Columnisten lezen voor!

Trudy (Zonnetje40)

Een tijdje geleden opperde collega-columnist bazbo dat het misschien leuk zou zijn om een voorleesavond te organiseren. Van hem was het meer een soort van mijmering, dagdromen in de zin van: ‘Het zou me leuk lijken als… maar ach, dat gaat toch niet gebeuren.’ Maar ik ging er serieus op in en al brainstormend kwamen bazbo en ik tot steeds betere ideeën. Af en toe praatte ik over dit plan met wat mensen die ik ken. En tja, zo gaat dat in Amsterdam, het is net een dorp, voor ik het wist had ik de directeur van de Stadsschouwburg aan de telefoon. Hij was razend enthousiast, wilde al uit gaan van tienduizend kaarten, een showballet, een orkest om de verhalen te ondersteunen, visagisten, stylisten, champagne, limousines en natuurlijk de landelijke pers. Vooraf konden we al terecht bij Pauw en Witteman en De Wereld Draait Door, en de after-party zou te zien zijn bij Glitter Glamour Gordon en bij SBS-shownieuws. De man ratelde maar door en zijn enthousiasme vertederde mij wel enigszins, maar ik moest dit wel temperen.

“Ho, beste man,” zo sprak ik resoluut. “Allereerst: had jij voor die avond Marco Borsato niet geboekt staan? En hoe ga je dat dan met hem oplossen?” Het kon hem niets schelen, Marco kon hij makkelijk afbellen, die liet zich wel vaker met een kluitje in het riet sturen, en hij zag de columnisten van FOK! als kaskraker van het jaar 2009. “Ik ga met bazbo overleggen, en dan hoor je van mij,” hield ik een slag om de arm.
bazbo en ik waren er al snel uit. Dit mag je de columnisten niet aandoen. Schrijven is een eenzaam vak. Mensen zitten urenlang in gedachten verzonken over het onderwerp van hun column. Het idee moet eerst vorm krijgen in het hoofd. Dan start de schrijver langzaam de computer op en opent het heilige der heilige: Word.
Aarzelend worden de vingers op de toetsen gelegd. Die eerste zin. O, als die er maar staat. Op het scherm verschijnen de eerste zinnen, driftig getypt door de geïnspireerde schrijver. Maar nee. Zo was het niet. In zijn hoofd ging het toch anders. De backspaceknop wordt ingedrukt en alle tekst is weer verdwenen. Nog maar een keer. En soms nog veel vaker. Schrijven is schrappen. Het is moeilijk om hetgeen in het hoofd vorm heeft gekregen te vertalen naar het papier. Als de column klaar is, haalt de schrijver opgelucht adem. Bij het nalezen worden de foutjes eruit gehaald, zinnen veranderd, alinea’s toch maar weer verwijderd of aangepast. Pas na veel zwoegen is de klus voltooid. En dan, na het plaatsen van zijn column op FOK! komt de schrijver terug in de realiteit. Er moeten boodschappen gedaan worden. Knipperend tegen het felle daglicht gaat de schrijver naar buiten en schichtig stapt hij de Albert Heijn binnen. Maar hij is met zijn hoofd nog bij zijn column en niet bij het boodschappenlijstje.

Zulke mensen moet je niet in de Stadsschouwburg zetten. Daar worden ze diepongelukkig van. Dit zag bazbo. En ik zag het ook. Want wij zijn bijna kluizenaars. En om dan ineens zó in de schijnwerpers te staan… nee, dat zouden wij niet kunnen behappen. Dus de Stadsschouwburg werd afgebeld. Maar toch willen we iets doen voor onze duizenden fans. “Misschien moeten we het iets kleiner opzetten. In ieder geval de eerste keer, zodat we wat aan publiek kunnen wennen,” opperde ik. En bazbo was het met mij eens. We kunnen beter een paar keer per jaar optreden voor een klein publiek en ons daar ook prettig bij voelen, dan meteen van die enorme projecten.
 
Aanstaande zaterdag is het zover. We hebben een leuk, klein etablissement gevonden in Amsterdam. Prima geschikt voor de schrijvers. Een beetje schemerig, dus niet meteen vol in de schijnwerpers. Er kunnen geen duizenden mensen in, maar enkele tientallen. Dat staat garant voor een intieme sfeer. Zodat die mensenschuwe bleekneusjes die onze columnistenhoek bevolken zich er ook een beetje thuis voelen. Dacht ik. Maar toen we het een en ander met de collega’s bespraken, barstte de bom. Een van de collega’s liet weten dat hij liever had gezien dat de jaarbeurs in Utrecht zou worden afgehuurd, want hij verwachtte nogal wat aanloop. Een ander informeerde bezorgd of er bij het uitgekozen etablissementje wel parkeerruimte genoeg was voor de reportagewagens van de NOS en de VRT in verband met een rechtstreekse uitzending op televisie. Weer een andere collega vroeg zich af of de jury van de AKO-literatuurprijs niet op zijn teentjes getrapt zou zijn wegens de aanwezigheid van een concurrerende Bruna-winkel op de hoek. Maar de vrouwelijke collega die mij vroeg of er wel gelegenheid was om haar neus te poederen, kon ik gerust stellen: de cocaïnedealer vind je in het naburige park. En de allerbrutaalste collega vroeg mij, of er ondanks de beperkte afmetingen van de lokaliteit die wij op het oog hadden, wel gelegenheid was om zich discreet terug te trekken met de hordes vrouwelijke fans, op wier komst hij zonder meer rekende. Je zou bijna denken dat het wel meevalt met dat verlegen, wereldvreemde en schuchtere karakter van dat schrijversvolk hier bij FOK!

Toch maar een grotere locatie dan? Maar ja, de Stadsschouwburg was zo kwaad over onze afzegging in eerste instantie dat ze niet van plan waren, om nu wel hun deuren voor ons te openen. De Jaarbeurs, Carré, Ahoy’ en het RAI-congrescentrum waren ook al afgehuurd en het Hilton was ons toch een ietsje te prijzig. Nou ja, dan maar geen duizenden bezoekers. Dan maar geen limousines. Dan maar geen rechtstreekse televisie-uitzending. Maar wel een bijzonder leuke dwarsdoorsnede van de groep columnisten die de frontpage van FOK! onveilig maakt. En er is ruimte voor iedereen die wil komen kijken. Dat is een beetje de schuld van Driek Oplopers, mijn man. Die heeft half politiek en semi-cultureel Nederland in zijn columns al zo enorm beledigd, dat er uit die groep niemand wil komen. K3 niet. Geert Wilders niet. Het koningshuis niet. Het voltallige kabinet niet. Zelfs Dries Roelvink blijft liever thuis. Dus mochten er FOK!-users zijn die wél zin hebben in een leuke avond, stuur mij een PM. Wees er snel bij, want vol is vol, maar wie weet kunnen we elkaar zaterdag in levenden lijve aanschouwen!