We nemen het niet zo nauw meer

Jean-Paul (Days-Of-Wild)

"Die meneer heet Remi", zeg ik tegen mijn dochter, als de man die voor ons loopt bij het verlaten van het winkelcentrum plotseling stopt om een sigaretje op te steken en ik hem nauwelijks kan ontwijken.
"Ken jij hem dan?" Mijn dochter loopt om hem heen en kijkt de man onderzoekend aan. "Ik ken hem niet."
"Ik wel hoor. Er is zelfs een boek over hem geschreven?"
"Echt?"
"Ja, door Hector Malot. Dat boek heet 'Alleen Op De Wereld', en dat gaat over Remi."
Mijn dochter snapt het niet. De man wel. Althans, niet helemaal. "Ik mag op straat best een saffie opsteken hoor."
"Inderdaad, dat mag u, maar het zou wat prettiger zijn voor de mensen die achter u lopen, als u niet zo plompverloren stil zou gaan staan, maar even naar de zijkant loopt. Ik kon u maar ternauwernood ontwijken."
"Dan moet je niet zo dicht achter me lopen."
Natuurlijk, het probleem ligt bij mij. Stom van me om dat niet meteen door te hebben.

We lopen door, de parkeerplaats af en we willen oversteken als er van links een auto aankomt. Ik wacht om de auto voor te laten gaan, maar deze stuurt opeens naar rechts en zet zijn auto half op de stoep neer. Vlak naast ons en de milieustraat, zoals de verzameling verschillende afvalbakken tegenwoordig genoemd wordt.
"Heet die meneer ook Remi?", vraagt mijn dochter die inmiddels door heeft wat ik bedoelde.
"Nee deze meneer heeft een defecte richtingaanwijzer."
"Nee hoor", zegt de bestuurder die inmiddels is uitgestapt, "er brandt geen waarschuwingslampje op mijn dashboard, dus mijn richtingaanwijzer doet het prima."
"Toch zag ik hem niet knipperen."
"Dat komt omdat ik hem niet aangedaan heb."
"Dan zit daar het probleem", zeg ik en we steken over.

De man tilt een tas met plastic flessen en ander verpakkingsmateriaal uit de auto en loopt er mee naar de plasticverzamelcontainer. Mooi woord voor scrabble, drie keer woordwaarde. De container zit vol. Vele mensen hebben hun afval er al naast gezet. Door de wind en de kinderen van de nabij gelegen school is dit deels over de straat verspreid. De man staat er voor met zijn tas en twijfelt. Hij wil de tas erbij zetten maar wil ook niet gezien worden.  Als hij om zich heen kijkt, ziet hij mij naar hem kijken. Hij voelt zich betrapt.
"Jouw keuze", zeg ik en loop met mijn dochter door naar huis. Onderweg bedenk ik dat het fijn is dat we Jan-Peter nog in ons midden hebben. Zijn normen en waarden projectje is duidelijk nog niet breed maatschappelijk geaccepteerd.

Als we halverwege huis zijn hoor ik een fietsbel achter ons. We lopen door. Nogmaals de bel. We stoppen en ik draai me om. Ik zie een oud vrouwtje op de fiets met moeite tot stilstand komen. Als zij achter de sigarettenman voor het winkelcentrum had gefietst had ze hem nooit kunnen ontwijken.
"Hoort u mij niet bellen?", zegt ze verontwaardigd.
"Jazeker wel."
"Nou waarom gaat u dan niet opzij?!"
"Omdat dit een voetpad is?"
"Dat weet ik ook wel hoor!", klinkt het snibbig.
"Dan weet u waarschijnlijk ook dat u hier niet mag fietsen."
Haar ontzetting is groot. Een jongeman, in haar ogen althans, waagde het om haar aan te spreken. Zomaar op straat, op klaarlichte dag, aanspreken op haar gedrag nota bene!
"Jij hoeft mij niet te vertellen wat ik wel of niet mag doen."
"Dat doe ik niet, dat doet de wet. Ik vertel u alleen maar dat wat u doet volgens de wet verboden is."

"Valt hij u lastig?!" Achter mij was een man verschenen die mij angstaanjagend aankeek.
"Nee, zij valt mij lastig."
Het vrouwtje stikte zowat in haar woorden. Ik had uiteraard geen inzicht in haar medische geschiedenis, maar ik hoopte vurig dat hoge bloeddruk en knappende bloedvaten in haar familie niet al te vaak voorkwamen. Ze zat overduidelijk in de risicozone.
"Ik fiets hier alleen maar."
"En dat mag niet."
"Nee, dat klopt", zegt de man.
"Ik moet daar zo links zijn", ze wees achter me. Zo'n 300 meter verder was een zijstraat die de woonwijk inging.
"En u komt helemaal daar vandaan. De straat is hier ruim 800 meter lang, en al die tijd fietst u op de stoep."
"De weg is nou eenmaal een beetje gevaarlijk om te rijden voor een ouder persoon als ik."
"Misschien moet u dan maar besluiten helemaal niet meer met de fiets te gaan als u niet meer zo goed kunt fietsen."
"Ik kan prima fietsen", bitst ze terug.
"Dan is er dus geen enkele belemmering om gewoon op de weg te fietsen."

