Bang in het donker

Anke (Alphamusic)

Ik ben bang in het donker. Erg bang. En niet het bang dat je oplost met een lichtje naast je bed. Sowieso ben ik niet bang voor dát soort donker, ik ben tenslotte geen vier meer. Over het algemeen kun je mij zelfs wel beschouwen als een donkerfan. Donker is mooi en mysterieus, het maakt gezichten net iets knapper, dates net iets spannender en het leven net iets sexier. Het maakt mij echter doodsbang als ik alleen door de stad naar huis moet fietsen.

Vroeger was het nooit een probleem; donker. Ik woonde in een klein dorpje en als ik uitging, was het in de ‘grote’ stad. Dat betekende dat als ik relatief vroeg naar huis ging, ik de laatste trein, van half twaalf, kon nemen en dan vanaf het station een klein stukje naar huis moest lopen of fietsen. Niet eng, want ons dorp lag na elf uur vaak gewoon plat. Iedereen sliep en af en toe zag je iemand met een hond wandelen maar dat was het dan ook wel. Bovendien was ik vanaf het station in vijf minuten thuis. Als ik uitging tot laat, werd ik thuisgebracht of bleef ik bij iemand slapen, wat meestal het geval was. Aangezien de afstand tussen de stad en m’n dorp niet te fietsen was midden in de nacht, deed ik dat ook niet.

Echter, sinds een halfjaar woon ik in een grote stad, Utrecht. In het begin was ik extreem enthousiast over het feit dat ik na het uitgaan gewoon lekker naar huis kon fietsen in plaats van altijd maar overal te moeten bivakkeren. Het leek me ideaal. Ik fietste dan ook na de eerste keer uitgaan vrolijk naar huis, blij, zachtjes voor me uitzingend. Goed, ik dacht dat het zachtjes was maar mijn waarnemingsvermogen was enigszins aangetast door de schattig kleine hoeveelheid alcohol die in mijn bloed altijd enorme proporties aanneemt, en dus gedrag veroorzaakt dat je eerder toeschrijft aan een paar liter dan aan een paar glazen – of slokken. Het is dan ook erg goedkoop om mij dronken te voeren. Maar ik dwaal af. Veilig thuisgekomen, niets aan de hand. Echter, toen een vriendin van mij er de volgende ochtend achter was gekomen dat ik leuk aangeschoten, helemaal alleen en onbeschermd, met een lege mobiel en zo naïef als een kind van vijf over het meest beruchte verkrachterweggetje van Utrecht had gefietst, was ze geschokt over het feit dat mij niets overkomen was en gaf me een flinke uitbrander voor mijn onoplettendheid.

Sindsdien fiets ik altijd met haar op. Het grootste stuk kunnen we samen fietsen en ik hoef dan nog maar een paar minuten alleen. Voor dat stukje heb ik dan mijn muziek. Goed harde rock, flink doortrappen en ik ben in no time thuis. Echter, vanavond ging mijn vriendin met haar vriendje mee naar huis. Even kriebelde het in mijn buik, maar ik vermande -of vervrouwde- mezelf en bedacht me dat ik altijd mijn muziek nog had. Tot ik er achter kwam dat mijn mobiel leeg was.

Zonder muziek, zonder drank en zonder vriendin door een lege stad fietsen. Van het centrum naar de verste uithoek die je maar kunt bedenken. Stel je je het even voor? Iedere schaduw wordt een monster, iedere man een verkrachter en achter iedere boom kan iemand staan. In iedere fietser schuilt een moordenaar, in ieder steegje een potloodventer en een club mensen die samen over straat lopen wekken het idee van een groepsverkrachting. Vanwege complete nuchterheid neem je dan de ‘veilige route’ in plaats van de route door het parkje en langs het verkrachterlaantje, maar zelfs die route lijkt ineens niet zo veilig meer. Een man die op de stoep loopt, roept je na: ‘Hee meisje. Meisje. Hoe is het met je? Ga je mee naar huis?’ Nog net even íets harder doortrappen en vooral negeren. Doodzwijgen, want dan vergeet hij jou misschien ook.

En nou heb je een cursus zelfverdediging gehad. En een jaar kickboxen gedaan. Jij zou nergens bang voor moeten zijn. Probleem is wel dat je het nooit hebt hoeven toepassen. Je hebt nooit iemand serieus pijn hoeven doen, je hebt nooit je leven hoeven verdedigen. Jij weet hoe je in drie klappen iemand knock-out hebt, of zo verblind door pijn dat je alleen maar hoeft te rennen. Maar stel nou dat er iets gebeurt, zou je dat kunnen doen? Of zou je verstijfd van angst alles maar over je heen laten komen, zo verschrikt dat je keel dichtgeknepen zit en zelfs een gil, bedoeld om de mensen in de omgeving te alarmeren, niet kan ontsnappen. En zul je de volgende ochtend gevonden worden ergens in een bosje, verkracht en wel, met doorgesneden keel en je vingers geklemd om je lege mobiel.

Ach, ik ben vannacht weer veilig thuisgekomen.