Gamescom zal net als de ECTS mislukken?

Morthill


Gamers met een beetje leeftijd weten het vast nog wel, vroeger had in je Londen jaarlijks de tegenhanger van de E3: de ECTS. Deze beurs ging van start in april van het jaar 1989 en was in principe puur gericht op de media en industrie. De beurs groeide in de loop der jaren uit tot een van de drie grootste beurzen ter wereld na de E3 en de Tokyo Game Show. Helaas ging het de Engelse beurs minder goed af. Nadat de Game Developers Conference aankondigde te verplaatsen naar een andere locatie keerde de ECTS niet meer terug en ging in 2004 dan ook ter ziele. Niet alleen het vertrek van de GDC was hiervoor een reden, de aandacht van de industrie had zich in die tijd meer en meer verlegd naar de E3 in Los Angeles waar de echt interessante aankondigingen gedaan werden. Er was voor publishers niet echt een reden om een paar korte maanden na de E3 alweer alles uit de kast te halen en dus moest er een beurs verdwijnen.

Een paar jaar later kreeg Europa dan een nieuwe kans. In Leipzig werd de Games Convention opgezet, voorafgegaan door de Game Developers Conference. Deze evenementen vonden net als de ECTS eind augustus plaats, maar omdat de GC ook vrij toegankelijk was voor publiek was de beurs levensvatbaar. De industrie kon haar najaarsline-up tonen aan publiek en directe feedback van de consument krijgen. Daarnaast gebeurde er nog iets opvallends: de ESA kondigde aan de E3 te gaan hervormen. Geen gigantische beurs meer waar journalisten enorm in de watten werden gelegd met decadente feestjes en bloedmooie boothbabes, gewoon een kleinschalig evenement van persconferenties. Dit pakte goed uit voor de GC, want het publiek kon het gelijk minder boeien en daardoor waren de media en industrie er ook snel klaar mee. Dus groeide de GC binnen no-time uit tot een enorme beurs die zeker niet meer onderdeed voor de E3 of TGS. Toch waren er ook minpunten te bekennen, met name de locatie. Leipzig is ondanks dat het niet heel slecht bereikbaar is, toch een beetje een uithoek. De industrie kent haar focus in West-Europa en met Leipzig in de voormalige DDR was het toch altijd een flink eind reizen. Uiteindelijk bleek dit de belangrijkste reden voor de industrie om te kiezen voor een nieuwe locatie: Keulen. Lekker centraal in West-Europa, goed bereikbaar voor iedereen en ook gewoon veel meer ruimte. Niets lijkt daarmee nog een succesverhaal in de weg te kunnen staan. Helaas is toch niet alles zo prachtig als het op eerste gezicht lijkt.

Een gamesbeurs als de Gamescom heeft een paar belangrijke zaken waar het aan moet voldoen. Het moet namelijk niet alleen interessant zijn voor het publiek, maar om zich te kunnen meten met de E3 en TGS moeten publishers er ook hun nieuwste producten kunnen showen aan de pers. Het publiek is immers maar beperkt en de media kan ervoor zorgen dat iedereen bereikt kan worden. Zeker door de enorme groei die gameswebsites de laatste jaren hebben doorgemaakt is het een stuk eenvoudiger om de consument te bereiken. Iedereen Googlet zijn informatie en vindt dus de informatie over de games die hem interesseren wel op internet. Internetjournalistiek is dus belangrijk, maar helaas is het nu net de online media die enorm wordt tegengewerkt door de Koelnmesse, de organisatie die ook de accreditaties verstrekt. De afgelopen maanden kon ik geen persevenement bezoeken zonder het weer te horen. Er werd enorm streng geselecteerd op wie toegang kreeg, veel websites mochten niet meer dan één persoon afvaardigen en dan vaak alleen de hoofdredacteur. Nu weet ik nog wel hoe het in Leipzig ging, het was rennen van afspraak naar afspraak en zweten om alles te zien wat je wilde zien en dan met vier mensen. Dat kun je allemaal niet in je eentje bekijken, zeker niet nu veel websites ook videoverslag doen. Maar daar eindigt het niet. Als internetjournalist ben je verplicht om te kunnen bewijzen dat je afspraken hebt voor je überhaupt de business-sectie van de beurs mag bezoeken. De Koelnmesse eist daadwerkelijk dat al die online media als Gamespot, IGN, 1Up, maar natuurlijk ook FOK!, Insidegamer, Gamez en noem ze maar op, even een bewijsje overhandigen. Sites wiens bereik vrijwel altijd enorm veel groter is dan elk willekeurig gamesblad dat je maar kunt vinden. Belachelijk? Dat is nog voorzichtig gezegd. De Koelnmesse leeft blijkbaar nog in de tijd dat vrijwel niemand een breedbandverbinding heeft en al zijn informatie nog uit tijdschriften moet halen. Ik pleit er niet voor om het allemaal zo idioot makkelijk te maken als in Leipzig, maar het is absurd dat wij nu gezien worden als profiteurs die vooral accreditatie aanvragen, omdat we dan gratis naar binnen mogen.

Maar er zijn meer problemen aan de horizon voor de Gamescom: de terugkeer van de E3 in zijn oude glorie. Een van de redenen voor het falen van de ECTS was dat het simpelweg niet aantrekkelijk was voor publishers om alles uit de kast te trekken in juni en nogmaals augustus. Zeker nu in tijden van economische crisis waar veel uitgevers miljoenen verliezen is dat niet heel rendabel. Maar al was er geen crisis, er is feitelijk maar ruimte voor één beurs om alle belangrijke aankondigingen te doen en dat zal waarschijnlijk, al is het maar om sentimentele redenen, toch wel de E3 blijven. Zeker als het bereik van de Gamescom veel kleiner is, aangezien niet langer al het nieuws en de laatste previews makkelijk over het internet verspreid worden. Het is leuk dat de beurs er is voor publiek, maar achter de schermen laten veel ontwikkelaars en uitgevers genoeg zien dat het gewone publiek niet te zien krijgt en dankzij de Koelnmesse nu ook moeilijker over kan lezen. Het is dan ook maar de vraag of de Gamescom een lang leven beschoren is. Het is leuk voor uitgevers dat het allemaal wat centraler is en makkelijker op te zetten, maar als het uiteindelijk een beurs puur voor het publiek wordt, zal het niet lang duren voor de attentie van de industrie zich jaarlijks weer voor de volle 100% op Los Angeles richt in juni. Nieuwe games spelen kan je in Nederland immers ook op FirstLook, dus waarom afreizen naar Keulen?