentje er nooit van zou komen.
"Je vertrouwt me niet?", vroeg ik.
"Jou wel maar mezelf niet," antwoordde ze.
Ik zag dat ze eerlijk was en wist voldoende. Natuurlijk zat het thuis niet goed. Een getrouwde vrouw zwerft niet op straat. Daar wilde ik niet langer van profiteren. Ik maakte haar duidelijk dat ze de oplossing thuis moest zoeken in plaats van in mijn prullenbak ondanks of misschien juist wel omdat ik om haar was gaan geven. Ook al zette ik hiermee onze goede band op het spel. Ze ontkende dat het haar thuis aan iets ontbrak en ze wierp een muur op voor mij waar niet tegenop viel te klimmen. Een muur, geen dak.

"Misschien zag ik het dan toch verkeerd?", dacht ik eerst nog. Niet veel later maakte ze immers bekend dat ze in verwachting was van het tweede kind van haar en haar man. Maar nee, want vervolgens zag ik dat ze haar pijlen op de volgende man had gericht. Een nieuwe voedselbron die haar pijn moest stillen. Niet de laatste ook.

Wat ik altijd al vermoedde, weet ik onderhand zeker. Dat het echtelijke samenzijn haar met de dag eenzamer maakt. Haar man, vader van hun twee jonge kinderen, ziet haar niet staan en zoekt zijn heil bij iemand anders. Zij doet hetzelfde. Ze eten niet meer thuis. Al speelt ze naar mij toe nog altijd mooi weer en zo bedriegt ze zelfs degene die haar heeft proberen tegen te houden om vreemd te gaan. De waarheid van de realiteit doet haar onderhand meer pijn dan de leugen om er van weg te zijn. De realiteit dat twee mensen die elkaar ooit het ja-woord hebben gegeven nu met grote regelmaat grijpen naar de buitenechtelijke paracetamol ter verzachting van de pijn in hun gebroken harten. Zinloos want buitenechtelijke paracetamol bestrijdt net als iedere andere pijnstiller alleen de symptomen en neemt niet de oorzaak weg. Jaloers kijken de daklozen toe, zoveel te eten in huis maar beiden niet in staat om het bereiden. Ik heb geen honger meer.