Autisten met een grote bek

Thako (Okaht)
Op zich ben ik zeer vergevingsgezind. Begripvol voor de minder ver doordenkende medemens. Hoopvol voor hen die nóg niet de vaardigheid hebben om problemen vanuit meerdere invalshoeken te benaderen. Heb ik tenslotte ook niet vele ervaringen en lessen nodig gehad om van een kortzichtige tiener tot een redelijk inlevend veertiger uit te groeien?

Je kunt iemand niet veroordelen voor een gebrek aan kennis. De relativiteitstheorie is nooit te vatten voor iemand die nog moeite heeft met de tafel van negen. Zonder deugdelijk onderwijs is het logisch als iemand niet overal even goed over me kan praten. Als iemand slechts in een beperkte kring leeft, snap ik ook wel dat andere culturen, gebruiken of onbekende ellende niet helemaal wordt begrepen.

Waar ik vervolgens wél absoluut een enorme pesthekel aan heb zijn mensen die niet eens de moeite nemen om eerst enige kennis te vergaren, en hun oordeel enkel en alleen baseren op vooroordelen die totaal niets met ervaring of werkelijke kennis te maken hebben. Lui die een ander beschuldigen van de meest vreselijke dingen, zonder ook maar één seconde stil te staan bij de gevolgen van de beschuldigingen die ze er met hun domme kop uitflappen.
Autisten met een grote bek!

Je zou bij dit soort gajes een bijzonder laag voorhoofd of een enorme inteeltkóp verwachten, maar ik stond in dit geval tegenover een groep keurige huiseigenaren. Keurige burgers uit een keurige wijk, waar voortuintjes verzorgd en stoepjes geveegd zijn. Tweeverdieners en kleine zelfstandigen, die zich doorgaans als “nette mensen” gedragen.
Maar dus ook keurige burgers waar bij sommige gelegenheden blijkbaar de Nazi naar boven komt drijven!

De aanleiding.
In mijn gemeente is men voornemens om in de wijken vijf hostels voor verslaafde daklozen met psychische problemen op te zetten. De eerste twee locaties zijn nu aangewezen.
Laat me voorop stellen dat ik volkomen begrijp dat mensen er van schrikken, en ik begrijp ook dat er protesten ontstaan. Zelf ben ik ook zeker niet gecharmeerd van de wijze waarop de gemeente het een en ander er doorheen heeft willen drukken. Van de andere kant is het ook weer een feit dat de toekomstige bewoners van de hostels nu ook door de hele stad zwerven, met alle negatieve gevolgen van dien. Ik snap dat het voor sommigen lijkt alsof zo'n hostel een probleem in hun wijk brengt, maar mijn visie is dat het juist een behoorlijk aantal problemen op zal lossen.

In de debatten rond de hostels treed ik op als ervaringsdeskundige en cliëntenvertegenwoordiger. Afgelopen week was er een inhoudelijke voorlichtingsavond, waar de wijkbewoners vragen mochten stellen aan betrokken instanties, behandelaars, cliënten en andere experts. De uitgelezen avond dus om bezwaren te toetsen. Voor de omwonenden - die nu eenmaal weinig ervaring hebben met verslaving - een goede kans om begrijpelijke angsten uit te spreken en simpelweg te vragen of de angsten terecht zijn of niet.
Toch besloten ze om deze kans volledig links te laten liggen en een offensief tegen de toekomstige bewoners van de hostels te starten. Natuurlijk werd niets rechtstreeks uitgesproken, maar de vragen gaven wel héél duidelijk aan met wat voor afschuw deze lui over hun “toekomstige buren” dachten.

“Wat doen deze mensen onze kinderen aan?” Een rechtstreekse beschuldiging van pedofilie en kindermishandeling dus! De gemiddelde dakloze heeft er weinig moeite mee om voor stelende junk te worden uitgemaakt. Hij weet ook wel dat zijn leven niet voorbeeldig is. Maar de veronderstelling dat hij een kind iets aan doet gaat door merg en been.

“Hoe moet ik met deze psychisch gestoorde mensen omgaan als ik ze op straat tegen kom?” Alsof je over paria's spreekt! Ieder logisch antwoord is dat je er gewoon als mens mee om kan gaan, maar in dit geval denkt men er een handboek bij te moeten gebruiken.

“Hoeveel geld hebben verslaafden per dag nodig om in hun behoeften te voorzien?” Het leek haast wel dat ze hóópten dat het om honderden Euro's per dag zou gaan en dat daarvoor al hun fietsen zouden worden gejat. Ze zochten tenslotte gewoon naar munitie om de plannen af te schieten. De teleurstelling was bijna voelbaar toen bleek dat het maar om twee tientjes per dag ging en dat ze die met hun dagbesteding of de verkoop van de daklozenkrant al verdienden.

Ik had het ook wel kunnen weten. In de discussies hiervoor was al in de meest vreselijke termen over de dakloze verslaafden gesproken. Zo had een hysterische dame al lopen schreeuwen over “mensen in lompen”, en opperde zij dat háár keurige wijk geen “lompenwijk” mocht worden. Men sprak al over parken en zandbakken vol injectiespuiten, terwijl er haast geen gebruiker meer is die heroïne spuit. Ik had gewoon nog wat tevergeefse hoop dat een inhoudelijk debat hier verandering in kon brengen.

Nu moet ik ook meteen vertellen dat er ook een groep wijkbewoners is die wel degelijk open staat voor de juiste informatie. Die weten wel de problemen die ze met de gemeente hebben los te koppelen van de toekomstige bewoners van de hostels. Met deze mensen wil ik ook graag in gesprek blijven. Het is echter die andere groep idioten waar ik me zo boos over kan maken dat ik er een column aan besteed.

In Nederland is het steeds gangbaarder om hulpverlening en zorg binnen de woonwijken te implementeren. Begeleid wonen voor geestelijk gehandicapten in speciale wooneenheden in de wijk, is inmiddels al een vanzelfsprekendheid. Aanleunwoningen op kleinere schaal, vervangen inmiddels steeds vaker de grotere bejaardenhuizen. Maar verslaafden wil men nog steeds liever verbannen naar industrieterreinen, of helemaal de stad uit gooien. Gehandicapten en bejaarden kunnen we in ons land tegenwoordig wel in de buurt tolereren, maar dakloze verslaafden worden nog steeds behandeld als de leprozen in de middeleeuwen.