Dental horror

Laurens (Gramps)
Het is al een hele tijd geleden, 1992 of zo, maar te goed om te vergeten. Of te gruwelijk? Kies maar, na lezing. Ed en Cor, twee puberzonen. Ed had kiespijn en ging naar de tandarts. Beter meteen maar thuis bij Raoul dan tijdens de vakantie naar een Franse tandarts ergens in een dorpje in Bretagne. Ed zou met zijn broer en de vroegere buurman Jan de volgende dag al vertrekken. Er moest dus echt meteen wat worden gedaan om de vakantie niet te hoeven vullen met pijnstillers en slapeloze nachten.

“Jongeman, ik snap dat je pijn hebt, het is een ontsteking onder je kies, dus dat wordt een wortelkanaalbehandeling”. Fijn hoor, kun je niks leukers verzinnen? Maar goed, je bent opgevoed met het idee dat de tandarts er hoofdzakelijk is voor het herstellen van schade, veroorzaakt door een onmatige, mierzoete eetstijl en door het labbekakkerig omgaan met de tweemaaldaagse tandenpoetsplicht. You had it coming, zullen we maar denken. Okee dan maar, zet de spuit er maar in, graag niet al te veel pijnlijk ongemak.

”Zo, jongeman, dat is ook niks te vroeg, wees blij dat ik je kies nog kan redden, al zul je een paar keer moeten terugkomen. Ik kan de behandeling niet direct afmaken, het wortelkanaal moet zolang openblijven tot alle troep er uit is. Ga zo dadelijk meteen maar een afspraak maken bij de assistente voor morgen en nog een enkele dagen daarna. Dan zien we daarna wel weer. Je kunt zelf uitmaken of de zaak goed verloopt, want zolang het goed gaat, heb je een smaak in je mond alsof er een herdershond in heeft liggen jongen. Als dat niet zo is, is het wortelkanaaltje verstopt en moet ik het weer open maken”.

“ Jamaar jamaar, dat kan helemaal niet, ik ga morgen op vakantie naar Frankrijk, ergens in een klein dorpje aan de kust van Bretagne, moet ik dan naar een Franse tandarts om de boel weer open te maken? En wie betaalt dat? Ik denk dat mijn vader hier niet echt blij mee is, en ik ook niet”.

“O, dat is dus een probleem, want twee weken niks doen is geen optie, dan word je gek van de pijn en is het middel erger dan de kwaal. Mmm, hoe doen we dat? Weet je wat? Ik laat je zien hoe je dit flexibele boortje door je wortelkanaal haalt, zodat de zaak weer opengaat en jij die rotsmaak weer terug hebt in je mond. Ik geef je dat boortje mee en dan moet je dat iedere dag even in je kies steken. Ik hoop dat we het zo een paar weken kunnen redden, en dan moet je je meteen na de vakantie weer bij me melden. Meer kan ik ook niet doen. Denk je dat je dat aan durft?”. “Goed plan, doen we, ik ben niet bepaald kleinzerig, dat zal wel lukken. Ik ben al lang blij dat mijn vakantie doorgaat, we hebben er maanden naar uitgekeken.”

Zo gezegd, zo gedaan. Iedere dag op het vakantieadres met wat hulp van anderen het gaatje in de kies gevonden en het boortje erin geduwd. De pokkesmaak bestrijd je met bier of, als dat niet beschikbaar is, met pepermuntjes. Nog een paar dagen er ze gaan weer naar huis. En dan: ramp, narigheid, lichte paniek – het boortje is zoek. Nogal wiedes, je woont in een tent naast de caravan, dus echt georganiseerd gaat het er niet toe. Eigenlijk nog een geluk dat het boortje niet veel eerder zoek is geraakt. Maar je voelt het al een klein beetje kloppen, of verbeeld je je dat? Het kan per slot ook inbeelding zijn, dat hoort bij een paniektoestand. Wat nu? Ed komt uit een technische familie en bedenkt alternatieven. Die zijn er natuurlijk niet veel op een Franse camping. Wacht, een dunne naainaald uit de reparatiekit van gastheer Jan. De kit opgezocht en het dunste naaldje geselecteerd. Ha, het kanaaltje is gelukkig recht, de naald glijdt makkelijk de kies in. Totdat-ie opeens muurvast zit. Logisch achteraf, zo’n naald is niet cylindrisch maar conisch. Ed probeert de naald dus weer uit zijn kies te trekken, maar dat lukt niet erg. Pieng! Dat klinkt niet gunstig, maar de naald is eruit. Tenminste, het grootste deel, het puntje zit muurvast onderin de kies. En sluit het kanaal hermetisch af.

Op huis aan, een dikke duizend kilometer, met de recreatiecontainer achter de auto, dus echt opschieten is er ook al niet bij. Een fles water en een strip pijnstillers bij de hand. Uiteindelijk valt het nog mee met de consumptie van pijnbestrijders, het geklop in de zieke kies blijft redelijk achterwege. Thuis naar de dentist die meteen een fotootje maakt. Staal kun je heel goed zien. Ik kreeg het plaatje ook onder ogen, het twee millimeter lange stukje naald staat me nog steeds helder voor de geest. Natuurlijk kan de tandarts ook niks doen, dit is een klusje voor de kaakchirurg. Die maakt aan de buitenkant het kaakbeen open en verwijdert het stukje  wortel met naald en al. Naar verluidt wordt het ontstane gat in het bot gevuld met natuurrubber, dat langzaam door het lichaam wordt geresorbeerd en vervangen door nieuw bot. Althans, zo werd het mij destijds verteld door de chirurg toen ik ook zo’n behandeling mocht ondergaan. Ik vond het niet echt geweldig, maar bij mij betrof het een snijtand in mijn bovenkaak, dus heel goed bereikbaar, terwijl de dame die voor mij werd behandeld er veertien had! Zowat haar hele kaak was ontstoken, en dat werd destijds, in 1980 in één keer behandeld. Ik weet nog dat die dame alleen was. Je zult met zoiets buiten komen en dan zelf naar huis moeten met de auto.

Moraal? Zoek dat zelf maar uit, volgens mij is het alleen maar een verhaal. Maar zelf dokteren kan ik dus niet aanraden, dan toch maar een Franse dentist. O ja, toen mam de vuile was sorteerde was het eerste  wat ze vond:

Het boortje.