Iets met Bene

Neuskleuter
Daphne Deckers mag het hangende vel op haar handen en billen weer bijeen knijpen, want het grensoverschrijdende modellenprogramma is eindelijk weer gestart. Het is nu nog exotischer, spectaculairder, boerser, heter en spannender dan ooit, want onze wulpse zuiderburen mogen meedoen. Na vier seizoenen HNTM uitgekotst te hebben, braakt de Vlaamse televisie mee.

Benelux Next Top Model. Het is een hele mond vol en ik snap niets van de titel. Vanwege het taalbereik en de Nederlandse meisjes die al struikelen over hun eigen dialect, is het ontzettend verstandig om geen Frans- en Duitstalige meisjes te selecteren als kandidaat. Toch moet het een naam krijgen die aangeeft dat er een extra provincietje mee mag doen. Lage Landen Next Top Model klinkt nergens naar, dus dan maar de Benelux. Luxemburg doet niet mee, dus we houden alleen de Bene over. Eigenlijk klopt dat ook wel. Er zijn alleen maar zeurende kutkoppen op benen in beeld. Zonder die kutten dan, dat gelukkig weer wel.

Het begint al als ik die kop van Daphne zie. De visagisten zijn gesloopt van het grove plamuurwerk aan haar gezicht, de laatste graffitiartiest sleept zich weg van haar kapsel en de couturier die haar in tietshowende tijgerjurkjes en roze pakjes voor twaalfjarigen weet te persen vraagt zich af waar het in hemelsnaam mis is gegaan in zijn carrière. Dan moet Daphne nog beginnen om haar ingestudeerde zinnen eruit te spugen. Ergens lijkt het ook nog te draaien om een stuk of tien wilde vrouwen die samenwonen in een huis. Geen mannen, geen seks, allemaal mooie jonge vrouwen, maar spannende televisie maken, ho maar. Ze klitten, katten, kibbelen en krijsen in het rond, alsof ze voor de hoofdprijs gaan voor het veertieneneenhalfste seizoen van Big Brother.

Dat het een flauw aftreksel is van het Amerikaanse programma, is wel duidelijk. Het is zelfs zo smakeloos dat ik niemand ken die zich kan aftrekken bij onze Nedervlaamse nep-Tyra. In de Verenigde Staten weten ze inmiddels hoe ze mij als kijker kunnen boeien. Er wordt veel aandacht besteed aan de vrouwelijke rondingen in lingerie, in touwtjes, aan touwtjes, op het water, in het water, op de catwalk en huilend bij de kapper. Onder een perfecte belichting oordeelt de jury over alle meisjes. Zodra de schuchtere modekopjes zijn vertrokken, wordt uitvoerig geroddeld over de kwaliteiten, potentie en heupmaten van de barbiepoppen. Zo kan ik ook meedenken en word ik helemaal blij als het ergste zuurdesem weg wordt gestemd.

Maar de toevoeging van de Vlamingen biedt mij daarin geen soelaas. Allé, de foto’s zijn dit seizoen niet eens in close-up zichtbaar, terwijl ik toch graag zie hoe erg het tuitmondje van Maxime is, de eendenbek van Adinda en de opgeplakte neplach van Justine, waarbij het zwijn nog beter op de foto stond. De jury stort zogenaamd politiek correct het ongezouten commentaar in de tere open zieltjes van de individuele modellen, die jankend en hyperventilerend wegrennen naar de toiletten waar de concurrenten hen kunnen slachten. Maar in de uiteindelijke beoordeling van de jury, waar de vergelijkende commentaren op tafel komen, word ik als kijker buitengesloten. Daphne, Bastiaan en die andere modebobo’s gaan los in neersabelende kritieken en ik mag het niet weten.

Ik word helemaal moe van het ons-kent-ons-verhaal in de montage van BNTM. Er wordt behoorlijk wat afgezijd, want ‘zij is geen echt model’, ‘zij kan het niet’, ‘ik vind haar geen concurrent’, zijn veelgehoorde uitspraken. Vraag me dan niet over welke zij ze het hebben, al die zeikwijven zijn één pot nat. Modellen moeten ook helemaal niet praten, die moeten doen waar ze goed in zijn. Katten, krijsen en kibbelen. In zo weinig mogelijk kleren.

Kom op programmamakers, ik kijk geen Boer Zoekt Vrouw waarin de vrouwen beschermd moeten worden omdat ze hun gevoelige informatie sturen naar moedwillige boerenbinken die een tikkeltje te lomp kunnen zijn. Modellen in spe kunnen best een stootje hebben. We zoeken immers een moordwijf van zestien, geen muurbloempje in de kassen van boer Hans.