Inmiddels waren er meer mensen bij komen staan en hun aantal nam nog steeds toe. Heeft men tegenwoordig niets meer te doen op maandagmorgen?
"Wat zou u er van zeggen als mijn kinderen op de stoep voor uw deur gaan fietsen. Dan zou u ze toch ook wegsturen?"
"Ja, maar kinderen zijn niet voorzichtig. Die kijken niet uit waar ze rijden."
"En u bent het toonbeeld van oplettendheid? U kon nauwelijks voorkomen dat u tegen me aan reed. De stoep is hier", ik telde, "zeven tegels breed, met aan beide kanten overhangend groen. Dat betekent dat er effectief zo'n vijfeneenhalve vrije tegels beschikbaar zijn. Ik kan er net aan lopen met een boodschappentas in de ene en mijn dochter aan de andere hand. En u wil daar met uw parkinsonachtige manier van voortbewegen nog langs?"

Achter mij hoorde ik instemmend gemompel.
- Ja het groen hangt hier inderdaad ver buiten het perk.
- Het gaat alle perken te buiten.
- Haha goeie.
- Dat mag best wel bijgeknipt worden.
- En aan die losse tegels mogen ze ook wel wat doen.
- Het onderhoud laat sowieso te wensen over. De gemeente doet maar wat.
- Misschien zou de stoep wat breder moeten.
- Die straat hierachter is het ook altijd zo'n puinhoop.
- Wat mij betreft leggen ze hier verkeersdrempels in.
- Het is ook een schande dat ze die vuilnisbakken midden op de stoep zetten.
- Die vrachtauto's mogen ze ook verbieden. Die kunnen ook achterom rijden.
- Heb je die tuin daar gezien, dat ziet er ook niet uit.
- Ach, bij ons staan de auto's af en toe gewoon dwars op de stoep.
- Met je kinderwagen kom je er niet langs.
- De straatlantaarns doen het ook vaak niet.
- Heb jij die aanbieding bij de Aldi nog gezien?

"Hallo mensen!!! Mogen wij even?!"
"Precies", zei het vrouwtje, "ik wil erdoor."
"Via de weg dan, niet via de stoep. U, juist u, zou op de daarvoor bestemde plek moeten fietsen. U bent toch van de generatie normen en waarden? Die normen en waarden waarmee u de jongere generaties iedere keer mee om de oren hebt geslagen? Welnu, ik ben van de protest generatie en hier protesteer ik tegen. Daarnaast heb ik met één been in de generatie Nix gestaan, dus ik hoef nergens naartoe. Voorlopig kan ik hier dus rustig blijven staan. Waarschijnlijk heeft u een pedicure waar u nodig naartoe moet, dus ik raad u aan via de weg te gaan zoals alle mensen, anders worden uw teentjes nog langer en kunnen er nog meer mensen op trappen. Bovendien kunnen de boodschappen in uw tas bederven, u zal vast wel een vers pakje vla gekocht hebben."

Het vrouwtje koos eieren voor haar geld en omslachtig van links naar rechts, naar links naar rechts, naar links naar rechts kijkend, stak ze over. Dat had ze veel eerder kunnen doen, de weg was kompleet verlaten. Zwabberend reed ze weg. De eerste meters keek ik haar na. Het groepje mensen dat rondom ons was verzameld, viel snel uit elkaar. Er was niets meer te beleven. Of toch?
"Ben je nou tevreden met je overwinning? Zo'n oud vrouwtje. Ben je nou blij?"
Ik keek de man aan. De hele tijd had ik hem niet gehoord of gezien. Zocht hij nou ruzie of was dit zo iemand die bij het scheiden van de markt, als de kaarten al geschud waren, nog even zijn zegje moest doen zodat hij met opgeheven hoofd naar huis kon gaan en daar van zijn heldendaden kon vertellen hoe hij die brutale jongeman even terecht had gewezen. Ik opende mijn mond open om hem antwoord te geven, toen iemand anders naar voren stapte.
"Wat lul je nou? Hij heeft verdomme gelijk. Wel altijd klagen dat er niets voor ze gedaan wordt, maar ondertussen zelf ook de regels aan hun laars lappen. Nee hoor, dat vrouwtje heeft precies gekregen waar ze om gevraagd heeft."
Op dat moment klonk er een enorm gepiep van banden en een keiharde klap. Ik draaide me om en zie nog net hoe de inhoud van de fietstas van het vrouwtje over de auto heen vloog. Inderdaad vla. Ik keerde me weer naar de man.
"Zou je je standpunt misschien nog iets willen nuanceren?"