Bij zon is alles mooi

Robin (petertjeprik)
Wij, ik de schrijver en u de lezer, kijken naar een man. Zijn naam, Jack, is het enige dat we ooit echt van hem zullen weten. Samen met Jack kijken we vanaf het dak van een hoog gebouw naar een stad. We zien hoe de toren van de Sint Vituskerk parmantig boven alles uitsteekt. En aanschouwen charmante vooroorlogse huisjes, die worden afgewisseld met hoekige, felgekleurde bouwwerken. In de straat onder Jack paraderen dure gepoetste auto’s en vrouwen in korte rokjes lopen wulps voorbij. Bouwvakkers met grote zonnebrillen fluiten hen na. Drank, sigaretten en lekker eten dansen over de terrasjes. De zon werkt samen met de mensen aan een gezellige middag. De stad aan Jack’s voeten lijkt op een zee. Rustig, maar mooi en altijd vol leven.

Vroeger, ja vroeger, kon Jack vliegen. Hij had een fijne baan en was getrouwd met een mooie vrouw. Zijn idealen, daar stond hij voor. Links, socialistisch. Eerlijk delen en tegen de elitaire bullebakken die arbeiders geld afhandig maken. Geen berg was voor hem te hoog. Hij boekte succes op succes. Zijn gulle lach straalde gezelligheid in veel Nederlandse huiskamers. Soms leek het alsof hij de zon in zijn handen kon houden. Deze stad hield van hem. Nederland hield van hem.

In de verte hoort Jack hard gelach. De zon laat de stad fonkelen als een helder kristal. Rijkdom kan op het dak van dit hoge gebouw worden gezien, geproefd en geroken. De heerlijke geuren van de Italiaanse broodjeszaak aan de overkant vullen zijn hart. Het rumoer van het verkeer klinkt als muziek. Zelfs de lelijke hondenkoppen die op het spoor onder hem voorbij denderen hebben in de zon een innemende statuur.

Dan verschijnt er een donkere wolk in de lucht. Jack valt terug in keiharde realiteit. Hilversum is een lelijke stad. Agressief verkeer, hondenpoep op straat en zielloos. Geld, succes en populariteit zijn de enige maatstaven die men hier kent. Jack’s oude collega’s hebben hem in de steek gelaten. Nederland heeft hem uitgekotst. Succes in Hilversum is nog sneller verdwenen dan de zon achter een grote regenwolk. De eerste druppels vallen, de zee lijkt nu onstuimig en onbehouwen.

Op de top van een berg kan je enkel naar beneden. Eén vergissing tekent de rest van Jack’s leven. Hilversum wekte een lust bij hem op. Een lust nog sterker dan de geuren van de populaire Italiaanse broodjeszaak. Jack wilde meer. Meer succes, meer populariteit en vooral meer geld. Hij wilde hoger dan de berg, hoger dan de zon. Idealen werden vervangen door grenzeloze begeerte.

Nu is Jack quizmaster van een show gesponsord door de Postcodeloterij. In het programma wordt op een ‘vrijmoedige’ Telegraafmanier de stem van ‘het volk’ getoetst. Als een marionet van de commercie strompelt hij over het decor en kondigt elke zaterdag Gaston aan, die mensen in grote huizen nog meer geld geeft. Jack voelt zich vervloekt. Weinig mensen zijn ooit zo gestraft voor hun zonden als hij. Zelfs zijn lichaam en vrouw hebben hem in de steek gelaten. Zijn vleugels bleken niet meer dan was. ‘Het is genoeg geweest!’ roept hij voor het eerst sinds jaren oprecht blij. Jack gaat aan de rand van het dak staan en spreidt zijn armen. Hij is klaar voor zijn genadeslag, zijn laatste stukje naar beneden. Als een vogel laat hij zich voorover vallen, zich ervan bewust dat zijn vleugels zijn gesmolten. Zijn leven flitst aan hem voorbij. Seconden voelen als eeuwen. Bij tien raakt hij de grond.