HAFMO

Luc (LvanLier)

De grootste verdienste van Hans van Mierlo was misschien wel, dat hij het mogelijk maakte dat ons land een aantal jaren seculier werd geregeerd. Geen KVP, geen CHU, geen ARP, geen CDA, laat staan die extra-orthodoxe kleintjes in het kabinet. In die tijd heeft Van Mierlo veel goeds voor ons land bereikt. Het homohuwelijk. De mogelijkheid, boodschappen te doen op zondag. Ons land werd levendiger. Vrijer. Vrolijker. Zo’n gelegenheidscoalitie met de ChristenUnie moet hem wel een doorn in het oog zijn geweest. Van die religieuze bekrompenheid die zo’n partij voorstaat moest Van Mierlo niets hebben.

Terwijl Hans van Mierlo uit een goed katholiek nest kwam! Maar op zijn 21e brak hij met het geloof. En de kerk was niet het enige, waarin hij zich niet thuis voelde. Ook van de politiek deugde er maar weinig. Het moest anders. Daarom richtte de jonge journalist in 1966 met een aantal geestverwanten D’66 op. Inderdaad, toen nog mét apostrof. Bij de verkiezingen in 1967 meteen zeven kamerzetels. En zijn partij bleek een blijvertje, in tegenstelling tot veel andere clubs die de politiek “wel even wakker zouden schudden”. Ik noem een Boerenpartij. Een Algemeen Ouderen Verbond. De LPF. Veel herrie, maar geëindigd als onbeduidende schimmen uit het verleden. D’66 niet. Dat was een blijvertje. Natuurlijk, met vallen en opstaan. Maar regelmatig drong het geesteskind van Hans van Mierlo door tot in het centrum van de politieke macht. In kabinetten met de PvdA, met het CDA, de VVD. Maar uiteindelijk maakte zijn D66 de paarse kabinetten, onder leiding van PvdA-coryfee Wim Kok, mogelijk. Nooit werd ons land zo goed geregeerd als in die tijd. Een mengeling van zakelijk en sociaal. Liberaal en toch fatsoenlijk. Zoiets. Dat hebben we aan Van Mierlo te danken.

Ik zei al iets over die ups en downs. In 1972 verloor D’66 de verkiezingen, en Van Mierlo deed een jaar daarna het enige wat een lijsttrekker dan kan doen. Terugtreden. Zoals Agnes Kant recentelijk heeft gedaan, zoals Jan Peter Balkenende nooit zal doen. D’66 bleef stuurloos achter, totdat Hans in 1981 minister van Defensie werd, en zich in 1986 weer liet inlijven als politiek leider. In 1994 maakte een flinke verkiezingszege de vorming van het eerste paarse kabinet mogelijk. Dat moet wel een enorm glorieus moment zijn geweest voor de man die aan de wieg had gestaan van zijn partij. Na zijn terugtreden in 1998 ging het wederom bergafwaarts met D66. Zijn partij werd overgenomen door figuren van onbestemd allooi. Herinnert u zich Lousewies van der Laan nog? Veel meer dan zichzelf in Amsterdam-Zuid belachelijk maken door daar rond te flaneren in lawaaijurken deed ze niet. De laatste Kamerverkiezingen leverden slechts een schamele drie zetels op. Het moet de oude Van Mierlo veel goed hebben gedaan, te zien hoe Alexander Pechtold zijn schepping van de rand van de afgrond redde. Mooi dat Van Mierlo de resultaten van de Gemeenteraadsverkiezingen nog op zijn ziekbed heeft mogen vernemen. Ik had hem ook nog het geweldige moment van victorie gegund bij de komende Kamerverkiezingen, maar dat mocht niet zo zijn.

Wat maakte van Van Mierlo zo’n bijzonder politicus? Zijn politieke opvattingen uiteraard. Veel gedaan voor de mensenrechten, op internationaal vlak meermalen zijn nek uitgestoken voor de goede zaak. Slechts één keer faalde hij. Als minister van Buitenladse Zaken miste hij de kans, de Surinaamse massamoordenaar Desi Bouterse, die ook in ons land werd gezocht wegens drugshandel, in Brazilië te laten oppakken. Dat is hem op veel kritiek komen te staan.  Maar er was meer. Van Mierlo beschikte over een prachtige welsprekendheid. Een schitterende woordkeuze. Klassiek, maar niet ouderwets. Grofbekkerij als “kopvoddentax” en “U bent niet goed snik” had hij niet nodig om zijn punt te maken. Nooit. Volkomen terecht won hij de Thorbeckeprijs voor welsprekendheid en was hij jarenlang voorzitter van de jury van het Groot Dictee der Nederlandse Taal. Een man met klasse, waar iedere hedendaagse politicus nog een puntje aan kan zuigen. En een levensgenieter.

Henricus Antonius Franciscus Maria Oliva van Mierlo was al geruime tijd ernstig ziek. Ook een levertransplantatie gaf hem niet echt zijn gezondheid meer terug. Tot het laatst gaf hij adviezen aan zijn dierbare D66. Gisteren is hij overleden, 78 jaar oud. Hij heeft meer voor ons land betekend dan veel mensen beseffen. Daarom mogen wij hem nooit vergeten.