De Rijdende Rechter

Joris (superjojo)

Van een mug een olifant maken. Kleine ergernissen die uitgroeien tot extreme fobieën. Het ligt al ruim tien jaar aan de basis van het programma De Rijdende Rechter van de NCRV. In elke aflevering schiet meester Frank Visser mensen te hulp die ruzie hebben met hun buren of met een kleine zelfstandig ondernemer. Bijvoorbeeld over een hekje dat verkeerd is geplaatst, over een vogelhuisje of over een muziekkapel waarin kinderen voetballen. Maatschappelijk beperkten die na jarenlange pesterijen over de schutting, besluiten dat het zo echt niet langer kan. Dat zeggen ze ook vaak: ‘het kan echt niet langer zo.’ Of: ‘Ik ben ten einde raad.’ Ze zijn opengebroken, die mensen, ze zijn kapot.

Ik geniet er van om naar die mensen te kijken. Niet uit herkenbaarheid, overigens. Van mijn buren heb ik geen last, van huisgenoten slechts af en toe. Ja, het is niet leuk als je de dag voor het tentamen om drie uur ’s nachts wakker wordt omdat een huisgenoot keihard Lady Gaga draait. En ik vond ook niet bijzonder fijn om schaamhaar van huisgenoten uit het doucheputje te moeten krabben om de waterafvoer te repareren. Tot conflicten komen dat soort dingen echter niet. Dingen zijn pas echt een probleem als je er een probleem van maakt. Zeg nooit nooit, maar ik verwacht niet dat ik ooit voor de Rijdende Rechter zal verschijnen.

De mensen die er wel verschijnen zijn een toonbeeld van de beperktheid van zichzelf, de beperktheid van de mens als wezen. Ze zijn de weg kwijt tussen wetten en gevoel, dingen die ze zelf hebben gecreeërd laten nu hun leven tot kneuterigheid vervallen. Het is prachtig om de pure woede te zien van meneer Wooninck die een nieuwe vishengel wil. Of een hysterische vrouw die elke ochtend wakker wordt van gekraai van de haan van de buren. Een hondje met diarree dat niet geruild kan worden en een Bambi-hertje dat teveel stinkt. Bejaarden met opgekropte frustraties waarvan de hele wijk last heeft. Een jongen die op zijn zestiende verjaardag drie keer achter elkaar in de nachtbus kotst en daarom drie keer de boete op kotsen moet betalen van het vervoersbedrijf. Wie er uiteindelijk gelijk krijgt van meester Visser, is voor de kijker niet eens van belang, het leukste is de aanloop naar de hoorzitting en de verongelijkte gesprekjes met presentratrice Jetske van der Elsen achteraf.  ‘Maak er maar een tekening van en stuur hem op naar Mallorca,’ aldus meneer Wooninck, nadat hij de zaak om de vishengel verloren heeft.

De Rijdende Rechter valt zelden tegen. Elke keer is het conflict weer burgerlijker dan burgerlijk, zijn de grootste zeurders de mensen die het meest ongelijk hebben en kijken de andere buurtbewoners vol ongeloof naar de kibbelaars. Mooi woord trouwens, kibbelaars. Op ‘kneuterig’ na, het meest kneuterige woord dat ik ken.

Elke vaste kijker van dit programma heeft natuurlijk zijn eigen favoriete afleveringen. Voor de een is het de ‘tingel-tangel’, zo’n lelijk klingelding dat tingelt in de wind en een vrouw uit haar spiritiuele nachtrust houdt. Voor de ander zijn het de tokkies met hun jachtgeweer. Voor de Rijdende Rechter-leken die toch deze column hebben aangeklikt en zo ver hebben gelezen (respect), wil ik nog even wijzen op twee van mijn persoonlijke favorieten.

In ‘Van de Kaart’ speelt Truus elke dag online bridge op de website Stepbridge. De bridgeclub heeft haar echter geroyeerd vanwege stalken en hinderen. De aflevering geeft een mooi doorkijkje in de internetwereld van bejaarden, die eigenlijk betrekkelijk weinig verschilt van online communities als FOK!. De andere topper is ´De fijne kneepjes´, waarin er ruzie is over een tegoedbon voor een gratis massage. Gedurende de aflevering ontrafelen de verhoudingen tussen masseur en klant zich zodanig dat je bijna het idee hebt naar een goede detective te kijken. Zonder moorden, maar inclusief een grote dosis plaatsvervangende schaamte.

De Rijdende Rechter is vijfentwintig minuten mensenkijken. Elke dinsdagavond op Nederland 1 (zie ook het forum).